Johan Van Overtveldt (N-VA)

Sociale onrust bedreigt perspectief op economisch herstel

Johan Van Overtveldt (N-VA) Europarlementslid, voormalig minister van Financiën en ex-hoofdredacteur Trends en Knack.

Het kan toch niet dat de vakbonden het jobverlies nog verder willen intensifiëren.

Langs de kant van de werknemersorganisaties heeft men het opgegeven om nog tot een omvattend sociaal akkoord te komen. De loonmaatregelen genomen door de regering Di Rupo I doen zowel voor Marc Leemans van het ACV als voor Rudy De Leeuw van het ABVV de deur toe. In het journaal op Eén gaf een grimmige De Leeuw meteen ook mee dat er dan maar via onderhandelingen op sectorniveau loonsverhogingen moeten geforceerd worden. Indien die er niet snel komen, dan stelt De Leeuw harde vakbondsactie in het verschiet.

De overheidsvakbonden lieten er ondertussen geen gras over groeien. Staatssecretaris voor Ambtenarenzaken Hendrik Bogaert (CD&V) is bij hen de kop van jut. Zoals de kaarten nu liggen, komt er op 7 februari eerstkomend zowel een nationale betoging van de federale ambtenaren als een 24 urenstaking vanwege de cipiers.

Bogaert stelt zich alvast moedig en duidelijk op door te stellen dat de vakbonden niet over een vetorecht beschikken ten aanzien van de hervormingen die hij in de federale ambtenarij wil doorvoeren. Voeg bij dit alles de escalatie rond Ford Genk en de toeleveringsbedrijven aldaar en er kan gif op ingenomen worden dat de komende weken en maanden de sociale onrust serieus zal toenemen. Men kan er enkel maar op hopen dat het niet echt uit de hand loopt want uiteindelijk zitten we toch nog altijd in penibele economische omstandigheden.

2012 was een ronduit slecht jaar met een krimp van de Belgische economie met 0,2% en van de euro-economie met 0,4%. De jobcreatie viel nagenoeg compleet stil in ons land met als gevolg een stijging van de werkloosheidsgraad. Zowel de loonkosten per gewerkt uur als per eenheid product (d.i. rekening houdend met de verschillen in productiviteit) stegen bij ons opnieuw sneller dan het gemiddelde van de drie buurlanden. Deze toename van de relatieve loonkosten dikt de internationale concurrentiehandicap voor onze ondernemingen verder aan.

Wat de economische evolutie gedurende het net gestarte jaar betreft, is het bang afwachten. De Nationale Bank verwacht een stagnatie van de Belgische economie. Voor het geheel van de eurozone ligt de consensusverwachting op een licht negatieve groei. Zoals ook weer blijkt uit het gisteren verschenen rapport van het onderzoeksinstituut Ires van de UCL zal het eerste halfjaar sowieso erg moeilijk blijven en mag er pas vanaf het tweede deel van het jaar gerekend worden op een mogelijk herstel. Luc Coene (gouverneur van de Nationale Bank) Mario Draghi (voorzitter van de Europese Centrale Bank) en Christine Lagarde (algemeen directeur van het Internationaal Monetair Fonds) lieten de voorbije dagen vergelijkbare geluiden horen.

Ook het perspectief op herstel van de economie vanaf de zomer blijft echter heel broos. De structurele problemen in de belangrijkste gebieden van de wereldeconomie dreigen immers zo goed als onaangeroerd te blijven, of zelfs nog verder te escaleren.

Wat de eurocrisis betreft, groeit binnen de ECB en de Europese Commissie met de dag de vrees dat de luwte afgedwongen door Mario Draghi met zijn forse verklaringen van vorig jaar verkwanseld wordt door de politici. De aandacht lijkt veel meer te worden toegespitst op de Italiaanse en Duitse verkiezingen van dit jaar (in februari resp. september) dan op een verdere aanpak ten gronde van de eurocrisis. De manier waarop de Amerikaanse politieke elite omgaat met de begrotingstekorten en de snel stijgende schuld van het land is ronduit onverantwoord.

In Japan zet de regering Abe een nieuwe forse oploop van de reeds zeer hoge overheidsschuld (230% van het BBP) in gang. Vanuit het IMF wordt nu openlijk gewaarschuwd dat ook voor Japan een schuldencrisis een reëel perspectief dreigt te worden. China groeit wel terug forser maar lijkt dat vooral te doen op de vleugels van een verdere toename van de reeds lange tijd op een hoog toerental draaiende kredietverstrekking.

België is een zeer kleine en zeer open economie waardoor we erg afhankelijk zijn van wat er in het nabije en verre buitenland gebeurt. Erg afhankelijk betekent echter niet “totaal afhankelijk”. Andere landen als bijvoorbeeld Zweden en Denemarken bewijzen dat je ook als kleinere, open economie in een ongunstige internationale omgeving nog tot redelijke sociaal-economische prestaties kan komen. Er moet dan wel op alle niveaus een verantwoordelijk beleid gevoerd worden.

De in het verschiet liggende sociale onrust zal maken dat we onszelf sociaal-economisch stevig in de voet zullen schieten. Het vertrouwen van zowel consumenten als producenten zal er onder lijden. De bestedingen en de investeringen zullen lager uitvallen dan indien er sociale rust zou heersen. De tewerkstelling zal nog sterker afkalven dan nu al in de pijplijn zit en het in de hand houden van de begroting wordt er dan ook niet makkelijker op. En als we dan daar bovenop ook nog eens loonsverhogingen zouden krijgen die onze internationale concurrentiepositie helemaal de grond in boren, dan blijft er weinig over aan perspectief op economisch herstel. Ook voor de tweede helft van het jaar.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content