Het Britse olieconcern BP heeft een trechter geïnstalleerd op de doorgezaagde leiding waaruit olie in de Golf van Mexico lekt. Of die operatie een succes is, zal pas over 12 tot 24 uur duidelijk zijn.
BP was er donderdag in geslaagd om de lekkende pijpleiding op een diepte van circa 1.500 meter in tweeën te zagen.
Met behulp van onderzeese robots plaatste de groep nu een trechter op de doorgezaagde leiding, bedoeld om de olie tot in een schip aan de oppervlakte te kunnen pompen.
Omdat ondertussen olie in zee blijft stromen, konden de ingenieurs niet zien of de trechter helemaal goed geplaatst was. De BP-topman Tony Hayward zal “over 12 tot 24 uur” geweten zijn of de operatie een succes is, eraan toevoegend dat er “nog altijd een risico was”.
Volgens de Amerikaanse kustwacht zullen de twee noodputten die definitief een einde moeten maken aan het olielek, half augustus operationeel zijn.
Rekening
De Amerikaanse regering liet donderdag weten dat het een eerste rekening van 69 miljoen dollar (56,6 miljoen euro) naar BP stuurt. Het gaat om een rekening voor uitgaven die tot nu toe gedaan moesten worden in verband met het olielek.
De olieramp in de Golf van Mexico is de grootste in de Amerikaanse geschiedenis. De gigantische olievlek nadert nu ook de stranden van Florida.
