Walter Pauli

Rik De Saedeleer leerde zijn land van voetbal houden

Bij het heengaan van Rik De Saedeleer (1924-2013)

Nu pas raakte bekend dat eind februari oud-voetbalcommentator Rik De Saedeleer (89) is gestorven. Hij is inmiddels in intieme kring begraven.

Met Rik De Saedeleer verdwijnt de tweede van de ‘grote drie’ van de openbare omroep: de commentatoren die in de jaren zestig en zeventig, en sommigen tot ver in de jaren tachtig en negentig, de toen populaire sporten op het tv-scherm van commentaar voorzagen. Dat waren wijlen Fred De Bruyne (1930-1994) voor het wielrennen, de nu ook betreurde Rik De Saedeleer (1924-2013) voor het voetbal en de nog immer kwieke Roger Moens (1930) voor de atletiek.

In zekere zin waren het dus generatiegenoten, die alle drie in de jaren vijftig een mooie sportcarrière uitbouwden. Fred De Bruyne was een van de beste klassieke renners van zijn tijd. Moens was wereldrecordhouder op de 800 meter, een afstand waarop hij in Rome 1960 Olympisch zilver pakte. En Rik De Saedeleer was een gevreesde aanvaller bij Racing Mechelen, toen nog een eerste-klasser, en speelde eenmaal bij de Rode Duivels.

Ze kenden dus alle drie hun sport op hun duimpje, en ze hadden het grote geluk dat ze commentaar mochten geven toen ‘hun’ sport hoogtijdagen beleefde. De Bruyne mocht commentator zijn in de glansperiode van Eddy Merckx, Roger De Vlaeminck, Lucien Van Impe, Freddy Maertens en vele anderen van die gouden generatie: nooit zouden Belgen het wielrennen nadrukkelijker domineren.

Moens kon live commentaar geven bij gouden, zilveren en bronzen medailles (Gaston Roelandts, Emiel Puttemans, Karel Lismont en Ivo Van Damme) op Olympische spelen, en bij Belgen die dominant waren in vele WK’s veldlopen en zelf Wereld- en Europese records liepen.

En Rik De Saedeleer was dé voetbalstem van de televisie. Hoewel vandaag minder geweten is dat De Saedeleer ook een uitstekend regisseur van wielerwedstrijden was, met een reputatie tot ver buiten de landsgrenzen (zo huurden de Amerikanen hem bijvoorbeeld in om het door Moreno Argentin WK 1986 in Colorado Springs in beeld te brengen), was voetbal zijn eerste passie, zijn leven.

En net zoals zijn generatiegenoten Moens en De Bruyne, had De Saedeleer het voordeel het geluk dat vanaf de jaren zestig tot in een stuk in de jaren tachtig de Belgische clubs – even – tot de beste van Europa behoorden: drie Europabekers voor Anderlecht, plus twee Superclubs erbij en een paar verloren Europese finales; twee verloren Europese finales voor Club Brugge, één verloren finale voor Standard Luik en Antwerp FC, één Europacup plus Europese Supercup voor KV Mechelen.

En zelfs ploegen als Lierse, Club Luik, Waterschei, Winterslag, Waregem, Lokeren, Beveren en AA Gent hadden elk wel eens hun Europese wondercampagne, of wondermatch. Hun roem straalde af op Rik De Saedeleer, en vice versa kon De Saedeleer dé man die successen dik in de verf zetten.

En dan waren er natuurlijk de Rode Duivels: zilver op het EK 1980 in Italië, vooral de memorabele vierde plaats op het WK 1986 in Mexico. Dat waren sowieso spraakmakende uitslagen, die het hele land voor het tv-scherm kluisterden. En Rik De Saedeleer gaf er een aparte touch af om het geheel op te tillen tot ‘onvergetelijk’. Door zijn voetbalkennis, zijn kleurrijke taal, zijn humor, en ook zijn slecht karakter. Hij durfde spelers (Enzo Scifo) en trainers of bondscoaches (Walter Meeuws) die hem niet zinden echt kràken, en hij deed dat ook.

Voorkeuren of antipathiën: De Saedeleer maakte er geen geheim van. Je moest maar zijn commentaar horen bij wedstrijden van Anderlecht of van Club Brugge, om te weten dat zijn hart meer blauwzwart was dan paarswit. Vooral het Club Brugge van Ernst Happel had hij lief (met een speciale boon voor Raoul Lambert), maar ook later zou Jan ‘Caje’ Ceulemans altijd een van zijn lievelingsspelers blijven.

Rik De Saedeleer was niet alleen uitstekend op de hoogte van wat er in de clubs en in de nationale ploeg gebeurde, hij schroomde er ook niet voor om zijn relaties en invloed te gebruiken opdat op het veld e in de kleedkamer zou gebeuren wat hij wilde. Soms met merkwaardig resultaat, want het was Rik De Saedeleer die in de late jaren zeventig bondscoach Guy Thys in het oor fluisterde om de oude en voor het internationale voetbal afgeschreven Wilfried Van Moer terug te halen, die toen bij Beringen zijn carrière afbouwde.

Het was een gouden greep, waardoor de Rode Duivels zich niet alleen voor de Eindronde van het EK kwalificeerden tegen drie landen die toen als ‘sterker’ werden beschouwd: Oostenrijk (met de toenmalige superspits van Barcelona, Hans Krankl), Portugal en Schotland. Die renaissance heette: ‘het Van Moer-effect’, met dank aan De Saedeleer dus. En het werd helemaal te mooi toen België zich op dat EK ook groepswinnaar werd, in een groep met – jawel – Engeland, Spanje en gastland Italië. Na die onwaarschijnlijke kwalificatie werd pas in de laatste minuten van de finale verloren van het toen oppermachtige West-Duitsland.

Ook het WK 1982 in Spanje leek een groot succes te worden, met de al even onwaarschijnlijke winst in de openingswedstrijd tegen uittredend wereldkampioen Argentinië, met de nieuwe superstar Diego Maradonna in de ploeg. Het is daar, bij het doelpunt van Erwin Van den Bergh, dat De Saedeleer zich voor het eerst liet gaan in een Latijnse ‘Goooaaaaaallllll!!! Gol! Gol! Gol’. Het Vlaamse publiek had dat nog nooit gehoord, en ook de Nederlanders niet, die toen meeluisterden (Oranje was niet gekwalificeerd, en de zuinige NOS nam voor een aantal wedstrijden de Belgische commentaar over). De Saedeleer voelde zich op dat élan gelanceerd.

Toen de Rode Duivels tegen Hongarije op de rand van de uitschakeling balanceerden, en uitgerekend ‘zijn’ Jan Ceulemans ineens een onverwachte, lange rush begon, de sokken op zijn enkels, wist hij met zijn enthousiasme geen blijf. Méér, door de aanmoedigingen van De Saedeleer in de microfoon (‘Ze kunnen niet volgen, Jan, ze kunnen niet volgen!’) voélde het Belgische publiek pas goed dat er ineens een kans was. De pass naar Czerniatinsky en het doelpunt waren eigenlijk de verwachte apotheose van een exploot dat niet alleen door Ceulemans, maar ook door De Saedeleer was ingezet.

En natuurlijk was het WK Mexico het hoogtepunt van zijn carrière, met alles wat daarbij hoorde. De commentaar van De Saedeleer was vaak bepalend voor de opstelling van bondscoach Guy Thys – wat Franky Van der Elst ook in bijna zo veel woorden zei in de microfoon van radioman Jan Wauters. Hij was hyperkritisch voor Enzo Scifo, en zeker als de toen nog jonge Belg een minder partij speelde, schrikte De Saedeleer niet terug voor een karaktermoord. Dat veranderde pas toen Scifo tijdens de penaltyreeks in de kwartfinale tegen Spanje zijn elfmeter netjes tegen de touwen legde: ‘Danke Enzo’, zei De Saedeleer. Het klonk zuinig, maar uit zijn mond was al heel wat.

Maar wat vooral bijblijft, is het enthousiasme waarmee De Saedeleer ‘het wonder van Mexico’ verwoordde, de vrolijke trots, het collectieve Robin-Hoodgevoel, de kleintjes die sterker zijn dan zo veel zogenaamde groten. Dat is de grote, unieke verdienste van Rik De Saedeleer, zijn belang ook in Vlaanderen: hij was de eerste supporter van het land. Zijn stem, zijn commentaar, leidde en kanaliseerde onze angsten, onze spanning, ons enthousiasme, onze woede, onze schaamte, ons ontgoocheling, onze vreugde.

In de persoon van Rik Saedeleer voelde elke Vlaming zich jarenlang aanwezig waar er wedstrijden waren. Pol Jacquemyns leerde dit land voetbal kennen, Rik De Saedeleer leerde zijn volk van voetbal houden.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content