De Nobelprijs voor Geneeskunde 2010 gaat naar de Brit Robert Edwards, de “vader van de proefbuisbaby”.
Volgens Karolinksa Intitutet in Stockholm heeft de wetenschapper bij zijn ontwikkeling van in vitro bevruchting (IVF) tegen “weerstand in de samenleving en het establishment” gevochten Hij had al in de vroege jaren vijftig beseft dat IVF nuttig kon zijn als behandeling tegen onvruchtbaarheid.
Meer dan 10 procent van alle paren wereldwijd is onvruchtbaar. De inspanningen van Edwards om de proefbuisbabytechniek op punt te zetten resulteerden op 25 juli 1978 in een eerste succes met de geboorte van de Britse Louise Brown.
Vier miljoen mensen
In de jaren daarop verfijnde de wetenschapper met zijn medewerkers de techniek die reeds het leven heeft geschonken aan zowat vier miljoen mensen. Velen ervan zijn nu al volwassen en sommigen hebben zelf al kinderen gekregen.
De hoogste wetenschappelijke prijs voor de geneeskunde is omgerekend zowat een miljoen euro waard.
Vorig jaar deelden drie Amerikanen de prijs: Elisabeth Blackburn, Carol Greider en Jack Szostak hadden uitgevlooid hoe cellen ouder worden en met welke werktuigen de cellen die veroudering sturen.
Edwards (85) krijgt zijn prijs op 10 december uitgereikt. Hij is verbonden aan de Universiteit van Cambridge.
