De politie van de staat Missouri, meer in het bijzonder de verkeerspolitie, zal voortaan de ordehandhaving leiden in Ferguson, Missouri, en niet langer de plaatselijke politie. De ingreep leidde tot een rustig begin van de nacht, na dagen van rellen sinds een ongewapende, zwarte 18-jarige door een plaatselijke politieagent werd doodgeschoten.
“Ferguson lijkt wel een oorlogszone en dat is onaanvaardbaar”, zo verklaarde gouverneur Jay Nixon. Door de staatspolitie in te zetten hoopt hij de spanningen in de stad te verminderen. Het gaat om agenten van de “Highway Patrol”, die voornamelijk in het verkeer ingezet worden, maar ook bij moorden en diefstal.
De leiding komt in handen van kapitein Ron Johnson, een zwarte officier die in de buurt van Ferguson opgroeide.
De eerste indicaties zijn positief. Johnson maakte een tocht door de stad, werd gefotografeerd terwijl hij bewoners omhelsde. Hij kondigde aan dat naar de grieven van de bewoners geluisterd zal worden. Vervolgens bleef de politie grotendeels weg uit de stad. Een manifestatie kende een vreedzaam verloop, en volgens journalisten was de sfeer ontspannen, met zelfs dansende manifestanten.
Kritiek
De afgelopen dagen was er aanzwellende kritiek op het optreden van de lokale politieagenten. Niet alleen waren die betrokken partij in de dood van de jongeman, Michael Brown, ze traden ook heel hardvochtig op tegen burgers. De agenten wachtten hen zwaarbewapend op, gebruikten traangas en gooiden rookbommen om betogers uiteen te drijven, en lagen mede aan de basis dat vreedzame protesten onvreedzaam eindigden. Ook journalisten werden het doelwit van politie-agressie.
(Belga/RR)
