Jotie T’Hooft – Verzameld werk

Het definitieve Verzameld werk van Jotie T’Hooft wil een volledig overzicht geven van het oeuvre van deze legendarische Vlaamse dichter.

Jotie T’Hooft – Verzameld werk (bezorgd door Marie Lesy)

Uitgeverij: Meulenhoff/Manteau, Antwerpen en De Bezige Bij, Amsterdam

Aantal pagina’s: 976

Prijs: 49,95 euro

ISBN: 978-90-854-2181-8

Het definitieve Verzameld werk van Jotie T’Hooft wil een volledig overzicht geven van het oeuvre van deze legendarische Vlaamse dichter. Behalve de bij leven verschenen teksten wordt ook al het overgeleverde werk opgenomen.

Voor wie altijd al dacht dat Jotie T’Hooft de dichter is van twee en een halve bundel valt het moeilijk te geloven dat het door Marie Lesy bijeengebrachte Verzameld werk bijna 1000 bladzijden beslaat. En dan is een voor- of nawoord, waarin wordt ingezoomd op de dramatische levenswandel van Johan Gerard Adriaan T’Hooft, zoals Jotie voluit heette, niet eens inbegrepen.

Lesy stelt dat deze editie ‘geen intentie heeft het publiek te laten wroeten in het persoonlijke leven van de jonge auteur’, dat ze ‘breekt met de aloude nieuwsgierigheid van het publiek’ en ’terugkeert naar de bron, zonder pittige details of voyeurisme’.

Wie zich te goed wil doen aan het sensationele levensverhaal van de poëziejunk Jotie T’Hooft, kan in andere publicaties en op allerhande websites aan zijn trekken komen. Hier gaat het enkel en alleen om wat Jotie T’Hooft bij elkaar heeft geschreven, en nogmaals, dat is verbluffend veel.

Weinig daarvan is in de loop van zijn korte leven verschenen. Zijn debuutbundel Schreeuwlandschap dateert van 1975, kort daarna volgde Junkieverdriet. Onmiddellijk na zijn overlijden verschenen in december 1977 De laatste gedichten, twaalf afscheidsgedichten die hij schreef in de nacht van 3 op 4 oktober 1977, twee dagen voor zijn dood.

Hij liet ze achter op zijn werktafel met een briefje waarin hij aan zijn uitgever en schoonvader Julien Weverbergh de toestemming verleende ze te publiceren. De bundel Poezebeest was op dat moment zo goed als af en verscheen in het voorjaar van 1978.

Het nagelaten werk van de populaire dichter werd na zijn dood mondjesmaat op het publiek losgelaten. Lesy hekelt de onvolledigheid van werken als Verzamelde gedichten en Verzameld proza, waarbij de selectie geschiedde op basis van wazige criteria.

Ook het idee dat Jotie T’Hooft als taalkundig zwak werd bestempeld, waardoor zijn teksten al te onstuimig werden gecorrigeerd, verwerpt ze. In deze ultieme verzameling beperkt ze zich tot de correctie van tikfouten en de hoogstnoodzakelijk teksthygiëne om toch maar de oorspronkelijkheid van de teksten te vrijwaren. Alle aangebrachte wijzigingen worden trouwens netjes opgesomd.

Heel wat van het overgeleverde materiaal is onafgewerkt. Veel poëzie werd in kleine typoscriptbundels overgeleverd. Als basistekst kiest Lesy steeds voor één stadium in het productieproces. De eerste druk (bij leven) primeert, dan volgt de tijdschriftversie, vervolgens de typoscriptversie en onderaan de hiërarchie staat de handgeschreven manuscriptversie.

Alle teksten zijn chronologisch gerangschikt. Fictie en non-fictie, poëzie en proza staan door elkaar. Deze zo optimaal mogelijk geordende mengelmoes van poëzie, proza, brieven, artikels, interviews… maakt Marie Lesy’s huzarenstukje tot de definitieve Jotie T’Hooftomnibus. Het is alsof alles wat hij ooit schreef wordt herschreven, met de over zijn schouder meekijkende lezer als de directe en bevoorrechte getuige.

Passages uit het lijvige boekwerk hier nader toelichten is niet evident, maar bepaald indrukwekkend is het verhaal Het eenzaam leven van de mens waarin de T’Hooft vertelt hoe hij van een doodbrave schoolknaap veranderde in een rebelse tiener.

Fraai ook is het interview over Junkieverdriet dat in het toen nieuwe literaire tijdschrift Poëziekrant werd gepubliceerd nog voor de bundel was uitgegeven – wat het belang van T’Hoofts debuutbundel Schreeuwlandschap benadrukt.

Vragensteller van dienst, de dichter Daniël Billiet, opent het interview zoals een Duitser een oester. ‘Enerzijds ben ik het met het gros van de critici eens dat U enkele prachtige gedichten geschreven hebt, maar anderzijds wil ik daar lik op stuk aan toevoegen dat ik het ook eens ben met degenen die U een gepousseerd luxe-konsumptie-artikel vinden.’

Jotie T’Hooft
Geboren op 9 mei 1956.

Trouwde op 29 augustus 1974 met Ingrid, dochter van uitgever Julien Weverbergh, die hem een baantje als lector bij Manteau bezorgde.

Tijdens zijn leven verschenen twee dichtbundels: Schreeuwlandschap (1975) en Junkieverdriet (1976). Die laatste werd bekroond met de Reina Prinsen Geerligsprijs.

In de nacht van 5 op 6 oktober 1977 diende hij zich, in een kamer in Brugge, een overdosis cocaïne toe. Jotie T’Hooft werd begraven in zijn geboortestad Oudenaarde.

Philip Hoorne

Partner Content