Johan Van Overtveldt (N-VA)

Relancenota Di Rupo: de essentie ontbreekt

Johan Van Overtveldt (N-VA) Europarlementslid, voormalig minister van Financiën en ex-hoofdredacteur Trends en Knack.

De maatregelen die absoluut centraal zouden moeten staan in de relancenota van Di Rupo I blinken uit door complete afwezigheid.

Er is al heel wat over geschreven en gesproken maar nu ligt er dan toch een eerste, schuchtere nota voor over het relanceplan van de regering Di Rupo I.

Alhoewel vaagheid troef is, valt het toch op dat de maatregelen die absoluut centraal zouden moeten staan in een relancebeleid uitblinken door complete afwezigheid.

In de nota Di Rupo wordt op verschillende plaatsen duidelijk melding gemaakt van het verlies aan concurrentiekracht van onze bedrijven. Dat de aandacht voor de concurrentiepositie van de ondernemingen terecht is, blijkt ook nog eens duidelijk uit het nieuwe jaarrapport van het Zwitserse managementinstituut IMD omtrent de competitiviteit van landen dat morgen verschijnt. België doet het daarin opnieuw een stuk minder goed dan vorig jaar.

Het feit dat onze relatieve loonkosten met minstens acht procent uit koers liggen ten opzichte van het geheel van onze belangrijkste handelspartners staat centraal in het verlies aan internationaal concurrentievermogen van onze ondernemingen. Acht procent op een totale loonmassa in de privésector van afgerond 130 miljard euro, komt neer op ruim 10 miljard euro aan correctie die zich hier opdringt.

In de nota Di Rupo is er nergens sprake van ingrepen die zelfs nog maar bij benadering in de richting van zulk een bedrag gaan.

De eerste minister heeft het in zijn nota onder het hoofdstuk versterking van het concurrentievermogen van bedrijven onder meer over een mogelijke lastenverlaging voor de eerste drie aanwervingen.

Dit zou een zinvolle maatregel voor de creatie van nieuwe jobs kunnen zijn (alhoewel, de negatieve neveneffecten van dergelijke selectieve maatregelen worden als te vaak onderschat). Wat zulk een maatregel in ieder geval niet of slechts in zeer beperkte mate doet, is bijdragen aan het herstel van het internationaal concurrentievermogen van onze bedrijven.

Voor een zeer open economie als de Belgische, staat of valt de zin van een relancebeleid met de mate waarin dat beleid erin slaagt die competitieve slagkracht terug te verhogen. De eerste relancenota van Elio Di Rupo is wat dit betreft absoluut een maat voor niets.

Johan Van Overtveldt

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content