Monoloog van iemand die het gewoon werd tegen zichzelf te praten

Marc Reynebeau zei ooit: “De geschiedenis is een hoer. Je kan ermee doen wat je wil.” In zijn recentste roman neemt Dimitri Verhulst die uitspraak wel erg letterlijk.

Marc Reynebeau zei ooit: “De geschiedenis is een hoer. Je kan ermee doen wat je wil.” In zijn recentste roman neemt Dimitri Verhulst die uitspraak wel erg letterlijk.

Bij monde van de hoer Seynabou Diop beschrijft hij de laatste uren van wielerfenomeen Frank Vandenbroucke naar eigen believen. De opzet van dit fictieve relaas doet enigszins denken aan De maagd Marino van Yves Petry.

De winnaar van de Libris Literatuurprijs 2011 kroop toen in de huid van de penisetende kannibaal van Rotenburg. Naar analogie schetst Verhulst een bekend verhaal vanuit een onbekeken hoek.

Het hoofdpersonage is immers de Senegalese prostitué met wie Vandenbroucke vlak voor zijn mysterieuze dood optrok. Ze schenkt Verhulst de mogelijkheid om door haar ogen verliefd te worden op de wielrenner.

Benamingen als ‘opstandig koningskind’ en ‘desperate wielerprins’ passen dan ook perfect in het gebruikte jargon. De naam van de renner zelf werd wel vervormd tot Jens De Gendt.

Verhulst wenst zich namelijk geenszins als biograaf op te werpen. In zijn spitsvondige stijl, doordrenkt van helaasheid, brengt hij een verhaal van alle tijden, gegoten in een zeer specifieke context. (AvV)

‘Monoloog van iemand die het gewoon werd tegen zichzelf te praten’ van Dimitri Verhulst wordt uitgegeven door Contact, telt 93 pagina’s en kost € 10.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content