Theater: Theater op de Markt/Tuning (Bad van Marie)

Dansers als vissen in het water, acrobaten in de lucht en halvegare jongens op de loop. De mens kent geen grenzen en dus ook Theater op de Markt niet.

Dansers als vissen in het water, acrobaten in de lucht en halvegare jongens op de loop. De mens kent geen grenzen en dus ook Theater op de Markt niet. Het openluchttheaterfestival is na veertien edities uitgegroeid tot een veelzijdig presentatie- én creatiefestival en internationaal ontmoetingsplatform voor artiesten en programmatoren. Afgelopen weekend waren er 48 gezelschappen te zien waarvan 17 coproducties met Theater op de Markt. Het festival trok 110.000 bezoekers.

Lucifer

Met als logo een lucifer zet Theater op de Markt om de twee jaar Hasselt in vuur en vlam (in de oneven jaren is er een kleinschaliger circusfestival in de herfst in Neerpelt). Maar het logo bracht dit jaar ook ander nieuws, in de zin van ‘de fakkel doorgeven’. Stichter en bezieler Marc Celis, eveneens directeur van productiecentrum Dommelhof in Neerpelt, houdt er in september volgend jaar mee op, wat betekende dat dit zijn laatste Theater op de Markt was. Maar het afscheid was hartverwarmend: zaterdagavond laat werd hij in de artiestentent op de schouders genomen en bedolven onder de bedankingen van de vele circus- en theatermensen die Celis al vele jaren met zijn festival in de armen sluit. Het orkest van Compagnie Rasposo speelde tot een gat in de nacht.

Vele sferen

Compagnie Rasposo is zo’n gezelschap dat intussen kind aan huis is in Hasselt. Dit familiecircus was er reeds te zien met de voorstellingen ‘Parfum d’Est’ en ‘Cirque en fil’, en het nieuwe ‘Le Chant du Dindon’ (***1/2) werd gecreëerd in coproductie met Theater op de Markt. De verwachtingen waren na het schitterende ‘Parfum d’Est’ hooggespannen. Misschien lag het daaraan dat de nieuwe productie ons niet volledig overtuigde. Al is het aannemelijker dat die verklaring lag in het wat geforceerde verhaal van ‘Het lied van het uilskuiken’ waarvoor een tamme kalkoen werd rond gezeuld, de vreemde sfeerovergang in het tweede deel van de voorstelling van gipsy naar duizend-en-één-nacht en het feit dat enkele acts (bijvoorbeeld de koorddans) dat waauw-gevoel misten.

Het neemt niet weg dat Rasposo enkele sterke troeven bezit die deze compagnie tot één van meest hartverwarmende circussen maakt: er is de eenvoud aan middelen waarmee verbluffende acts worden gecreëerd (des stoelenacrobatie met contrabas), er is het oog voor het beeld (van het impressionistische ‘meisje ontkleedt zich achter voile’ tot het heftig romantische ‘groepstafereel aan de steunbalk’), er de combinatie van live muziek en circus, er is de jonge clown die het metier van de groten in de vingers heeft, er is die gezellige georchestreerde chaos waarmee in, tussen en met het publiek wordt gespeeld, en net als Circus Ronaldo bezitten deze artiesten die voelbare groepsdynamiek en warme gloed van een familiecircus.

Met het gevaar in clichés te vervallen: Theater op de Markt heeft zijn Limburgse gezelligheid weten te bewaren voor artiesten en publiek, niettegenstaande het is uitgegroeid tot een internationaal kunstenfestival met een steeds breder én verdiepend palet: met naast circus- en straattheater en grote spektakels ook locatietheater van Studio Orka, verteltheater van De Queeste of een intimistische dansvoorstelling zoals ”Two Sink Three Float’ (**) van het jonge Belgische Eclipse. Tussen de waterlelies aan het Kapermolenparkje op een drijvend vlot gleden de drie dansers als gladde palingen in en uit het water, het vlot op en af. Een ietwat eentonige paringsdans die maar matig kon boeien, mede door de irritante soundscape.

Van een heel andere orde was het locatietheater van De Jongens met hun ‘Aktieman!’ (***1/2), een parodie op de actiefilm. Het publiek gezeten op een door een tractor voortgetrokken tribune doorkruist een industrieterrein terwijl zich voor hun ogen een actiefilm ontrolt: alle clichés en stereotiepen passeren de revue, incluis oorverdovende ontploffingen, afgerukte ledematen en schietpartijen. De voorstelling heeft een stoute jongensachtige humor die doet denken aan The Young Ones maar los van de lach blijkt deze voorstelling ook knap in elkaar te steken met enkele verrassende wendingen.

Wat is kunst?

De Jongens brachten fun waarvan we gedacht hadden, dat die zich zou doorzetten naar de première van ‘Tuning’ (**) van Bad van Marie maar dat draaide anders uit. We kregen geen Johnny en Marina-housebonkend kitschspektakel, maar een les esthetica rond de vraag: Wat is schoonheid? Wat is kunst? En vooral kan tuning het zijn?

Tuning: het is een voor ons ongekende wereld. Auto’s dragen namen als ‘Axe’ en ‘Blue Dragon’ en ‘Twister’ als waren het renpaarden. Ze hebben spoilers waarmee je best elke vluchtheuvel mijdt ten einde niet te blijven hangen, geluidsinstallaties en plasmatv’s in de kofferbak waar je geen boodschappentas meer tussen krijgt, en met leer en lampjes opgedirkte binnenbekleding die je enkele nog zonder schoenen mag betreden als was het Mekka zelf. Om maar te zeggen: voor tuners is een auto niet dat doorsnee vervoersmiddel dat dient om je van hot naar her te verplaatsen.

Die wereld wilde Bad van Marie ons leren kennen op de volgens het gezelschap inmiddels gekende manier: met een ‘geen-voorstelling’, een evenement: een klassieke compositie voor klavier, tenor én acht tuningscars. Vooraleer het zover was, kregen we eerst een welkomstwoord van iemand van de lokale tunerclub en vervolgens een les esthetica over schoonheid, smaak en hoe beauty in the eye of the beholder ligt. Daarna namen de tuners plaats in hun auto, elk met hun verhaal dat op groot scherm via korte filmpjes getoond werd. Bad van Marie zou echter Bad van Marie niet zijn mocht ook ditmaal geen loopje genomen worden met feit en fictie. Want net als tuners hun auto’s pimpen, worden ook hun persoonlijke levensverhalen hier opgepoetst.

Dat ‘Tuning’ ons toch op onze honger liet zitten, heeft vooral te maken met het feit dat ergens in het creatieproces het idee van tuning als kunst de duimen moest leggen voor de mix met hoge kunst. Dat en we misten gewoon wat de initiële opzet was: een straf concert van klassieke muziek in combinatie met getunede auto’s. ‘Tuning’ blijft teveel een wat gammele compositie van pianomuziek, een stukje operazang in combinatie met een afgaand autoalarm, een heen en weerwiegende ruitenwisser of dichtslaande kofferbak. In het beste geval genereert het een melancholische poëzie, maar levendig kan je ‘Tuning’ niet echt noemen..

Nadien wanneer je als publiek met de tuners een praatje bij hun auto kan slaan, komt de onverholen trots en passie wél echt tot leven. Al is dat natuurlijk ook Bad van Marie: dat ook de babbel en receptie nadien deel uitmaken van het stuk.

Liv Laveyne

‘Tuning’, van 11 tot en met 14 augustus op Boulevard Festival (NL). www.badvanmarie.be

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content