‘Ach Barnard, jij onaangepast anachronisme’

In deze achttiende aflevering van zijn dagboekgedachten laat Benno Barnard zich drijven op de wisselende stemmingen van elke dag.

Maandag (wrevelig)

Johan Leman schrijft op zijn website dat ik de democratie ondermijn, aangezien ik in een kortgeding 25.000 euro eis als iemand een lezing van mij verstoort. Ik, zondaar! De werkelijkheid is dat dit kortgeding door de stad Antwerpen is aangespannen, geheel buiten mijn medeweten, en dat ik er door de krant van op de hoogte ben gesteld. Vadertje Leman liegt. Maar ik zal het hem vergeven. Die naïeve ziel zou in Auschwitz nog geen SS’er kunnen aanwijzen.

Dinsdag (kwaad)

O, dat nobele humanisme van essayisten en filosofen die altijd de keerzijde zien, en vervolgens de keerzijde van de keerzijde; die nooit eens ‘Nee!’ kunnen roepen… Met hun vuist op tafel slaan (zoals aanbevolen door Aristoteles) komt niet in hen op – ze zijn niet eens in staat hun verdorde vogelklauwtje te ballen. Als het er echt op aankomt, zijn het Byzantijnse priesters die de mis celebreren in een kathedraal van luciferhoutjes. Mijn tafel bestaat nu juist omdat ik er een klap op geef.

Woensdag (vermoeid)

Ben ik structureel overtuigd van mijn gelijk, zoals mijn vijanden beweren? Maar ik brand kaarsen voor het altaar van mijn Ongelijk!

Donderdag (moedeloos)

Amnesty International is tegen een boerkaverbod. Ik knipper met mijn ogen, maar dat verandert geen woord in de krant. Ooit had deze in se nobele organisatie de gewoonte onschuldigen uit hun gevangenis te halen. Ik ben langzamerhand te moe van de feiten om nog te schrikken. Amnesty draait zo te zien op een tweetaktmotor van zelfhaat en rancune. Zeer betrokken en volkomen wereldvreemd, een bende idiots savants, met een lichte nadruk op het nomen. Ik heb de bank laten weten mijn betalingsopdracht stop te zetten. Nu ik de ziekte heb gediagnosticeerd, keer ik de patiënt de rug toe.

Vrijdag (geamuseerd)

Gisteravond verscheen een conservatieve meneer – gekleed in tweed met een verstild visgraatmotief – op de noordelijke televisie. Hij gaf blijk van retorische souplesse en een sardonisch soort humor, wat kenmerken van de betere conservatief zijn, genre Theodore Dalrymple; maar bovenal drukte hij zich op gespeeld achteloze wijze in een bloemrijk en toch scherp Nederlands uit, dat de overige studiogasten, gewend aan Nieuwspraak ter formulering van hun aangeboren nietszeggendheid, met verstomming sloeg. Op slag donderde het semantische skelet van de politieke correctheid in elkaar.

Nog steeds vrijdag (alweer geïrriteerd)

Op de lopende band aan de kassa van Delhaize markeert iedereen het territorium van zijn boodschappen met een bordje waarop VOLGENDE KLANT staat. Ziedaar de verkavelingsdrift van de Vlaming tot het absurde gevoerd. Maar waarom wind ik me toch over alles op? Du calme..! Dan volgen de luxe en de volupté vanzelf.

Zaterdag (tussen verbijsterd en woedend in)

Een Vlaamse regen experimenteert met de grondsoort bij Lokeren, waar Christopher een voetbaltoernooi heeft. Als hij en zijn ploeggenoten de laatste poulewedstrijd winnen, mogen ze de finale spelen. Achter hun doel staat de concurrentie uit Antwerpen, die gebaat is bij een gelijkspel of een overwinning van de tegenstander. Een elftal in het blauw gehulde twaalfjarigen moedigt de opponenten aan, maar fluit en maakt onwelvoeglijke geluiden zodra Christophers ploeg de bal beroert. Ik stap naar ze toe, probeer ze uit te leggen wat sportiviteit betekent en zeg dat hun trainer het ongetwijfeld met mij eens is. Ach, Barnard, jij onaangepast anachronisme! De trainer zegt: ‘Ze moeten van mij boe roepen.’

Zaterdagavond (grimmig tevreden)

Perceval keert met de graal huiswaarts, een waarlijk monstrueuze beker, die een week lang onze schouw mag ontsieren.

Zondag (verveeld)

De poëzie van Dirk van Bastelaere: een sleutel waarvan het huis is weggegooid.

Maandag (ernstig)

Judaïsme, christendom. Geen sterveling schijnt me op dit punt te begrijpen, wat mede de schuld is van de evangelicals, voor wie de antieke literaire teksten van de Bijbel dringend verborgen zouden moeten worden – onontwikkelde lieden die gespitst zijn op de vervulling van de bijbelse profetieën als een gotisch raam op het licht daarboven. En dan is er dat vermoeiende neodarwinisme. De evangelieschrijvers vertellen de waarheid in de vorm van een menselijk drama; Richard Dawkins vertelt de waarheid in de vorm van een onmenselijk drama.

Dinsdag (zwaar op de hand)

De opwarming van de aarde is de geseculariseerde vorm van de apocalyps; de

multiculturele samenleving die van het Nieuwe Jeruzalem. We zullen geweten hebben dat in 1968 het christendom werd afgeschaft.

Woensdag (opgewekt)

N.N. kan niet schrijven en niet denken – en kijk de causaliteit eens tussen die twee feiten heen en weer pendelen!

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content