Johan Van Overtveldt (N-VA)

Portugal neemt Griekse afslag op Eurostrade

Johan Van Overtveldt (N-VA) Europarlementslid, voormalig minister van Financiën en ex-hoofdredacteur Trends en Knack.

Massale belastingverhogingen in Portugal zetten het hopeloze van de hele euro-aanpak nog eens extra in de verf.

De Portugese economie zou volgens de meeste prognoses dit jaar met 3% krimpen en volgend jaar met 1%. De cumulatieve krimp over de periode 2009-13 zou alzo uitkomen op 7,5%.

Vergeet deze cijfers. De recessie zal in de komende maanden verscherpen in Portugal. Parallellen met het heilloze Griekse scenario vallen nog moeilijk te ontkennen.

Wat betreft de aanpak van de eurocrisis in de Zuidelijke landen van Europa gold Portugal tot nu toe als de goede leerling in de klas. Nadat het in 2011 een hulppakket van 78 miljard euro van Europa en het IMF toegewezen kreeg, voerde Portugal vrij nauwgezet het beleid gedicteerd door de troika (EU, ECB, IMF) uit. Wat de budgettaire maatregelen betreft, ging het er evenwel lang niet altijd koosjer aan toe. Zo werden bijvoorbeeld zonder veel poeha pensioenreserves ingepikt om lopende uitgaven te financieren (een bijna misdadige tactiek die overigens lang niet enkel in Portugal wordt toegepast).

Enkele maanden terug tekende de Portugese regering haar plannen uit om tot een interne devaluatie te komen. Deze ingreep dringt zich op omdat het internationaal concurrentievermogen van de Portugese ondernemingen gedurende het decennium tot aan de start van de crisis zwaar aangetast werd. Het lidmaatschap van de eurozone belet dat Portugal een externe devaluatie (een muntontwaarding door het land in kwestie) doorvoert met het oog op herstel van het concurrentievermogen.

Vooral de relatieve loonkosten swingden de pan uit en liggen nu, al naargelang de gehanteerde maatstaf, 15% tot 25% uit koers. De regering van eerste minister Pedro Passos Coelho wilde tot een neerwaartse aanpassing van het binnenlandse kostenpeil komen door de sociale lasten te dragen door ondernemingen gevoelig te verlagen. Om deze ingreep te financieren zouden de bijdragen van de werknemers gevoelig worden opgetrokken. Binnen de coalitie van Coelho bestond er belangrijke weerstand tegen het plan en toen de vakbonden en de bevolking zich visceraal tegen de interne devaluatie keerden, diende de regering al snel haar plan terug te trekken.

Van een verlaging van de sociale bijdragen voor ondernemingen, of enige andere vorm van interne devaluatie, is nu geen sprake meer. De regering Coelho gaat nu voor wat ze zelf omschrijft als een “enorme belastingverhoging”. De personenbelasting stijgt over de hele lijn met 4 procentpunt. Belangrijke aftrekposten worden geschrapt. De hoogste inkomens krijgen daar nog eens een toeslag van 2,8 procentpunt over heen. Ook diverse BTW- en accijnsverhogingen worden in de steigers gezet. Ook naar de overheidsuitgaven zal, aldus de regering, grondig worden gekeken maar deze belofte blijft vrij algemeen. Eind 2011 haalde de Portugese regering reeds 45% van het BBP naar zicht toe. Met wat nu voorligt gaat dat percentage snel en ruim boven de 50% gaan.

De regering Coelho stelt tot deze ingrepen te moeten overgaan om het begrotingstekort binnen de perken te houden. De doelstelling was om dit jaar een deficit gelijk aan 4,5% van het BBP te halen en volgend jaar 3%. Deze cijfers worden zeker niet gehaald. Nu gewaagt men langs officiële kant van 5% respectievelijk 4,5%. Maar ook deze cijfers zijn ongeloofwaardig optimistisch om de doodeenvoudige reden dat het pakket aangekondigde belastingverhogingen onvermijdelijk tot een verdere en zeer substantiële verscherping van de aan gang zijnde recessie zal leiden. Niet enkel neemt men de bevolking aanzienlijke koopkracht af (dus minder bestedingen van de particulieren), ook ondernemingen zullen minder investeren omdat ze hun markten zien verschrompelen.

Een scherpere recessie betekent minder belastingontvangsten en meer uitgaven (o.m. voor de stijgende werkloosheid die nu al 15,5% van de beroepsbevolking treft). Ondanks de belastingverhogingen (of beter gezegd: net daardoor) neemt het begrotingstekort niet af maar verder toe. De overheidschuld, die op het einde van het eerste kwartaal van dit jaar al uitkwam op 112% van het BBP zal dan ook verder escaleren. Portugal gaat opnieuw moeilijke tijden tegemoet op de financiële markten.

Kortom, Portugal schuift met de intentie tot forse belastingverhogingen een heel eind op in de richting van Griekenland. De situatie van beide landen illustreert glashelder het Catch 22-gegeven dat steeds meer eigen wordt aan het eurogegeven. Deze landen moeten besparen en belastingen verhogen om hun staatshuishouding op orde te krijgen en een desastreuze escalatie van de overheidsschuld te voorkomen. De recessie waarin ze al verkeren, diept daardoor genadeloos verder uit en maakt het begrotingsprobleem haast onoplosbaar.

De enige uitweg is aanzwengeling van de economie vanuit het buitenland. Daarvoor is echter een op scherp staand concurrentievermogen nodig, iets waarover Griekenland en Portugal vandaag niet beschikken. Hetzelfde geldt trouwens ook voor Italië en Spanje. Een interne devaluatie blijkt sociaal en maatschappelijk onaanvaardbaar. Een externe devaluatie is door het eurolidmaatschap onmogelijk. Uitzichtloos, ook al omdat de structuurhervormingen nodig om het groeipotentieel van de economie aan te zwengelen slechts met mondjesmaat genomen worden en sowieso een lange tijd vergen om tot concrete resultaten te leiden.

Johan Van Overtveldt

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content