…en Brussel niet vergeten

Het gigantische bedrag dat de Vlaamse regering in de Vlaamse aanwezigheid in Brussel investeert, is een goed bewaard geheim.

In de zaterdageditie van De Tijd publiceerde Sven Gatz, Vlaams volksvertegenwoordiger voor Brussel en fractievoorzitter van Open VLD, een opmerkelijke opiniebijdrage onder de titel Brussel, ‘incontournable’ bij de nieuwe staatshervorming. Het ingezonden stuk klonk als een noodkreet. Volgens Gatz moeten de Vlaamse partijen – lees: CD&V van Kris Peeters en N-VA van Bart De Wever – in hun drang naar een copernicaanse revolutie uitkijken dat ze de kip met de gouden eieren, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest dus, niet de nek omwringen.

Gatz wil het niet met zoveel woorden gezegd hebben, maar eigenlijk is ook voor hem Brussel, ‘une région à part entière’. Voor de Brusselaars – of ze nu Frans- dan wel Nederlandstalig zijn, het zijn en blijven kosmopolieten – is het vooruitzicht om qua onderwijs, cultuur, sport, welzijn, gezondheid en sociale zekerheid te moeten kiezen tussen het Vlaamse en het Franstalige stelsel, bijzonder onprettig. Zegt Gatz: ‘Het overgrote deel van de hoofdstedelingen heeft geen zin in deze verstikkende keuze. De Berlijnse Muur werd twintig jaar geleden afgebroken, we gaan er toch geen nieuwe in Brussel bouwen?’

Sven Gatz vindt het een betere zaak Brussel te herfinancieren ‘in ruil voor meer veiligheid, netheid en een eenvoudiger structuur met meer bevoegdheden voor gewest dan voor gemeenten, dan zich te verliezen in een steriele discussie over een tweeledig confederalisme’.

Volgens de Open VLD’er mogen de Vlamingen niet uit het oog verliezen dat het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 20 procent van het landelijke bbp levert en dat 235.000 Vlamingen er emplooi vinden. Daarom, maar dat heeft de attente lezer meteen begrepen, moet volgens Gatz bij bepaalde financieringscriteria rekening worden gehouden met de plek waar men werkt, en niet alleen met de plek waar men werkloos is. Kortom: die 235.000 Vlamingen moeten in Brussel belastingen betalen.

Brussel, zo schrijft Gatz, of men dat nu graag hoort of niet, strekt zich meer en meer uit tot in Aalst, Mechelen, Leuven, Waver en Nijvel. Dat is nu die fameuze Brussels Metropolitan Region.

‘Brussel is meer dan een probleem’, besluit Gatz op krachtige wijze zijn uiteenzetting. ‘Het is vooral de economische motor van dit land.’
In zijn bevlogenheid verliest Sven Gatz wel een en ander uit het oog. Zo bijvoorbeeld dat 80 procent van de economische activiteit in Brussel vanuit Vlaanderen wordt aangestuurd. Die vaststelling komt van Alain Deneef, coördinator van de Brusselse Staten-Generaal.

Brussel ligt dan ook aan de rand van wat de Amerikaanse urbanist Richard Florida de megaregio Am-Brus-Twerp (Amsterdam, Brussel, Antwerpen) noemt. Een megaregio, waar het Duitse Ruhrgebied en Noord-Frankrijk bij aansluiten, die letterlijk wordt gevoed, als door een infuus, via de grote Europese havens, waaronder Antwerpen.

Deze megaregio, waar bijna 60 miljoen Europeanen wonen en werken, is de economische sterkhouder van de Europese Unie, met een productie hoger dan die van Canada en vergelijkbaar met die van China.

Wil het deel blijven uitmaken van die megaregio, dan heeft Brussel alles te winnen bij een goede verstandhouding – en dus duidelijke afspraken – met de Vlaamse Gemeenschap. En dat geldt niet alleen voor de Nederlandstalige maar ook voor de Franstalige Brusselaars.

Het standpunt van Sven Gatz – het feit dat de overgrote meerderheid van de Brusselaars, bijgevolg ook van de Nederlandstalige Brusselaars, geen verstikkende keuze wil maken tussen Vlaamse en Franstalige stelsels – heeft verregaande consequenties. Als de Vlaamse forenzen voortaan belastingen betalen in Brussel, dan moet het Brussels Gewest ook opdraaien voor de infrastructuur, spoor- en invalswegen, die de werknemers naar de hoofdstad brengen. Een uitgavenpost die nu grotendeels op het Vlaamse conto staat.

Het zou dan ook logisch zijn, in geval van een herfinanciering van het Brussels Gewest, dat de Nederlandstalige culturele instellingen gefinancierd worden door het Brussels Gewest en bijgevolg afhankelijk worden van de inspraak van PS, MR en CDH. Naar het inspirerende voorbeeld van Flagey. Het is een vooruitzicht dat de stuurlui aan het roer van de KVS en Ancienne Belgique ongetwijfeld nu al met enthousiasme vervult.

Tot nog toe investeert de Vlaamse Gemeenschap jaarlijks miljoenen euro’s in het Brusselse cultuurleven – het gigantische bedrag dat de Vlaamse regering jaarlijks in de Vlaamse politieke en culturele aanwezigheid in Brussel investeert, is overigens een goed bewaard geheim.

Wel zeker is dat het niveau van het Brusselse cultuurleven, zonder de injecties vanuit Vlaanderen, terugvalt tot het niveau van een Franse provinciestad als Maubeuge.

Rik Van Cauwelaert

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content