De harpoenvissers van Ulcinj

Ik moest even aan jou denken, beste Peter HH, toen ik over het Montenegrijns havenstadje Ulcinj las. Pakweg tussen 1600 en 1900, toen de streek onder Ottomaans gezag viel, waren piraten de echte heersers hier. De gebroeders Karamindjoza zijn je waarschijnlijk niet onbekend. Ze voeren onder verschillende vlaggen om hun slachtoffers in verwarring te brengen. Ze hielden feesten op het strand wanneer ze van een succesvolle zeetocht terug keerden. Dat moeten pas feesten zijn geweest. Jammer dat we daar niet bij waren.

Annoo 2006 is Ulcinj een ietwat saaie stad. De stadsmuren zijn weliswaar gerestaureerd, betaald door het “Amerikaanse volk” via US AID, en de markt waar vroeger slaven werden verhandeld is nu een museum. Maar de straten, de stranden, de bars in de oude stad zijn uitgestorven. Alleen op de kade beweegt er wat. Daar maken ruige mannen in duikerspakken in camouflagekleuren zich klaar voor een tornooi harpoenvissen. Montenegro tegen Italie. Ibrahim Mila, voorzitter van de plaatselijke duikersclub Dolcineum, nodigt ons uit in zijn boot om de wedstrijd van op zee gade te slaan.

Samen met vier andere boten varen we vijf kilometer de zee in, tot aan een rotsformatie in een ondiepe zone. Het anker wordt uitgegooid, en 20 vissers met harpoen en snorkel tuimelen het water in. De jacht is begonnen.

Bij ons in de boot zitten de wedstrijdorganisator, een geneesheer en twee juryleden. Tien teams van telkens twee vissers nemen het de komen vier uur tegen elkaar op. “Elke vissoort staat voor een aantal punten naargelang de moeilijkheidsgraad om ze te vangen”, legt jurylid Miodrag Radonjic uit. “Voorts stijgt het aantal punten in verhouding met de hoeveelheid vis en het gewicht. Vissen leveren pas punten op vanaf een bepaald minimumgewicht. Vissen bij nacht en gebruik van luchtflessen, is bij wet verboden.”

Twintig harpoenen in een relatief kleine oppervlakte in zee, dat moet vroeg of laat tot ongelukken leiden. “Niks van”, zegt Miodrag. “Een harpoen schiet slechts 3 meter ver. Het water is helder genoeg en de vissers ervaren genoeg om elkaar niet te raken.”

Vier uur lang dobberen we in een sloep in open zee, terwijl de vissers een heel eind verder de dikste vissen proberen te verschalken. De tijd gaat traag, en er is weinig spannends te beleven op die luttele vierkante meters van de boot. Behalve de bikini van Jenny dan.

De zon brandt. De politie in een gummi patrouilleboot levert enkele kartonnen dozen af. Warme worstenbroden en pinten. Besteld door de booteigenaar. De dokter aan boord is zeeziek en wordt door dezelfde politieboot afgevoerd. De politie, uw knecht.

Ondankt de verveling geraakt het bier niet eens op. Er is geen WC aan boord, en even gezellig over de rand pissen, zou niet fair zijn tegenover de dames in het gezelschap.

De misthoorn blaast de wedstrijd af. Elk duikersteam brengt zijn buit aan boord van de juryboot, waar de vissen worden gelabeld. Al bij al een magere vangst. “Er stond een te sterke stroming”, klaagt visser Ilko, die enkel een murene heeft geschoten. Een mooie, geel gevlekte palingachtige. “Gevaarlijke vis, met tanden die een vinger kunnen afbijten”, zegt Miodrag, “maar de gemakkelijkste soort om te vangen. Weinig punten dus.”

De winnaar wordt pas de volgende dag bekend, na een tweede jachtpartij. Eerste prijs 3000 euro.

De bootjes tuffen terug naar het piratenstrand. De vissers zijn moe, en ik moet naar de tandarts. Geen feest vanavond.

(Meer foto’s van de harpoenvissers in de Beeldreportage Montenegro)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content