Politiek irrelevant

Sinds de Open VLD de stekker uit de federale regering trok, telt de partij niet meer mee.

Het verkiezingsresultaat van de Open VLD was al om van te huilen, in de peilingen vergaat het de partij, met het nodige voorbehoud gezien de foutenmarges, nog slechter. Volgens de laatste peiling van De Standaard en de VRT staat Open VLD op 12,4 procent, een historisch dieptepunt. Ook het liberale stemmenpotentieel – de kiezers die het zich kunnen voorstellen voor de Open VLD te stemmen – ligt extreem laag.

Het enige lichtpuntje is de persoonlijke populariteit van partijvoorzitter Alexander De Croo. Maar wat koopt de partij daarvoor? De Croo junior doet het ook uitstekend bij de eigen kiezers, maar als de partij opnieuw wil groeien, moet ze ruimere aanhang verwerven dan de overgebleven harde kern van donkerblauwe liberalen.

In tegenstelling tot de MR, die er alles voor overheeft om in de federale regering te komen, staat de Open VLD niet te popelen. Een deugddoende oppositiekuur moet de partij er weer bovenop brengen. Het gevolg daarvan is wel dat het niet eenvoudig is om nog in beeld te komen. De politieke realiteit wordt gedomineerd door de aan de gang zijnde communautaire martelgang, en N-VA-voorzitter Bart De Wever bepaalt de toon van het debat. In die context is de Open VLD, die buiten de onderhandelingen staat, tot politieke irrelevantie veroordeeld.

Het rammelende dossier van de Oosterweelverbinding zou in principe gesneden koek moeten zijn voor een Vlaamse oppositiepartij zoals de Open VLD. Maar voorzitter De Croo werd in deze kwestie door de eigen Antwerpse schepenen bij de neus genomen. Geen man overboord, klonk het in de partij, maar pijnlijk is het wel. Op de recente fractiedagen is gebleken dat net het imago van onverbeterlijke ruziezoekers een van de redenen is waarom de kiezer de Open VLD links laat liggen.

Welke kant moet het uit? Sommigen in de partij, zoals ondervoorzitter Vincent Van Quickenborne, zouden heil zien in een radicaal Vlaamse koers – de N-VA achterna. Maar toen de liberalen de federale regering over Brussel-Halle-Vilvoorde deden struikelen, was het niet Alexander De Croo maar Bart De Wever die met de buit ging lopen. De Open VLD staat intussen en allicht voor vele jaren als een onbetrouwbare partner te boek.

Intern loopt het ook niet gesmeerd. De constructie met de ondervoorzitters wekt wrevel op in de partij. Patricia Ceysens en Vincent Van Quickenborne zouden zich te veel als onderkoningen gedragen. Er is bredere samenspraak nodig om de partijstrategie vast te leggen, beseft ook Alexander De Croo, en dus heeft hij het zogenaamde woensdagavondoverleg opnieuw ingevoerd. Daar kan in grotere groep worden nagedacht over prangende vragen zoals de slag om de centrumrechtse kiezer, voorlopig een walk-over voor de N-VA.

Maar het is niet meteen duidelijk hoe de Open VLD op korte termijn het tij kan keren. De financieel-economische crisis heeft het liberalisme, terecht of niet, een slechte naam gegeven. En zelfs indien Guy Verhofstadt van zijn Europese Olympus zou afdalen – wat hij overigens niet van plan is -, zijn er geen mirakels te verwachten. Zoals de zaken er nu voor staan, moet de Open VLD nieuwe verkiezingen dan ook vrezen als de pest.

Han Renard

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content