Jan Nolf

Steeds meer vragen over procureur-generaal Liégeois

Jan Nolf Erevrederechter en justitiewatcher

Herman Dams is noch paus noch politicus: een procureur treedt niet af en wordt ook niet weggestemd. Hij neemt evenmin ontslag: eerst verantwoording. Zo moet dat. Op het niveau van het parket-generaal van Yves Liégeois zijn de vragen enkel toegenomen.

Justitie gaat essentieel over waarheid en verantwoordelijkheid. In die volgorde. De hele waarheid over de pendeldienst van de dood kennen we niet en finale verantwoordelijkheid voor de dood van Jonathan Jacob dus nog minder.

Maar er is een nieuwe schakel, en niet de minste: de korpschef van het Antwerpse Parket. Met wellicht drie jaar vertraging zette Herman Dams aarzelend een stap vooruit, en drie dagen daarna eindelijk een duidelijke stap opzij. Dat laatste is consequenter dan het eerste. Eindelijk wellicht wat inzicht. (Nog) geen mea culpa, maar een signaal van respect voor het eigen ambt.

Ondertussen kan de tijd niet teruggedraaid worden: Jonathan komt niet weer tot leven. Zijn zaak en die van zovelen moet dringend vooruit.

Het vergde geen betogingen, maar een moedige, waardige familie Jacob en twee taaie journalisten van Panorama om tot dit bijzonder beeld te komen: een aangeslagen maar vastberaden team van parketmagistraten dat schouder aan schouder stond en beloofde de boel recht te houden. Recht. Dat zal pas makkelijker gezegd dan gedaan zijn. Maar hier zagen we tenminste op dat gelijkvloers van justitie een collegiale doorstart en geen nieuw geruzie.

Die relatieve sereniteit steekt schril af tegen het spervuur waarmee de buren daarboven twee dagen daarvoor uitpakten. Op het niveau van het parket-generaal van Yves Liégeois zijn de vragen enkel toegenomen. En het blijft steeds moeilijker zoeken naar een begin van antwoord erop.

Drie probleemzones deinen daar steeds verder uit DINSDAG

Het heropende gerechtelijk onderzoek voor omtrent een vals en/of verdwenen proces-verbaal (of beide).

De toestand wordt daar des te zorgwekkender als de wettelijk voorziene rol van de procureur-generaal bij vervolging van magistraten goed geduid wordt. Die genieten immers van het twijfelachtig ‘voorrecht van rechtsmacht’: magistraten zoals procureurs, hun substituten en ook rechters, worden voor beoordeling van schuld en straf niet voor de correctionele rechtbank gebracht maar meteen voor het hof van beroep gedagvaard. Daarna is nog enkel cassatie mogelijk.

In zijn traditionele rol van Openbaar Ministerie start de procureur-generaal de klacht op, waarna de functie van onderzoeksrechter vervuld wordt door een raadsheer van het hof van beroep. Bij gewone burgers rapporteert een onderzoeksrechter aan de raadkamer of in hoger beroep aan de Kamer van Inbeschuldigingstelling. Dat zijn onpartijdige rechters dei wel of niet verwijzen naar de rechtbank ’ten gronde’.

Dat is nu net het verschil met de vervolging van magistraten: die beslissing tot vervolging (of niet) wordt genomen door de procureur-generaal (zo nodig op bevel van de minister van justitie, het fameuze ‘injunctierecht’) – met dank aan Napoleon anno 1808.

Samengevat: procureur-generaal Liégeois beslist niet alleen over het instellen van een strafonderzoek tegen een parketmagistraat, maar na dat onderzoek ook of die zaak voor het hof van beroep komt of niet. Magistraten worden dus vervolgd zonder de filter van een onpartijdige raadkamer of Kamer van Inbeschuldigingstelling.

Het delicaat karakter van dergelijke verantwoordelijkheid van de procureur-generaal kan nauwelijks onderschat worden, want die bevoegdheid tot vervolging komt nog eens bovenop de tuchtprocedure waar hij ook aan zet kan zijn. Wie kan slaan, kan ook zalven, wie mag straffen kan ook mild zijn. In dat geval dus geen wildvreemden, maar collega’s – toch in naam.

Het schouwspel van de theatrale persconferentie van dinsdag bevreemdde dan ook heel erg. De nauwelijks onderdrukte verontwaardiging van de procureur-generaal is op zich niet onbegrijpelijk maar liep vooruit op het werk van de raadsheer onderzoeksrechter bij de heropening van dat strafonderzoek. Woede is een slechte raadgever.

Die raadsheer moest daarenboven toen zelfs nog aangesteld worden door de Eerste Voorzitter van het Antwerpse hof van beroep, maar toch drukte de procureur-generaal al duidelijk zijn voorkeur uit (en bekwam die ook). Immers werd dezelfde raadsheer-onderzoekrechter aangewezen als in het destijds door Yves Liégeois zonder gevolg geklasseerde dossier.

Een keuze voor tijdwinst in plaats van die voor een nieuwe bril ? Misschien komt ooit duiding over onderzoeksmaatregelen die het dossier destijds vervolledigd konden hebben maar toen niet genomen werden.

WOENSDAG

Diamantgate blijkt weer opengescheurd, met bonussen erbij.

De transparantie op de persconferentie van dinsdag was selectief gebleken. Een heel blik strafklachten was meteen tegen fraudejager Peter Van Calster opengetrokken:

(1) lasterlijke aangifte bij de klacht die Van Calster aan het Hof van Cassatie tegen Liégeois voorlegde maar waar de substituut bot ving

(2) schending van het beroepsgeheim bij de zaak van mevrouw Liégeois tegen Yves Desmet van De Morgen

(3) andere lekken van Van Calster over de aanpak van de diamantfraude.

(4) nog een tuchtonderzoek.

Volgt u nog ?

Daarbij nog te noteren dat vroegere gelijkaardige klachten tegen Van Calster ongegrond bleken – al werd hij toch van de fraudedossiers gehaald.

DONDERDAG Procureur Dams zet een stap opzij, maar procureur-generaal Liégeois lijkt plots wel een trapje lager te staan.

Het parket-generaal bij het Hof van Cassatie – dat pas verleden maand de klachten van Van Calster tegen Liégeois naar de prullenmand verwees – zou bijzonder gaan toezien op zijn behandeling van die nieuwe trits onderzoeken. Liégeois zou zijn beslissingen zelfs vooraf moeten voorleggen aan het parket bij cassatie – een ongeziene betutteling op dat niveau.

Motie van wantrouwen van Brussel aan Antwerpen ? Het heeft vooral iets weg van een lege doos. Immers voorziet de wet nu al in de semi-militaire logica van onze piramidale justitie dat de top “een recht van toezicht” uitoefent op de subtop, en zo in cascade verder. Niet alleen de zwaartekracht zorgt ervoor dat in justitie de stenen naar beneden vallen.

Ofwel kijkt het parket van cassatie af en toe over de schouder van Liégeois mee, ofwel moeit het er zich meteen ook mee. Het eerste is een doekje voor het bloeden en het tweede een gevaar voor besmetting. Als het parket van Cassatie immers zelfs maar de indruk geeft een beslissing van Yves Liégeois toe te dekken, zit het in het zelfde bad. Dat zou bijzonder verontrustend zijn want voor wie dan nog klacht wil neerleggen blijven dan alle deuren in België dicht.

MAANDAG Puin ruimen?

De minister van justitie hoeft helemaal niets te ondernemen. De ouders Jacob eigenlijk evenmin. Het zou justitie oneindig sieren mocht zij puin ruimen voor de eigen poort.

En daarvoor ligt de bezem voor de hand: art. 542 Wetboek van Strafvordering voorziet de bevoegdheid van dezelfde procureur-generaal bij het Hof van Cassatie om dat Hof te vragen een procedure naar een ander rechtsgebied te verwijzen “om reden van openbare veiligheid of op grond van gewettigde verdenking”.

Dat zou een prima begin van de week zijn voor iedereen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content