Thomas Mann – De dood in Venetië

Behalve een verhaal waarin de dreiging van de cholera in het broeierige en kwalijk riekende Venetië op een adembenemende manier wordt opgeroepen, is De dood in Venetië een novelle waarin voortdurend wordt gemediteerd over de manier waarop kunstenaarschap, vorm en discipline door roes en hartstocht worden bevrucht én ondermijnd.

Thomas Mann – De dood in Venetië
Vertaald door Pé Hawinkels en Hans Tom
Uitgeverij: De Arbeiderspers, Amsterdam/Antwerpen
Aantal pagina’s: 307
ISBN: 978-90-295-6763-3

Omdat de stad hem ziek maakt, besluit de schrijver Gustav von Aschenbach uit Venetië af te reizen. Omdat hij daar meteen spijt van heeft, is hij maar al te blij als het toeval hem de gelegenheid biedt op zijn beslissing terug te komen.

Omdat zijn koffer op drift is geraakt, heeft hij een excuus om zich weer te installeren in het hotel dat hij nog maar pas verlaten heeft. Daarmee tekent von Aschenbach, het hoofdpersonage uit Thomas Manns (1875-1955) novelle De dood in Venetië (1911), zijn doodvonnis.

Schrijver en stad hebben elk een geheim. Venetië is getroffen door een plaag die de autoriteiten proberen te verheimelijken, wat op de duur niet lukt. De lagunestad is door de cholera getroffen. Omdat Duitse kranten daarover het eerst hebben bericht, waren de Duitse toeristen de eersten om hun vakantie in Venetië af te breken.

Gustav von Aschenbach, kunstenaar, eenzaat en man van in de vijftig, vertoeft voort-aan in een wereld van onverstaanbare talen en klanken, want de Polen, de Russen en de vakantiegangers uit de Balkan zijn wel gebleven en trekken elke dag naar het strand.

Maar ook Gustav von Aschenbach heeft een geheim. Hij is gefascineerd door de schoonheid van Tadzio, een engelachtige Poolse jongen, voor wie de schrijver een grote hartstocht opvat. Veel meer dan door de geruchten over de cholera, wordt von Aschenbach gekweld door de zorg dat Tadzio op een dag uit Venetië zal afreizen: ‘Het drong niet zonder ontzetting tot hem door dat hij niet meer zou weten hoe hij moest leven wanneer dit gebeurde.’

Behalve een verhaal waarin de dreiging van de cholera in het broeierige en kwalijk riekende Venetië op een adembenemende manier wordt opgeroepen, is De dood in Venetië een novelle waarin voortdurend wordt gemediteerd over de manier waarop kunstenaarschap, vorm en discipline door roes en hartstocht worden bevrucht én ondermijnd: ‘Wie ontraadselt wezen en karakter van het kunstenaarschap! Wie begrijpt de innige en instinctmatige versmelting, tucht en teugelloosheid waarop het berust!’

Piet de Moor

Partner Content