Hubert van Humbeeck

Weg uit Irak

Na het vertrek van de Amerikanen begint de strijd om de macht in Irak pas echt.

Het leek vorige week, bij het vertrek van de laatste Amerikaanse gevechtseenheid uit Irak, bijna alsof de Verenigde Staten de oorlog hadden gewonnen. Dat is natuurlijk niet zo. Het is ook niet zo dat alle Amerikaanse soldaten nu uit Irak zijn vertrokken. Er blijven er tot eind volgend jaar nog meer dan 50.000 over. Die moeten Iraakse soldaten en politiemensen opleiden, maar ze zullen ook worden ingezet in operaties tegen terroristen. President Barack Obama sloot ook niet uit dat ze toch zullen vechten, als dat nodig is.

Dat doet er op zichzelf ook niet veel meer toe. George W. Bush verklaarde per slot van rekening zeven jaar geleden al van op het dek van een vliegdekschip dat de strijd om Irak gestreden was. Dat er nog zoveel soldaten achterblijven, wijst er op dat het land na al die tijd nog niet zover is dat het aan de Irakezen zelf kan worden toevertrouwd. Een dag voor de laatste Amerikaanse gevechtstroepen het land verlieten, kwamen 59 mensen om bij een aanslag op een rekruteringskantoor van het Iraakse leger.

Het geweld neemt de voorbije maanden opnieuw toe. In juli vielen bij aanslagen toch weer bijna 400 doden. Het leger is daarbij een dankbaar doelwit omdat elke dag rijen aanschuiven om dienst te nemen. Het is een van de weinige mogelijkheden voor jonge mannen in Irak om een baan te krijgen. Het is in Bagdad ook nog elke dag wachten op een beetje elektriciteit. Hoeveel geld er ook in het land is gepompt, aan een herstel van de primaire infrastructuur is nog nauwelijks begonnen.

Maar het meeste zorgen maken waarnemers zich nu over de politieke impasse in het land. Bijna zes maanden na de parlementsverkiezingen zitten gesprekken over de vorming van een regering helemaal in het slop. Het blok rond voormalig premier Iyad Allawi, waaraan ook soennieten deelnemen, haalde twee zetels meer dan de sjiitische alliantie van zittend premier Noeri al-Maliki.

Maar de ene wil niet plooien voor de andere. Allawi stapte vorige week op, nadat Maliki zei dat zijn rivaal een spreekbuis is van de soennitische minderheid. Allawi houdt vol dat hij alle groepen in het land vertegenwoordigt. Ook veel Amerikanen geloven dat hij de enige Iraakse politicus is die de soennitische milities in toom kan houden, die drie jaar geleden door generaal David Petraeus met veel dollars naar het kamp van de coalitie werden gelokt. Het nieuwe geweld kan ermee te maken hebben dat de sjiitische machthebbers in Bagdad de beloften niet nakomen die aan de milities werden gedaan.

De beslissing van Obama om zijn soldaten twee weken vroeger dan gepland uit Irak te laten vertrekken, is voor binnenlands politiek gebruik bedoeld. Begin november staan belangrijke tussentijdse parlementsverkiezingen op het programma. De president beloofde zijn achterban twee jaar geleden om snel een einde te maken aan de oorlog in Irak. Het is zijn oorlog niet. Hij wil zo weinig mogelijk met die catastrofe te maken hebben.

Maar ook de Iraakse politici voegen zich niet meer vanzelf naar de Amerikaanse wensen. Ze zijn hun eigen machtsstrijd begonnen. Ook zij zitten al in een volgende fase. Als het stof van het Amerikaanse vertrek helemaal is opgetrokken, zal blijken of het land met hen echt beter af is.

Hubert van Humbeeck

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content