De integrale toespraak van Ingrid Lieten (14/12/2010)

Beste vrienden, collega’s

De VRT heeft een intens en ook wel bewogen jaar achter de rug. Een nieuwe Raad van Bestuur en een nieuwe gedelegeerd bestuurder zijn aangesteld en er werd een nieuw financieel kader uitgetekend. We staan nu op het punt vooruit te blikken en te bepalen hoe de VRT een strategie voor de toekomst moet uitstippelen en hoe ze deze strategie de komende vijf jaar kan realiseren.

Dit is een debat dat ik met velen wil voeren. Met de VRT zelf uiteraard, maar ook met het Vlaams Parlement, de sociale partners, mediaexperts, de creatieve sector en met u, als kijker, luisteraar of surfer.

Om dit debat te openen, kom ik vandaag met een visietekst. Het is mijn persoonlijke visie over de richting die onze publieke omroep moet uitgaan. Ik druk er mijn wens mee uit – en voeg de daad bij het woord – dit debat in alle openheid en vanuit een constructieve houding te voeren. De reflecties die ik meegeef in mijn visienota zijn dan ook vatbaar voor kritiek – voor wederwoord. Bovenal vind ik het van belang dat het debat plaats vindt. De aanwezigheid van een sterke publieke omroep is voor mij immers essentieel in een democratie.

Een publieke omroep hoeft zich niet te beperken tot thema’s of publieksgroepen die aantrekkelijk zijn voor adverteerders. De VRT kan het zich als publieke omroep permitteren om niet de logica van de adverteerders of van privé-aandeelhouders te volgen. Kijkercijferfetisjisme – ik bedoel daarmee de logica om uitsluitend programma’s uit te zenden of te produceren die hoge kijkcijfers halen – is geen prioriteit voor een publieke omroep. Die moet streven naar een evenwicht tussen haar verschillende doelstellingen. Een goed werkende democratie impliceert dat burgers behoorlijk geïnformeerd zijn over wat er allemaal speelt in hun omgeving en in de rest van de wereld. Pas dan kunnen ze een genuanceerd oordeel vellen over maatschappelijke, culturele, economische en politieke evoluties. Dat is belangrijk omdat een democratie altijd streeft naar een genuanceerd evenwicht tussen de verlangens van de meerderheid en de noden van minderheden. Een democratie is geen systeem dat mensen uitsluit, maar garanties biedt opdat iedereen zich ten volle kan ontwikkelen. Iedereen telt. Met een wat ingewikkeld begrip wordt dit inclusie genoemd. Ik vermeld het hier speciaal in de aanloop naar de verduidelijking die ik wil geven over de nieuwe beheersovereenkomst met de publieke omroep, omdat het begrip vaak opduikt in mijn visienota. Een inclusieve samenleving verwelkomt verscheidenheid of diversiteit, respecteert verschillen, is er trots op dat alle mensen zich betrokken voelen bij én kunnen deelnemen aan de samenleving. Ze stimuleert duurzame en vriendschappelijke relaties tussen mensen onderling. Het publieke belang van de VRT bestaat er in bij te dragen aan een democratische, pluralistische en dus inclusieve samenleving waar verschillende meningen aan bod komen, aan een warm en verdraagzaam Vlaanderen.

De ondersteuning van dat gemeenschapsgevoel is een van de taken van de publieke omroep. Die opdracht wordt ook met zoveel woorden vermeld in het Vlaamse regeerakkoord dat stelt dat een sterke Vlaamse openbare omroep “bijdraagt aan een democratische en verdraagzame samenleving”. Publieke omroepen zijn identiteitsbepalend, versterken het maatschappelijke weefsel, hebben een educatieve en emancipatorische functie en bieden ontspanning aan een ruime waaier aan publieksgroepen. Als het goed is, vindt iedere burger wel zijn of haar gading bij de openbare omroep.

In wat volgt wil ik schetsen hoe volgens mij de openbare omroep ook in de toekomst die doelstelling kan waarmaken.

Geen krimpscenario

Het spreekt voor zich dat er in het medialandschap naast de publieke omroep behoorlijk wat ruimte is voor private zenders. In dit ruimere medialandschap heeft de publieke omroep een belangrijke en soms bepalende rol te vervullen. Zowel als partner van andere mediahuizen, bedrijven en culturele instellingen als als uitdager in een snel evoluerend medialandschap.

De publieke omroep is niet ontsnapt aan de noodzaak tot besparingen, besparingen die de hele samenleving treffen. Ik wil hierover echter duidelijk zijn. Ik wens géén krimpscenario voor de openbare omroep. De publieke omroep mag niet gereduceerd worden tot een zender die louter marktaanvullend werkt. De publieke omroep moet de standaard blijven inzake kwaliteit, creativiteit, diversiteit, inclusiviteit en innovatie, in een dynamische relatie met de andere spelers in het veld.

Om die reden wil ik in de komende jaren minstens ook gaan voor een continuïteit in de financiering. Voor de VRT pleit ik ook voor de toekomst voor een gemengd model. Dat garandeert enerzijds de onafhankelijkheid van de openbare omroep, maar responsabiliseert haar ook meteen. Ik vraag wel van de VRT-leiding dat ze een rationele analyse maakt van het kosten- en inkomstenplaatje.

De VRT vult autonoom haar inhoudelijk project in, weliswaar binnen het kader dat de overheid uitstippelt. Er zullen keuzes moeten gemaakt worden en prioriteiten worden gesteld. De visienota die ik aan alle betrokkenen voorleg, wil daarin richtinggevend zijn.

De positie van de publieke omroep in het heftig concurrerende mediaveld is gelukkig heel stevig. De kijkers, luisteraars en surfers hebben een grote waardering voor de publieke omroep en vinden dat de VRT de lat hoog moet leggen. Met andere woorden, de kijker verlangt kwaliteit. En dat levert de VRT ook, zelfs aan een veel lagere maatschappelijke kost dan de publieke omroepen in de ons omliggende landen. In Vlaanderen betaalt iedere belastingbetaler jaarlijks 48 euro voor de VRT. In heel wat andere landen in de Europese Unie dragen inwoners een gemiddelde van bijna 69 euro per jaar bij aan hun publieke omroep.

De komst van de commerciële zenders heeft aanvankelijk voor wat onzekerheid gezorgd, maar vandaag is het duidelijk dat de publieke omroep zich niet enkel heeft weten recht te houden, maar een onlosmakelijk onderdeel is gebleven van de publieke ruimte. Het is geen toeval dat ik verwijs naar het publieke domein. De publieke omroep is van iedereen, zoals straten en pleinen van iedereen zijn, zoals het strand aan onze kust van iedereen is. Omdat de gebruikers van het publieke domein zo divers zijn, is er steeds nood aan evenwichten. Het publieke domein is er nooit voor één specifieke groep. Dat is niet anders voor een publieke omroep, waar er steeds naar een balans wordt gezocht: tussen de noden en verlangens van de kijker, luisteraar of surfer – en die veranderen met de tijd – en het publieke belang dat de omroep dient. Dan heb ik het ondermeer over haar educatieve en emancipatorische opdracht, over aandacht voor cultuur, kunst en kwaliteitsfictie of aandacht voor minderheden. Dat algemene belang zou in een totaal vermarkt medialandschap onvoldoende of zelfs niet gediend worden.

Als de VRT er voor iedereen is dan is ze er ook voor mensen die geen digitaal abonnement hebben. De zogenaamde Plus-programma’s bereiken nu een groot deel van de kijkers in Vlaanderen niet. Ik vraag me dan ook af of de pluskanalen nog een plaats moeten hebben in de toekomstige multimediale strategie van de VRT.

Meer ruimte voor onderzoeksjournalistiek en buitenlandberichtgeving

De publieke omroep doet het in Vlaanderen heel goed. In het buitenland benijdt men ons omwille van onze degelijke openbare omroep. Dat betekent echter niet dat er geen belangrijke aandachtspunten zijn. De aandacht voor onderzoeksjournalistiek bijvoorbeeld is nagenoeg weggedeemsterd. Terwijl onderzoeksjournalistiek toch overduidelijk het algemene belang dient in een democratie. Ik wil dus dat onderzoeksjournalistiek een belangrijk onderwerp wordt in de nieuwe beheersovereenkomst. Een gebrek aan middelen kan niet altijd ingeroepen worden om te verklaren waarom diepgravende journalistiek of slow journalism maar weinig in het aanbod voorkomt. De VRT beschikt bovendien over de grootste redactie van het land en heeft daarom ook een grote verantwoordelijkheid.

Ik pleit er ook voor dat de buitenlandverslaggeving structureel de nodige aandacht krijgt en zich niet mag beperken tot onderwerpen waar toevallig beelden over binnen lopen. Voor de Vlaamse openbare omroep is de aandacht voor wat er leeft in de andere taalgemeenschappen van ons land evenzeer van tel. Een degelijke berichtgeving stopt niet bij de grenzen van de gemeenschap. De VRT heeft bovendien een sterke traditie in de productie van documentaires, zowel op televisie als op de radio. Die traditie moet opnieuw in ere worden hersteld.

De publieke omroep moet in haar informatieopdracht het volle vertrouwen van de bevolking genieten en daarom is onafhankelijkheid onontbeerlijk. Onafhankelijkheid is echter geen vrijbrief. Ik verlang dan ook dat de nieuwsdienst structureel een intern proces van zelfreflectie voert met oog op een continue kwaliteitsverbetering. Het is daarbij evident dat de VRT-redactie de nieuwe Code van de Raad voor Journalistiek hoog in het vaandel draagt.

Een gebrek aan diversiteit

Er kan op de VRT niet alleen meer gebeuren rond diepgravende journalistiek, er is ook nood aan meer diversiteit en pluriformiteit. Etnisch culturele minderheden – zeg maar ‘nieuwe Vlamingen’ – senioren en medioren, jongeren – vooral tieners – mensen met een handicap, mensen in armoede en een rist andere doelgroepen komen relatief weinig aan bod, worden vaak geportretteerd op een manier die enkel de vooroordelen bevestigt en voedt, of vinden zelden programma’s waarin ze zich herkennen. Ik heb daarom al aangekondigd dat er duidelijke streefcijfers moeten komen, meetbare engagementen met betrekking tot een inclusieve programmering die het pluralisme in onze samenleving weerspiegelt. Als de publieke omroep van iedereen is, moet iedereen zich er in min of meerdere mate in kunnen terugvinden.

Uit onderzoek aangaande publieke televisie en identificatie bij Vlaamse burgers met een Marokkaanse en Turkse achtergrond blijkt echter dat de VRT – en ik citeer uit de studie van de KULeuven – “niet alleen geen sociale cohesie creëert, maar de maatschappelijke dialoog verstoort door een deel van het publiek te dwingen zich te verdedigen tegen clichés.” Dat is een ernstige kritiek waarvan ik verwacht dat ze ook ernstig én structureel aangepakt wordt. Ik kan het niet tolereren dat er belangrijke bevolkingsgroepen zijn die de indruk hebben dat ze zich moeten beschermen tegen het beeld dat een publieke omroep van hen ophangt. De VRT moet werk maken van het wegwerken van clichés.

Ik ben echter geen voorstander van speciale programma’s voor minderheden. Net zoals cultuur op televisie niet in reservaten moet ondergebracht worden, maar doorheen de hele programmatie aanwezig moet zijn, moeten ook minderheden zich kunnen vinden in het brede aanbod van de publieke omroep. De omroep is er voor iedereen.

De omroep bepaalt mee, zoals het in het regeerakkoord staat, de Vlaamse identiteit. Maar de Vlaamse identiteit is geen monolithische identiteit. Ze is, zoals elke identiteit, samengesteld uit heel diverse, soms zelfs tegengestelde componenten. Al die componenten, die deel uitmaken van die Vlaamse identiteit, moeten aan bod komen. De VRT moet het beter doen als het er op aan komt om iedereen zich betrokken te laten voelen bij de publieke omroep. Daarom moet het diversiteitsbeleid van de VRT de komende jaren verankerd worden in streefcijfers. Dat diversiteitsbeleid wil ik ook sterker voelen in het personeelsbeleid van de VRT.

Ik begrijp dat het voor de publieke omroep niet eenvoudig is om alle gevoeligheden te kennen en erop in te spelen. Daarom wens ik dat de openbare omroep een echte stakeholderstrategie ontwikkelt. Iedere Vlaming is ‘aandeelhouder’ van de publieke omroep. Met aandeelhouders moet je voortdurend in dialoog blijven, via een ombudsdienst of zoals dat bij de BBC bijvoorbeeld gebeurt via publieksraden. De VRT moet in haar schoot structureel een dialoog organiseren met haar stakeholders, ook met het middenveld, met ngo’s, met de jeugd- of de natuurverenigingen. Iedereen mag iets te zeggen hebben over de publieke omroep. Er moet op de VRT een omgeving worden gecreëerd waar er ook geluisterd wordt.

Vlaamse inhoud

De Vlaamse openbare omroep moet uiteraard Vlaamse content brengen, Vlaamse fictie, documentaire, animatie en ontspanning. Dat geldt zowel voor televisieuitzendingen als voor muziek op de radio of producties op Ketnet. Zoals ik al zei, is ook de VRT niet ontsnapt aan de bezuinigingoperatie die alle geledingen van de maatschappij treft. De productiesector vreest echter dat bezuinigingen een rem zullen zetten op de productie van Vlaamse televisie. Hun bezorgdheid is terecht. Ik heb daarom het initiatief genomen om extra middelen vrij te maken via het Mediafonds om kwaliteitsvolle Vlaamse producties te helpen financieren. In het eerste jaar gaat het om 6,5 miljoen euro. Maar de lat moet hoog liggen. Samen met de productiehuizen moet worden nagegaan hoe met verschillende partners innovatieve programma’s kunnen gemaakt worden. Bewezen succesformules blijven herhalen, zorgt op termijn immers voor bloedarmoede. In het kader van de beheersovereenkomst wil ik hierover het debat voeren en kwantitatieve en kwalitatieve performantiemaatstaven opnemen.

De vergeten jongeren van de VRT

Ik wil het vandaag in het bijzonder ook hebben over jongeren. De publieke omroep beschikt over een sterke kinder- en jeugdzender, Ketnet. Kinderen en jongeren zijn voor de publieke omroep geen kleine doelgroep. De publieke omroep heeft een belangrijke opdracht naar deze publieksgroep. Kinderen en jongeren zijn immers de aankomende generaties die we mee moeten opnemen in het maatschappelijke debat, die een breed en pluralistisch beeld moeten krijgen op de samenleving waarin ze straks een belangrijke rol zullen vervullen. Nochtans zien kinderen dat hun programma’s soms moeten wijken voor live sportuitzendingen. Of dat de programma’s ophouden omdat het ‘grotemensentijd’ is geworden. Vanaf 20 uur wijken de tieners massaal uit naar private themakanalen waar ze een aanbod vinden dat nauwer aansluit bij hun leefwereld waarin muziek, film en gaming erg belangrijk zijn. Voor tieners is er op de VRT zo goed als niets te beleven. Behalve op de radio waar ondermeer StuBru en in toenemende mate MNM aantonen dat ze een belangrijk doelpubliek kunnen enthousiasmeren. Welnu, in het debat over de nieuwe beheersovereenkomst wil ik de ontkoppeling van Ketnet en Canvas bespreekbaar maken, zodat de VRT in staat is een kwaliteitsvol kinder- en jongerenaanbod uit te bouwen. Wat de VRT met Ketnet voor kinderen heeft gedaan, moet de VRT ook doen voor jongeren. Het internet vervult hier een toenemende complementaire rol. Uiteraard moet het kostenplaatje goed bestudeerd worden en moet nagegaan worden of een ontkoppeling ook andere doelgroepen kan bereiken, zoals de senioren.

Een veranderend medialandschap

Er moet behoorlijk wat aandacht gaan naar het sterk evoluerende medialandschap dat, onder invloed van nieuwe technologieën en de steile opmars van de nieuwe media, de publieke omroep voor belangrijke uitdagingen stelt. Tot voor kort was het mediagebruik van de gemiddelde kijker of luisteraar passief. Er was uitsluitend sprake van een eenrichtingsverkeer tussen ‘zender’ en ‘ontvanger’. Kijkers en luisteraars waren ‘machteloze’ ontvangers, de omroep was de ‘machtige’ zender. Die tijd is lang voorbij. Mediaconsumenten worden vaker ook producenten. Ze maken filmpjes, of bewerken die op hun iPad of hun laptop om ze daarna te uploaden naar het Net. We zien vandaag al dat er interacties mogelijk zijn tussen producent en consument, dat consumenten inhoud kunnen toevoegen, de mogelijkheid hebben om snel en van op afstand te participeren aan uitzendingen. Sommige nieuwsfeiten komen sneller tot ons via de filmfunctie van een gsm, dan via de professionele kanalen voor nieuwsgaring. De nieuwe technologie maakt het ook mogelijk om naar programma’s te kijken op aanvraag, wat een druk zet op het lineaire karakter van de traditionele uitzendingen.

We moeten de impact van deze evoluties niet overschatten – het merendeel van de Vlamingen blijft nog traditioneel omgaan met media – maar de trend is ingezet én onomkeerbaar.

Heel wat mediagebruikers zijn ook actief op sociale netwerksites. Volgens mij moeten ze ook daar de publieke omroep ontmoeten en er mee in interactie kunnen gaan.

De VRT moet zich op alle mediaplatformen begeven

De publieke omroep wordt vaak onder vuur genomen omdat ze marktverstorend zou werken. Dat is opnieuw het geval, nu alle mediabedrijven zich een deel van de internetkoek en de taart van de mobiele media willen toe-eigenen.

Men kan echter niet pleiten voor een kwalitatief hoogstaande en eigentijdse publieke omroep, maar tegelijk vinden dat ze zich moet beperken tot de traditionele mediatoepassingen en elke technologische media-innovatie naast zich neer moet leggen. Ik zal het scherp stellen: Als de VRT zich niet mag bezig houden met de nieuwe media, dan zijn we begonnen met stervensbegeleiding. Als ik merk hoe kinderen vandaag al omspringen met de verschillende mediatoepassingen en eigenlijk geen onderscheid meer maken tussen televisie, computer, laptop, iPad of spelconsole, dan is het al te gek om de openbare omroep af te zonderen op een eiland van technologisch traditionalisme. Dat betekent geenszins dat ik geen oor heb voor de zorgen van de privé-sector. We zullen duidelijker moeten bepalen wat tot het takenpakket van de publieke omroep behoort, waar de grenzen precies liggen, welke activiteiten de private sector schade kunnen berokkenen en hoe de VRT haar online-activiteiten het best kan organiseren. Maar dat een eigentijdse publieke omroep zich op alle mediaplatformen moet kunnen bewegen, staat, wat mij betreft, niet ter discussie.

Zoals ze het algemene belang te dienen heeft inzake inhoud, heeft ze dat ook te doen inzake de democratische ontwikkelingen van nieuwe mediatechnologieën.

Het snel wijzigende medialandschap is voor heel wat mensen ingewikkeld en soms zelfs bedreigend. Een publieke omroep heeft de opdracht om zich als vertrouwenswekkende en veilige gids te profileren in zulk ’n nieuwe omgeving. De publieke omroep kan bijdragen tot de ontwikkeling van mediawijsheid bij de bevolking. Dan heb ik het niet zozeer over technische vaardigheden maar ook, en zelfs in het bijzonder, over vaardigheden die noodzakelijk zijn om kritisch met media te kunnen omgaan. Kinderen, jongeren en senioren zijn daarbij de prioritaire doelgroepen. Het onderwijs draagt daartoe al haar steentje bij. Via smartboards, de computer op school of Smartschool thuis worden jongeren geconfronteerd met de noodzaak om vlot met nieuwe media te kunnen werken. De VRT kan hierin een partner zijn van het onderwijs. Ze kan ook een uitdager worden voor andere mediabedrijven en sectoren. Als het gaat over mediawijsheid heeft de VRT een belangrijke rol te vervullen.

Naar meer samenwerking

Zoals ik van mening ben dat de publieke omroep een partner kan zijn van het onderwijs kan ze dat ook zijn, zoals ik in mijn visienota verduidelijk, van de culturele sector en de sportwereld. De VRT is er de afgelopen jaren al goed in geslaagd aan cultuurverbreding en -verdieping te doen. Nochtans denk ik dat het rijke Vlaamse cultuurleven nog beter aan bod kan komen door in partnerschap samen met een grotere waaier aan culturele instellingen een cultureel netwerk en een culturele ruimte te creëren.

Samenwerking zal in elk geval steeds belangrijker worden voor de publieke omroep. Op die manier kan er efficiënter – want kostendelend – met de financiële middelen worden omgesprongen,maar kan ook expertise en creativiteit worden uitgewisseld. Dergelijke samenwerkingsverbanden kunnen ook met de regionale omroepen tot vruchtbare resultaten leiden. Ook op het vlak van media-innovatie zou het VRT-medialab moeten evolueren naar een Vlaams medialab.

Een bredere kijk op sport

Ook in de sportwereld is een indrukwekkende diversiteit aan de orde. Die zien we nauwelijks op prime time televisie. In sommige sporten moet je de wereldtitel halen vooraleer je op gepaste wijze aandacht krijgt op radio of televisie. Judo en zwemmen zijn gekende voorbeelden. Ze zijn nagenoeg van het scherm verdwenen toen de medaillewinnaars op waren. Voetbal, wielrennen en vrouwentennis voeren de boventoon. Die sporten moeten hun plaats hebben op de VRT, en zelfs een uitermate belangrijke plaats, maar het moet tevens duidelijk zijn dat het niet meer de taak van de VRT is om deel te nemen aan het commerciële opbod voor sportrechten. Ik verwacht in de volgende beheersovereenkomst dan ook voldoende aandacht voor diversiteit in het sportaanbod en ook een bredere benadering van sport op zich. Sport is immers meer dan een competitief spektakel. Het heeft eveneens betrekking op ontspanning, gemeenschapsgevoel en op de fysieke en psychische gezondheid van mensen.

Tot slot

Ik heb niet alle punten uit mijn visienota kunnen bespreken, maar ik heb alvast enkele van de belangrijkste aangereikt. Ik lijst in de visienota een reeks prioriteiten op die cruciaal zijn om een breed maatschappelijk draagvlak voor de VRT te realiseren en er voor te zorgen dat de publieke omroep de publieke doelstellingen die haar in het mediadecreet zijn toebedeeld zo goed mogelijk kan vervullen.

Naast een aantal duidelijke keuzes voor de volgende beheersovereenkomst zijn er ook punten die nog niet rijp zijn om er al pasklare antwoorden op te geven. De uitdagingen zijn complex en hebben daarom nog nood aan extra overleg en studiewerk.

Een aantal prioriteiten die ik formuleer, hangt duidelijk samen met fundamentele keuzes voor meer kwaliteit, diversiteit en creativiteit. Ik kies voor een publieke omroep die zo inclusief mogelijk is en ook haar bijdrage zal leveren op het vlak van mediawijsheid van eenieder.

Ik wil hier ook nog benadrukken dat de VRT als publieke omroep een voorbeeldfunctie te vervullen heeft als het gaat om maatschappelijk verantwoord ondernemen. Ik denk daarbij aan een grotere diversiteit op de werkvloer en aan correcte arbeidsvoorwaarden voor de werknemers. Het is bovendien belangrijk dat de VRT ook de know-how in huis houdt die haar toelaat intern programma’s te blijven maken. De VRT moet een rolmodel zijn voor de privésector en voor de productiehuizen waarmee ze samenwerkt. Het is niet de bedoeling dat we op de VRT kijken naar programma’s die gemaakt zijn door slecht- of onderbetaalde mensen.

De nieuwe beheersovereenkomst hoeft de VRT niet meer op de kaart zetten; ze staat er al, stevig verankerd als standaard in het medialandschap. Omdat een publieke omroep een basisrecht is, mogen we verwachten dat die standaard ook op alle domeinen een echte maatstaf kan zijn. Waar dat nog niet het geval was, zullen we samen met alle stakeholders op een constructieve manier de lijnen uitzetten die het de publieke omroep mogelijk zal maken eenieder te bieden waar hij of zij recht op heeft: een publieke omroep van topkwaliteit.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content