Niet-Gebonden Landen bekritiseren Westerse interventie in Libië

Cuba en Iran laten zich op een top van de beweging van Niet)Gebonden Landen kritisch uit over de NAVO-interventie in Libië.

Op de tweede dag van een top de Beweging van Niet-Gebonden Landen (NAN), in de Servische hoofdstad Belgrado, hebben Cuba en Iran kritiek gegeven op militaire tussenkomst van de NAVO en het westen in Libië – zelf lid van NAN.

Cuba en Iran willen dat de beweging actie onderneemt tegen de “manipulatie”. “De rol die de NAVO in Libië heeft gespeeld en het manipuleren van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties zijn het jongste bewijs van ons onvermogen om te ageren”, zei de Cubaanse staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, Abelardo Moreno Fernandez.

“Ze maken ons wijs dat dit preventieve oorlogen zijn, ze zeggen dat ze een verantwoordelijkheid hebben om burgers te beschermen (het zogenaamde humanitaireinterventierecht R2P of Right to Protect, SD), maar dat zijn excuses van degenen die de soevereiniteit van andere naties schenden om zich hun natuurlijke hulpbronnen toe te eigenen”.

Fernandez’ Iraanse ambtgenoot Mohammad Mehdi Akhondzadeh uitte even scherpe kritiek op “een interventie en een arrogant beleid” die “wrede oorlogen” in het Midden-Oosten en Noord-Afrika hebben veroorzaakt. “Het internationale recht wordt aangewend om in interne aangelegenheden van een land tussenbeide te komen”.

Uit de Koude Oorlog

De Beweging van Niet-Gebonden Landen, die momenteel 118 leden telt, viert dit jaar de vijftigste verjaardag van haar eerste top. De beweging werd in de jaren ’50, in volle Koude Oorlog, opgericht door de Joegoslavische president Tito, de Indiase premier Jawaharlal ‘Pandit’ Nehru, de Egyptische president Nasser en diens ambtgenoten uit Indonesië en Ghana, Soekarno en Kwame Nkrumah.

Met die beweging wilden ze zich onafhankelijk opstellen van de Verenigde Staten en de toenmalige Sovjet-Unie, de twee strijdende kampen in de Koude Oorlog. (Belga/SD)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content