Marc Vanfraechem

Scheef bekeken

Marc Vanfraechem Marc Vanfraechem (1946) is essayist en blogger.

Iedereen die zaterdag een krant heeft gekocht, kreeg er gratis een bijvoegsel bovenop.

Een blinkend magazine met op het voorblad een snotterend kindje dat dikke, viskeuze Photoshoptraantjes schreide. Hartverscheurend wel, maar mij leken die traantjes iets te troebel voor een kindje dat er verder kerngezond uitzag. Kennelijk had men ertegenop gezien om enkel voor die ene foto aan het mormel eerst een deugdelijk pak rammel te verkopen. Als mens kun je dan misschien begrip opbrengen, maar gesjoemel met foto’s blijft een laakbare, zij het courante journalistieke praktijk.

Binnenin stonden ook veel foto’s, met daartussen de interviews en artikelen. En er was een dubbelinterview: Bart De Wever tegen David Van Reybrouck. Dat gesprek had in een Antwerps café plaatsgevonden maar was bij momenten heel leerzaam. Zo bleek eruit dat Van Reybrouck niet enkel normale, democratische verkiezingen veracht – dat wisten we al – maar nog veel meer de kiezers zelf. Dat domme vee laat zich voor gelijk welk programma vangen, zegt David, en dat hadden we van hem niet eerder zo duidelijk gehoord: ‘Ach weet je: in wezen is elk politiek discours hetzelfde. Elke politicus kiest een breuklijn, zet die in de verf, en reikt daar oplossingen voor aan. De N-VA profileert zich op de breuklijn Vlamingen-Walen, maar je zou net zo goed een breuklijn tussen – ik zeg maar wat – West-Vlamingen en de rest van Vlaanderen kunnen opkloppen. Je zou een gek spelletje kunnen bedenken, waarbij je de West-Vlamingen probeert te overtuigen om een eigen partij op te richten. De Nieuwe West-Vlaamse Alliantie. Ik ben overtuigd dat je in een jaar tijd minstens 30 procent van hen zo zot krijgt om daarop te stemmen.’

Verder ging het gesprek over nationalisme, identiteit enzovoort. David vertelt honderduit hoe hij in Nederlands Limburg, alweer in een café, scheef werd bekeken omdat hij als West-Vlaming geen Limburgs praat. Het chauvinisme dat ginds de kop heeft opgestoken, door die Wilders!

Mysterieus is deze opvatting van hem: ‘Wat is het nut van een staat? Het creëert een gevoel van gemeenschap, van lotsverbondenheid.’ Mensen zijn dan bereid, zegt Van Reybrouck, om samen met onbekenden eendrachtig belastingen af te dragen.

Vreemd toch, want velen denken dat het juist in de omgekeerde volgorde gaat: eerst de lotsverbondenheid en dan pas die staat. Zo denkt bijvoorbeeld ook de illusieloze Franse advocaat Jacques Vergès erover, en in 1994 gaf hij dit voorbeeld:

‘Telkens weer als men probeert om een multiculturele, multinationale staat in het leven te roepen, creëert men een explosieve toestand. Neem bijvoorbeeld België, dat een artificiële staat is die in de geschiedenis nooit echt heeft bestaan. Men heeft daar een Staat bij elkaar geraapt die Vlamingen, francofonen en Duitsers bijeenbracht. Maar die Staat kraakt in al zijn voegen, en je voelt goed dat België veroordeeld is en binnen een halve eeuw niet meer zal bestaan.’

Intelligence avec l’Ennemi, Conversations avec Jean-Louis Remilleux. Éditions Michel Lafon
Marc Vanfraechem

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content