Onfray onttroont Bernard-Henri Lévy

In de Franse filosofenoorlog lijkt Michel Onfray het te winnen van Bernard-Henri Lévy.

‘Vanuit een economisch perspectief is Michel Onfray de Harry Potter van uitgeverij Grasset. Wie speelt de rol van Voldemort?’ De vraag wordt opgeworpen door de ‘Nouvel Observateur’, die vindt dat filosoof Bernard-Henri Lévy door filosoof Michel Onfray is onttroond.

God en Freud hebben Michel Onfray geen windeieren gelegd. Van zijn ‘Traité d’athéologie’ gingen in Frankrijk 280 000 exemplaren over de toonbank. Met zijn aanval tegen Freud was de ‘jonge’ Franse filosoof nog beter af. Van ‘Le Crépuscule d’une idole’, waarin Onfray het Oedipus-complex neersabelt, werden in minder dan twee weken 100 000 stuks verkocht.

Van dat succes kan Bernard-Henri Lévy alleen maar dromen. Van zijn met veel bombarie aangekondigde ‘De la guerre en philosophie’, gepubliceerd in februari, verkocht BHL slechts magere 5500 exemplaren. Het fiasco zat ingebakken in dit pamflet toen bleek dat Lévy in de val van een grapjas was getrapt. BHL had ‘La vie sexuelle d’Emmanuel Kant’ van de niet eens bestaande schrijver Jean-Baptiste Botul serieus genomen in zijn essay. Hilariteit alom.

Maar tot nog toe was de rivaliteit tussen BHL en Michel Onfray beschaafd gebleven, misschien omdat de twee auteurs elkaar ontmoetten bij Grasset, hun gemeenschappelijke uitgever. Onfray werd wel aangevallen door heel wat Franse intellectuelen, maar daar hoorde BHL niet bij tot hij in ‘Le Point’ eindelijk tot de aanval overging. BHL trok in zijn wekelijkse notities van leer tegen Onfray en noemde zijn 600 bladzijden tellende Freud-boek ‘banaal, simplistisch, kinderachtig, pedant en vaak op de grens van het belachelijke, geïnspireerd door complotachtige hypothesen die even dol als gevaarlijk zijn’.

Omdat de aanval van BHL ook in de ‘Corriere della Sera’, ‘El País’ en ‘The Huffington Post’ verscheen, besloot Onfray terug te slaan in de ‘Nouvel Observateur’, waarin hij beweert dat Bernard-Henri Lévy eindelijk zijn ‘erbarmelijk ware gezicht’ laat zien, namelijk het uiterlijk ‘van een vervalser, een leugenaar, een megalomaan, een man die de linkerzijde verafschuwt en die van het geld houdt’. BHL is inderdaad een van de rijkste mensen van Frankrijk. Hij is een sympathisant van Dominique Strauss-Kahn, de voorzitter van het IMF.

Het zou wel eens kunnen dat het grote letterlievende Franse publiek de ooit ‘nieuwe filosofen’ grondig beu is en dat het kiest voor de underdog onder de intellectuelen. Onfray is de zoon van een landarbeider en een schoonmaakster. In de ‘Nouvel Observateur’ verklaarde hij: ‘Ik vecht helemaal alleen, ik heb geen vrienden in de business en ik kan niemand te hulp roepen zoals BHL dat doet.’ In tegenstelling tot BHL, die alles wat links is afzwoer, is Onfray een aanhanger van mei ’68. Hij heeft geen maoïstisch verleden, stelt zich op als een rebel en rekent af met beroemde mannen en vrouwen zoals BHL ooit afrekende met de ideologieën.

De machtsstrijd die nu tussen Onfray en BHL is losgebarsten smeulde al een tijdje. Lévy verdedigt Polanski, terwijl Onfray de cineast ervan beticht een seksuele misdadiger te zijn. Onfray beschuldigt BHL ervan dat hij mede het nieuwe succes van het Front National mogelijk heeft gemaakt.

Een andere Franse filosoof en schrijver, Pascal Bruckner, probeert nu de balans op te maken. Bruckner maakt erop attent dat Onfray wat kapsel, gestiek en retoriek betreft wel sterk aan de jonge Bernard-Henri Lévy doet denken. Er is nog iets wat de twee bindt: ze worden beiden verafschuwd door het hele Franse intellectuele en academische establishment.

Piet de Moor

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content