Hubert van Humbeeck

Romney op reis

Wat de Republikeinse presidentskandidaat Mitt Romney in het buitenland vertelde, maakt voor de Amerikanen niet uit.

Begin september zetten de Amerikaanse presidentskandidaten Barack Obama en Mitt Romney na de conventies van hun partijen de eindsprint van de campagne in. De peilingen voorspellen alsnog een nek-aan-nekrace. De Republikeinen vormen uiteindelijk toch front achter de mormoon Romney, terwijl Obama veel van het krediet heeft verspeeld dat hij vier jaar geleden opbouwde. Hij verloor de voorbije maanden alvast de slag om het geld, en dat kan noodlottig zijn in een strijd die hoofdzakelijk met dure televisiespotjes wordt gevoerd.

Het is ook vaste prik dat de uitdager van de zomerluwte gebruikmaakt om zich in het buitenland te presenteren. Obama hield vier jaar geleden een opgemerkte speech in Berlijn. Romney reisde naar de Olympische Spelen in Londen, naar Israël en Polen. Het was niet bepaald een triomftocht. In Londen schoffeerde hij de oude Angelsaksische bondgenoot met de opmerking dat de Britten niet klaar waren om de Spelen te organiseren. In Israël had hij allerlei hatelijke opmerkingen aan het adres van de Palestijnen, en eigenlijk van de Arabieren in het algemeen.

Romney maakte dus geen goede beurt. In Londen stelde een wijsneus voor om de Vrede van Gent op te zeggen, die in 1814 tussen de Amerikanen en de Britten werd gesloten in – jawel – de stad van Artevelde. Commentator Roger Cohen verweet Romney in The New York Times dat hij niets had begrepen van de omslag in de Arabische wereld. De Republikein verweet Obama namelijk onder meer dat hij de freedom agenda van zijn voorganger George W. Bush niet had gevolgd en dat er best met lui zoals Hosni Moebarak over hervormingen kon worden gepraat. ‘Romney vindt dus eigenlijk dat de Amerikanen de Engelsen in de 18e eeuw om hun onafhankelijkheid hadden moeten vragen, in de plaats van ervoor te vechten’, sneerde een anders bedaarde Cohen. Hoe het met de agenda van Bush in het Midden-Oosten afliep, is ook genoegzaam bekend.

Behalve dat het buitenland misschien graag weet welk vlees het met de nieuwe man in de kuip heeft, maakt het voor deze verkiezingen niet uit wat zo een kandidaat vindt dat er internationaal moet gebeuren. Romney had ook geen diplomatieke missie. Het ging hem zeker in Israël alleen om stemmen en geld. De stem van de Joodse mensen in de VS, die gevoelig zijn voor steun aan Israël. En de financiële armslag van de invloedrijke Joodse lobby in Washington. Hij werd tijdens zijn reis ook begeleid door Sheldon Adelson, een steenrijke casinobaas die tijdens de voorverkiezingen de aartsconservatief Newt Gingrich gul met dollars besprenkelde.

Dat zegt veel. Romney begon zijn campagne eigenlijk niet als de havik die hij nu speelt. Hij rolt reaganesk met de spierballen omdat de achterban dat zo wil. Er is in de verkrampte Amerikaanse politiek vandaag geen ruimte voor een middenweg. Of het nu om Israël gaat of om een nieuw banenplan van de president: voorstellen worden afgeblokt, beleid wordt onmogelijk gemaakt. Dat is niet alleen weinig oprecht, het is ook gevaarlijk. Europeanen zoals Alexis de Tocqueville stonden 200 jaar geleden in bewondering voor de werking van de Amerikaanse democratie. Nu zitten de partijen zo diep in de loopgraven, dat ze er straks niet meer uit raken.

Hubert van Humbeeck

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content