Koen Meulenaere

Taalles

Koen Meulenaere Van 1991 tot 2012 de satiricus van Knack

Vrouwen hebben geen lid en bijgevolg geen lidwoord.

In het vorig nummer van Sport/Voetbalmagazine vertelt Yoni Buyens dat hij een grote fan was van Nico Van Kerckhoven. Yoni is net als Nico van Lint, en daar zijn ze allemaal fan van elkaar.

Yoni: ‘Ik herinner me nog hoe ik eens riep: “Kijk daar mama, den Nico!’ En dan stak hij zijn hand op en was ik zo content als iets.’ Sommige mensen hebben niet veel nodig om gelukkig te zijn. Daar alleen kan vreugde wonen, daar alleen is ’t leven zoet, waar men stil en ongedwongen, alles voor elkander doet. In Lint!
Het is die ‘den Nico’ die wij hier als getogen Antwerpenaar dienen te verbeteren. Ook Nederlanders die ‘het Belgisch’ willen imiteren, maken telkens dezelfde fout. Het is de Nico. De Frans, de Marcel, de Jacques. Maar: den Bob (Peeters), den Bart (Peeters), den Dave (Peeters).

Bij vrouwennamen is het niks: Catherine Van Eylen. Vrouwen hebben geen lid en bijgevolg geen lidwoord. ‘Kijk daar mamma, de Kelly en de Debby’, dat zegt in de hele provincie Antwerpen niemand. Zelfs die van over het water niet. Het is: ‘Kijk daar mama, Kelly en Debby.’ Maar: ‘Kijk daar mama, de Jean-Marie en de Sam.’ En niet den Jean-Marie en den Sam natuurlijk, al zou een Hollander die geestig probeert te zijn het wel zo schrijven.

Hoe komt dit? Wat is de regel achter deze bizarre kronkel in ons geliefde dialect, mogelijk ook in andere? Wij zullen hierna proberen om via empirische detectie het geheim te achterhalen.
Er zijn in het Nederlands om en bij de vierentwintig medeklinkers. ‘Klopt niet met het aantal letters in het alfabet’, zult u wijsneuzig in het midden brengen, maar u vergeet dan dat er ook gemengde medeklinkers zijn. Al die medeklinkers worden opgedeeld in 5 plofklanken, 6 wrijfklanken, 3 neusklanken, 2 vloeiklanken, 2 glijklanken en 6 gemengde klanken. De plof- en wrijfklanken worden verder onderverdeeld in 3 stemloze en 2 stemhebbende, waarbij het verschil wordt gemaakt door het al dan niet meetrillen van de stembanden.

Welnu, ziehier onze werkhypothese: alleen bij de 2 stemhebbende plofklanken (de ‘b’ en de ‘d’) en vermoedelijk per regelbevestigende uitzondering ook bij 1 van de 3 stemloze plofklanken (de ’t’) wordt in het Antwerps het lidwoord de vervangen door den, en uitsluitend indien het om een mannelijke naam of een mannelijk substantief gaat. ‘Den Tuur staat op den dop.’ Maar: ‘De Fons staat op de ziekenkas.’ Geen vrouwen: ‘Lyndsey staat op rond een uur of twaalf.’

Ook voor gemengde medeklinkers die met 2 van de 3 net genoemde medeklinkers beginnen, geldt hetzelfde. Het is de Jan, maar den John omdat dat met een ‘dj’ begint en niet met een ‘j’. Den Tjeef. Het geldt in feite ook voor de derde bovenvernoemde medeklinker, de ‘b’, want we hebben het over den Björn, maar ‘bj’ is geen gemengde medeklinker, dat zijn gewoon twee medeklinkers achter elkaar.

Iedereen nog mee? Dan gaan we nu een stapje hoger. Ook voor alle mannelijke namen en zelfstandige naamwoorden die beginnen met een klinker gebruikt een Sinjoor den in de plaats van de. Zo is het den Eddy, den Isidoor, den Armand. En den Herman of den ongd, omdat in het Antwerps de ‘h’ niet wordt uitgesproken tenzij wanneer ze er niet staat. Een Antwerpenaar die in beschaafde taal wil uitleggen dat iemand in zijn stad een ei kan krijgen bij Hans en Hugo Aerts zegt: ‘In Hàntwaarpe kan aai een haai kraaigen baai den Ans en den Ugo Haerts.’

Voor vrouwelijke substantieven geldt dit alles dus niet. Den abt maar de abdis. Den trainer maar de trainster. Den directeur maar de directrice, en in het verlengde hiervan: den aap maar de apin.
Hebben we nu een sluitende theorie? Verre van. We hebben een waarneming op basis van ’trial and error’ en waarschijnlijk nog verkeerd ook, we mogen niet eens denken aan alle uitzonderingen die hier op kunnen voorkomen. En hoe dan ook hebben we geen verklaring. Een verband met het Duitse der-die-das zien we niet, want Duitse lidwoorden gelden voor alle substantieven van hetzelfde geslacht. Is het een restant van het Oud-Nederlands met zijn naamvallen en verbuigingen, maar hoe dan? Enfin, een volgende keer misschien meer, bij onze abonnementendienst houden ze hun hart nu al vast.

U zult ongetwijfeld zuchten: ‘Wat kan ons dat schelen? Wat komt al die zever in een voetbalblad doen?’ Wel: er zijn mensen die ons play-offsysteem al ingewikkeld vinden, maar dat is een fluitje van een cent vergeleken bij onze spraakkunst.

Koen Meulenaere

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content