Realisme en realiteit op de Triënnale Hedendaagse Sloveense Kunst in Ljubljana

Curator Charles Esche stelde een meer dan beklijvende dwarsdoorsnede samen van de kunst uit Slovenië! ****

De zesde Triënnale Sloveense kunst vindt plaats in het onlangs mooi gerenoveerde en op zijn minst statig en architecturaal communistisch geïnspireerde Museum voor Moderne Kunst in de mooie en bruisende Sloveens hoofdstad Ljubljana.

Dit initiatief wordt samengesteld door een objectief en afstandelijk “buitenlands” oog en dit keer viel de eer te beurt aan Charles Esche, de directeur van het Van Abbemuseum in Eindhoven. Charles Esche bewees al eerder met vele projecten in Eindhoven dat hij in staat is het museum uit de fragiele context te halen van kunstkritische zelfgenoegzaamheid gekoppeld aan een slaafs achterna hollen van wat de internationale kunsthandel dicteert en via “zetelende” invloedrijke collectioneurs tot diep in de raden van bestuur van musea doet insijpelen.

Charles Esche brengt al jaren ‘reality’ in zijn museumpolitiek in Eindhoven en weet daardoor de kunst beetje bij beetje terug te geven aan het leven en aan een ruimer publiek.

Het concept van Charles Esche focust op de manier waarop Sloveense kunstenaars van verschillende generaties omgaan met de begrippen realisme en realiteit. Slovenië is een bijzonder klein land en kreeg pas in 1991 de naamsverandering “Republiek Slovenië” waarbij (voorgoed) de “Socialistische” verwijzing in ’s lands naam verdween.

Om die reden is het altijd interessant om de culturele omwentelingen van naderbij te volgen van ook andere (kleine) landen zoals Litouwen, Albanië of Kroatië waar de omslag van communisme naar kapitalisme nu amper één generatie aan de gang is.

De algemene situatie in Slovenië is absoluut niet vergelijkbaar met de geciteerde landen; Slovenië was altijd al een welvarend land en wist de brute armoede uit het nationale jargon te bannen.

Twee kampen

De tentoonstelling van Charles Esche brengt een thema aan de orde dat al sinds meer dan 100 jaar zorgt voor twee kampen in de perceptie van de kunst. Charles Esche: “Het was de Franse kunstenaar Gustave Courbet die met zijn realisme het bourgeois publiek schokeerde dat in de kunst alleen op zoek was naar schoonheid en drama”.

De schilders van het alledaagse leven leverden bikkelharde strijd met diegenen die zich modernisten noemden en “hun” (abstracte) avant-garde inzetten met visies voor een nieuwe (en betere) wereld.

De Triënnale brengt sculpturen, schilderijen en foto’s uit de tijd van het socialistisch realisme in een puntgave dialoog met soms erg knap werk van tal van bij ons onbekende hedendaagse Sloveense kunstenaars waarin het politieke bewustzijn zij aan zij staat met het bedenken van (kleine) concepten die het samenleven in een lichtjes utopisch daglicht plaatsen.

Zeldzaam relikwie

Een zeer knap werk van Tanja Lazatic illustreert de zienswijze tussen “high” en “low” en het verschil tussen de ex-Joegoslavische esthetiek en de beeldtaal van de Amerikaanse, Westerse avant-garde uit de jaren zestig. Negen vale foto’s van overvolle zwembaden die werden geplukt uit toenmalige Joegoslavische toeristische brochures werden ingelijst met gebroken glas.

De negen foto’s maken allusie op de “Nine Swimming Pools and a broken glass” uit 1968 van de befaamde Amerikaanse kunstenaar Ed Ruscha waarin luxueuze, private zwembaden werden gefotografeerd en waarop geen mens te zien is. “De Joegoslavische zwembaden waren perfect tegengesteld”… Het is een prachtige installatie waarin ook het originele boekje van Ed Ruscha een plaatsje vindt onder een glazen stolp als een soort duur en zeldzaam relikwie dat met de tijd een speculatief kleinood is geworden.

Het is bijzonder mooi hoe Esche op deze Triënnale erin slaagt het intieme en het publieke via kunstwerken te visualiseren in die zin dat de wijze van het gedrag van de mens bepalend is van hoe hij zich manifesteert binnen deze twee domeinen.

Psychologisch inzicht

Bogoslav Kalas maakt transposities van intieme portretfoto’s die via een ingenieuze machine – die hij uitvond in 1971 – worden overgeplot op canvas. Deze werkwijze die de kunstenaar als “aereography” definieert vraagt heel veel tijd zodat de selectie van de beelden van groot belang wordt. Een van de mooiste schilderijen, dat ook in het domein van de intimiteit cirkelt, is van de hand van Uros Potocnik die op monumentaal formaat zijn overvolle en rommelige veranda op een manier schilderde die de veranda haast transformeert tot een privaat paradijs.

In die buurt wordt de grens tussen privaat en publiek op een grandioze manier in de verf gezet door Berko die met zijn doeken uit de jaren zeventig uiterst complexe composities bedacht waarin deuren en ramen van winkels in elkaar worden weerspiegeld tot beelden waarin de illusie van de realiteit wordt gekruid met een zachte kritiek op onze niet te stillen honger naar consumptie.

Ach, en wat te zeggen over de fotoreeks van Tomislav Gotovac die in de vroege jaren zestig in een sneeuwlandschap mét stoere blote borst aan omstaanders pagina’s van “Elle Magazine” liet zien.

Al dit moois loopt op de smalle grens tussen hoe mensen zich telkens anders gedragen al naargelang de openbare situatie of omgang met familie en vrienden… Bij dit alles horen ook – sterk verspreid in de expo – de tekeningen van Vesna Bukovec waarin via multiple-choice het publiek wordt geconfronteerd met psychologisch inzicht in zichzelf. Wat is geluk, hoe zie ik mijn toekomst enz… thema’s die het publiek in gedachten en in het geheim kan aanvullen via de soms cynische én humoristische mogelijkheden die de kunstenaar aanreikt.

Politicus vs. bloem

Een ander item op de expo is de manier waarop een mens kan interveniëren in de sociale realiteit of zich kan aanpassen aan socio-economische omstandigheden waarin creatieve zelfredzaamheid aan de orde komt. Maar eerst werden we in onze rondgang geflatteerd door een reeks foto’s waarin bloemen centraal staan in beelden waar politici qua belang op het tweede plan voorkomen.

In de reeks”Flower Power” van Borut Peterlin zijn de “politici inwisselbaar geworden met de bloemen en sierplanten; politici hebben vandaag nog maar weinig macht en ruilen hier op een haast hilarische manier hun positie ter opfleuring van het kapitaal die ze dienen”.

Niet minder dan 45 kunstenaars geven hier het beste van zichzelf waaronder ook de groep OHO, het zeer belangrijke collectief dat ageerde tussen 1966 en 1971 en hier wordt gepresenteerd via een fantastische video waarbij Tomaz Salamum tijdens de opening van een expo in Novi Sad een krijtlijn trok rondom het kasteel. Het is een werk dat de brug slaat tussen Piero Manzoni’s eindeloze lijnen en bepaalde acties van Francis Alÿs.

Er is nog zo veel meer goeds te ontdekken op deze deugddoende tentoonstelling gaande van de “Nanoplot” die tekeningen plot in suiker (of zout) waarna alles na een tijd wordt weggeveegd en opnieuw kan beginnen of de sculpturen van Vadim Fiskin met grappige literaire toespelingen op Don Quichotte en Sisyphus…

Het is een meer dan heerlijke en verzorgde expo geworden zonder spectaculaire display maar met (bere)sterke bijdrages van kunstenaars die hier (nog) geen bekendheid genieten.

Deze expo is een regelrechte aanrader voor diegenen die in Slovenië verblijven of in de buurt van de Italiaanse stad Trieste, de Sloveense hoofdstad op amper één uur kunnen bereiken. Doen!

Luk Lambrecht


De zesde Triënnale Hedendaagse Kunst in Slovenië loopt nog tot 19 september.



Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content