Follow the actor

7 juni 2010 wordt hopelijk een mijlpaal in de carrière van minister van Cultuur Joke Schauvliege.

7 juni 2010 wordt hopelijk een mijlpaal in de carrière van minister van Cultuur Joke Schauvliege (CD&V). Dan licht ze haar beleid verder toe, steunend op de ‘doorbraakadviezen’ van haar Cultuurforum. De boodschap: Follow the actor. Die titel is geen onaardige belofte.

Het forum bestaat uit zeven ateliers – denktanks dus – die zich elk sinds januari 2010 over een van de zeven doelstellingen uit Schauvlieges beleidsnota bogen. Daarin stelt de minister dat cultuur ‘een oase aan rust, ontspanning en uitdaging’ moet bieden in onzekere tijden. ‘Die oase moet dag na dag, jaar na jaar onderhouden worden.’ Dat onderhoud wil Schauvliege verzekeren door een duurzaam beleid te voeren waarin participatie en diversiteit als vernieuwingsmotoren fungeren en digitalisering bevorderd wordt. Voorts focust zij op competentieverwerving en -waardering en op culturele economie. Ze wil ook het internationaal cultuurbeleid versterken en de term ecocultuur initiëren. Zo hoopt ze cultuur ’tot een geschenk aan de toekomst’ te maken.

Conform het Pact 2020 van Vlaanderen In Actie wil ze dat ‘geschenk’ in 2020 gerealiseerd zien. Daarom vroeg ze elk atelier om de dringendste doorbraken binnen een cultuurbeleid te formuleren in een visietekst. De algemene tendens lijkt de aanbeveling om de actoren uit het veld te raadplegen.
De visietekst van het atelier internationaal cultuurbeleid, onder voorzitterschap van Paul Dujardin (artistiek directeur van BOZAR) adviseert om die actoren – als ‘kenners die kwaliteitsvolle kunst kunnen detecteren’ – te volgen. De tekst is een heus beleidsinstrument, inclusief matrix waarin de beleidspunten met de doorbraakadviezen verbonden worden. Het atelier verdedigt een ‘duurzaam globaal cultuurbeleid’ met oog ‘voor haar ecologische voetprint, haar sociaal-maatschappelijk draagvlak en kennisuitwisseling en -accumulatie. Vlaanderen moet uitgroeien tot een mondiaal kennisknooppunt en broedplaats op cultureel en artistiek vlak.’ Laat deze droom geen bedrog zijn.

Ook de tekst van het atelier cultuurmanagement en culturele economie, voorgezeten door Annick Schramme (opleidingscoördinator cultuurmanagement aan de Universiteit Antwerpen), bezit beleidspotentieel. Dit atelier beschouwt de culturele sector als een van de weinige sectoren met economisch groeipotentieel. De minister moet daarom het ondernemerschap in die sector stimuleren en een winstvriendelijker klimaat scheppen. ‘Het huidige subsidiebeleid is té veel een deficitbeleid. Indien organisaties erin slagen om middelen uit de markt te halen, moet het toegestaan zijn om reserves op te bouwen.’

De visietekst over ecocultuur, toch dé term die Schauvliege lanceerde, blijft steken in een vage formulering van de voorbeeldfunctie van de cultuursector.

Op 7 juni 2010 presenteren de ateliers hun denkwerk in de Gentse Vooruit. De minister sluit de publieke studiedag af. Eindelijk. De ateliers verrichtten het denkwerk. Het is nu aan Schauvliege om de adviezen in een cultuurbeleid om te zetten dat met kennis van zaken niet alleen onderhoudt maar vooral innovatief stuurt. Dit kan haar eerste moment de gloire als minister van Cultuur worden.

Els Van Steenberghe

WWW.CULTUURFORUM.BE (KLIK OP ‘ATELIERS’)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content