De prijs gaat dit jaar naar de Chinese dissident Liu Xiaobo.
China en achttien andere landen sturen vrijdag hun kat naar de uitreiking van de Nobelprijs voor de Vrede in Oslo. De prijs gaat dit jaar naar de Chinese dissident Liu Xiaobo.
Dat heeft het Noorse Nobelprijscomité dinsdag bekendgemaakt.
Toen de prijs in oktober aan Liu Xiaobo werd toegekend, voor zijn niet aflatende en geweldloze inspanningen voor mensenrechten in China, leidde dat tot furieuze reacties van de regering in Peking.
De 54-jarige Liu zit in China een celstraf van elf jaar uit wegens poging tot ondermijning van het staatsgezag. Hij werd veroordeeld omdat hij in een manifest (Charta 08) had opgeroepen tot een meerpartijensysteem en respect voor de mensenrechten in China.
Naast China boycotten nog achttien landen de uitreiking: Afghanistan, Colombia, Cuba, Egypte, de Filipijnen, Irak, Iran, Kazachstan, Marokko, Oekraïne, Pakistan, Rusland, Saudi-Arabië, Servië, Sudan, Tunesië, Venezuela en Vietnam. Mogelijk doen minstens enkele van die landen dat op vraag van Peking.
In een mededeling noemde het Chinese ministerie van Buitenlandse Zaken mensen die het opnemen voor Liu Xiaobo ‘clowns’.
Verbod
China verbiedt ook vrienden en familieleden van Liu om naar het buitenland te reizen, om te verhinderen dat zij in Oslo de prijs in ontvangst zouden gaan nemen.
Liu Xia, de vrouw van Liu Xiaobo, staat onder huisarrest sinds de Nobelprijs voor de Vrede aan haar man werd toegekend.
