Festival van Avignon houdt vinger aan de pols

De internationale media hebben er nauwelijks aandacht aan besteed, maar ook het 64ste Festival van Avignon kende een woelige start.

De internationale media hebben er nauwelijks aandacht aan besteed, maar ook het 64ste Festival van Avignon kende een woelige start.

De aanwezigheid van de Franse Minister van Cultuur, Frédéric Mitterand, was daar niet vreemd aan. Een groepje ‘intermittents’, dat ondanks de strenge veiligheidsmaatregelen, toch op de Cour d’Honneur was binnengeraakt, eiste het woord op. Nadat van op het podium een vakbondscommuniqué van de CGT (Confédération Générale du Travail) was voorgelezen, waarin zowel de hachelijke professionele toestand van meer dan tienduizend tijdelijke culturele werkers als de drastische vermindering van overheidssteun aan de sector werd aangeklaagd, sloten twee betrokkenen, die zich strategisch op de linker- en de rechtertribune hadden gepositioneerd, zich hierbij aan met een geacteerde dialoog .

Hun luidruchtig protest viel in slechte aarde bij het publiek, dat met protesterend voetgestamp te kennen gaf dat de meeting lang genoeg had geduurd. Ook de voorstelling zelf moest eraan geloven toen enkele honderden manifestanten tijdens een ingetogen scène met slaande deuren vertrokken. Daar voegden zich nog enkele honderden toeschouwers bij, die zich niet meer op ‘Papperlapapp’ en de neppausen van Christoph Marthaler konden concentreren.

Ook de daaropvolgende dagen werden acties gevoerd om de culturele budgetten voor de ‘collectivités territoriales’ ( departementen, regio’s en steden) veilig te stellen. Door de nakende administratieve hervormingen komen die in gevaar. De decentralisatiepolitiek stond ook hoog op de agenda van de ‘Rencontres Européennes’, die in het Lycée Saint Joseph werden georganiseerd. “Cultuur, die zich vanuit de basisgemeenschappen kan ontwikkelen, draagt bij tot een hechter gemeenschapsgevoel en de emancipatie van het individu” betoogde congresvoorzitter Jacques Delors. “Ook vanuit economisch oogpunt weegt cultuur zwaarder dan veel industrieën, zoals de automobielsector. Een ambitieuze verruiming van de lokale en regionale cultuurdotaties lijkt bijgevolg veel zinvoller dan een cultureel verarmende bezuiningspolitiek.”

Ondanks alle heisa werd op 14 juli voor de allereerste keer door het festival op het plein voor het Petit Palais een volksbal georganiseerd. Daar had Jean Vilar al in 1947 op aangedrongen, maar hij kreeg toen geen toelating van de stad. Nu zongen meer dan 10.000 aanwezigen de hits van sixtieslegende Christophe (‘Aline’, ‘Les marionettes’) mee. Pas na meer dan een halve eeuw ging de bescheiden droom van de festivalpionier in vervulling.

Vlaamse gezelschappen

Net als bij de vorige edities stonden de Vlaamse gezelschappen weer in de voorlinie. Voor de Toneelhuisproductie ‘Een man zonder eigenschappen I’ van de Oostenrijkse schrijver Robert Musil in een bewerking van Filip Vanluchene paste Guy Cassiers de boventitels aan. Terwijl de acteurs verkiezingsslogans van Vlaamse politici in de mond namen, kregen Franse toeschouwers, die in het Operatheater op de vertalingen waren aangewezen gevleugelde uitspraken van president Sarkozy en Ségolène Royal voorgeschoteld! In de pers werden de beeldende kwaliteiten van de regisseur geprezen, al blijft de recensent van Le Monde terughoudend. ‘Libération’ noemt hem daarentegen een hypnotiseur, omdat hij ruim gebruik maakt van gesofistikeerde microfoons. Al fluisterend kunnen de acteurs de toeschouwers bedwelmen.

Het Franse publiek reageerde uitgelaten op het musicaltheater ‘Gardenia’; waarin een transseksueel en oudere travestieten terugblikken op hun moeilijk leven in de variétéwereld. Het regisseursduo Alain Platel/ Frank Van Laecke wist al op voorhand dat de respons per regio anders is. In tegenstelling tot de premièrereeks in Gent, waar vooral de smartlappen hoog scoorden, werden in Vedène , dat op een tiental km van Avignon ligt, de chansons van Charles Aznavour en het popnummer van Claude François driftig meegezongen.

Dat de acteurs met foute grappen te koop lopen wekt bij ons enige gêne op, maar het Franse publiek stoorde zich allerminst aan de rauwe taal, die geregeld de kop opsteekt. Hoofdrolspeelster Vanessa Van Durme haalde als exotisch verklede magicienne zelfs de cover van het trendy magazine ‘Les Inrockuptibles’. Ook Platel kreeg voor ‘Out of context’ een staande ovatie. Het applaus was trouwens ook bedoeld als postume hommage aan Pina Bausch, aan wie hij deze productie opdroeg. Zij was tot haar dood één van de belangrijkste festivaliconen.

Papperlapapp wekt ingeslapen pausen

“Kunnen de misstappen van ontspoorde geestelijken nog vergeven worden?” lijkt de Zwitserse Christoph Marthaler zich af te vragen in ‘Papperlapapp’. Hij werd voor deze editie als ‘artiste associé’ aangetrokken. Voor zijn sleutelvoorstelling in de Cour d’Honneur van het Palais des Papes pluisde hij de geschiedenis van de officiële katholieke kerkleiders uit, die in de 13de eeuw Rome voor Avignon hadden verruild. Als een minutieus onderzoeker doorsnuffelde hij alle grote en kleine vertrekken van het pompeuze gebouw. Dat resulteerde in een fel omstreden podiumproductie met hilarische taferelen, die door de huidige crisis in de kerk een wrange ondertoon krijgen.

Aan de biechtstoel, die decorontwerpster Anna Viebrock liet aanslepen, worden wegens de verwachte toevloed van ‘zondaars’, die spijt krijgen, dringende herstellingswerken uitgevoerd. Wanneer een blinde gids een groep toeristen – of zijn het verschoppelingen? – naar de bidbanken dirigeert vallen zij vol ontzag op hun knieën voor de vuurspetters, die uit het meubel ontsnappen. Pas als de verborgen lasser zijn apparaat uitschakelt beseffen ze dat er geen wonder op til is.

Wanneer zeven personages languit op de stenen pauselijke tombes gaan liggen weerklinken van uit de bovenkapel sacrale gezangen van Palestrina en Monteverdi. In schril contrast hiermee is de Messe des pauvres van Eric Satie. De pakjes, die even later uit het hoogste venster worden gedropt, bevatten bisschoppelijke gewaden, waarmee ze zich rijkelijk uitdossen en een hortende vreugdedans in Felliniaanse stijl uitvoeren. Maar ze hebben er vlug hun bekomst van. Hun ambtelijke kleren verdwijnen in een wasmachine, waarin voordien naar een verloren lijkwade werd gespeurd. Slechts moeizaam vinden ze de vereiste muntjes voor de droogzwierderautomaat.

De voedselpakketten, die daarna onverwacht uit de toneelhemel ( een helikopter was niet beschikbaar!) donderen , worden gretig geopend. Hun honger geraakt echter niet gestild. De vereenzaamde zielepoten knielen met gevouwen handen voor een aftandse boodschappentas. Met het Frans brood en de troostende wijn moeten ze voorzichtig omspringen want zij zouden in een mystiek lichaam of in heilig bloed kunnen transformeren.Als één van de pauselijke tombes opengaat wordt de verrezene aangemaand om terug te keren. In een meeslepend ritme en op de mantra ‘Ainsi Merci’ stijgt en daalt de tombe ettelijke keren tot het mechanisme stilvalt.

Van de rumoerigste muziekscènes, de uitgesponnen repetitieve passage en de stille taferelen krijgen heel wat toeschouwers het zodanig op hun heupen dat ze de aftocht blazen. Op een ingehouden, maar ontroerend Kyrie Eleison strompelen de blinde gids en zijn gevolg naar hun toevluchtsoord onder een paleisarcade.

Subtiele avondwake van Rosas

Anne Teresa De Keersmaeker vertrekt in haar jongste choreografie van de ‘ars subtilior’. Deze geraffineerde muziekstijl ontstond in de tweede helft van de 14de eeuw aan het pauselijk hof in Avignon ten tijde van het Grote Schisma, toen er zowel in de Provence als in Rome een ‘pontifex maximus’ met een uitgebreide curie zetelde. Als we haar korte interventie in een intimistisch stuk van Jan Decorte buiten beschouwing laten is het 18 jaar geleden dat ze nog op het festival stond.

De wereldpremière van ‘En atendant’ (let op de verdwenen t) in de binnentuin van het voormalige Celestijnenklooster was ook letterlijk een adembenemende gebeurtenis. Een fluitist moest middenin een compositie zijn spel onderbreken om lucht te happen. De voorstelling roept de sacrale sfeer op van een avondwake. Op de tonen van een oude Franse allegorische ballade, waarin gehunkerd wordt naar een zuivere bron en een onbezoedelde fontein, trekt het daglicht langzaam weg. De nobele ontboezemingen van de zangstem lopen parallel met verstilde en haastige bewegingen.

Spiraalvormige sprongen en ongewone evenwichtshoudingen worden zowel solo als in kleine formaties uitgevoerd. Krassende kraaien en krekels overstemmen de tedere zangstem. Een zachte zomerbries waait de dansers, die zich na hun uitputtingsslag in groep voorbereiden op de nacht, tegemoet. Met heel hun lijf willen enkelen de grond voelen. In het schemerdonker verzwakt de gezichtsscherpte van de toeschouwer. Wanneer de dansers na enkele polariserende taferelen uiteindelijk een hecht lichamelijk verbond vormen zijn ze ook beter bestand tegen de eenzame oprispingen van de nacht. ‘En atendant’ zou probleemloos de vespers, die de celestijnen vroeger op deze plek baden, moeiteloos kunnen vervangen. Voor de Brusselse choreografe is het een breekpunt in haar carrière.

Josef Nadj verandert in een raaf

De handen naar binnen gekruld. De schouders hoog opgetrokken. Een zwart lijkbidderspak. Met indringende blik spiedt Josef Nadj in zijn nieuwste choreografie ‘Les Corbeaux’ zijn omgeving af. Zijn transformatie in een raaf voltrekt zich op het ritme van de bizarre klanken, die de Hongaar Akosh Szelevenyi met zijn vele instrumenten produceert. De muzikant blaast, schudt, stampt en klopt, terwijl Nadj vluchtig over het witte tekenscherm wrijft. De bewegingen lijken ongecoördineerd maar zijn het natuurlijk niet. Hij bepotelt, bepikt en likt het scherm tot er een poëtische vegen- en vlekkenmozaïek ontstaat. Iedereen houdt de adem in als hij in een vat kruipt, dat met zwarte verf is gevuld. Wanneer hij er uit oprijst is hij geheel met de smurrie bedekt en kan hij als een late action painter de verf laten druppelen op een doek. Met zijn vervend lichaam fladdert hij de griezelwereld in. Edgar Alan Poe wacht op hem.

‘Les Corbeaux wordt op 2/12 door December Dance geprogrammeerd in de Magdalenazaal in Brugge

De festivalhighlights: wantrouwen, melancholie en gezichtsbedrog

De Duitse regisseur en theaterfilosoof Falk Richter en de Nederlandse danseres Anouk Van Dijk betoogden in ‘Trust’ dat het huidige wantrouwen in de banken en de snel bewegende geldstromen ook zijn weerslag heeft op de menselijke relaties in het algemeen en op de liefde in het bijzonder. De financiële crisis werkte de moedeloosheid in de hand en ondermijnde het waardensysteem. Om het vertrouwen terug te winnen zullen nieuwe vormen van solidariteit moeten ontwikkeld worden. De voorstelling focust op de kwetsbare evenwichten.

Ook in ‘La Casa de la Fuerza’ (Tuchthuis) van de Spaans-Mexicaanse theatermaakster Angelica Liddell staat het wantrouwen – en misschien meer nog het bedrog en de misleiding – centraal. De grimmige liederen van de mariachis illustreren de sadomasochistische spelletjes, waaraan de zwartgallige actrices zich met zichtbaar genoegen overgeven. Elke knuffel ontaardt in een pijniging. Zo wordt er flink in alle lichaamsdelen geknepen en stevig aan de lange vrouwenharen gerukt. Telkens de draaglijkheidsgrens wordt overschreden verduistert de zaal of verlaten de dames, die erg op Frida Kahlo lijken, de scene. Er is niet de mindste hoop op beterschap zodat allen uiteindelijk verdwijnen in de leegte, die ook voor het publiek afzichtelijk is.

Andreas Kriegenburger laat alle personages in ‘Das Prozess’ van Kafka op Buster Keaton lijken. Hij accentueert de komische aspecten van het werk. Omdat de voorstelling zich afspeelt op een rechtopstaand, draaiend ,rond paneel kan hij gebruik maken van het gezichtsbedrog. Een staande acteur wekt de indruk dat hij ligt en omgekeerd!

Ludo Dosogne

Het Festival van Avignon wordt op 27 juli afgesloten. Het off-festival loopt met zijn duizendtal voorstellingen nog tot 31 juli.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content