Podgorica, hoofdstad van een ministaat

Bij het referendum vam 21 mei dit jaar, sprak 55,5% van de opgedaagde kiezers zich uit voor de onafhankelijkheid van Montenegro, en aldus voor het einde van de Unie van Servië en Montenegro. In grote lijnen stemden de Serviërs voor de Unie en de Montenegrijnen, Albanezen en Bosnische moslims tegen. Op 3 juni verklaarde Montenegro, een ministaat met slechts 600.000 inwoners, zich onafhankelijk, in navolging van de andere ex-Joegoslavische deelrepublieken Slovenië, Kroatië, Bosnië-Herzegovina en Macedonië.

De breuk met Servië zat er er langer aan te komen. Milo Djukanovic, die in 1997 president van Montenegro werd, keerde zich tegen Milosevic, en steunde in ’99 de Navo-bombardementen op Servie naar aanleiding van de oorlog in Kosovo.

Tijdens ons tiendaags verblijf in Montenegro was politiek meestal veraf, en kwamen gesprekken over politiek zelden spontaan op gang. Alsof mensen er niet wakker van liggen. Of, alsof mensen er niet over willen praten.

Op de parking van de universiteit van Podgorica spreken we gedurende een half uur willekeurig passanten aan. We vragen hen of ze voor of tegen hebben gestemd op het referendum, en waarom.

Alexa, 32 jaar en werkzaam als ingenieur bij een telecombedrijf, stemde voor de onafhankelijkheid. “Via mijn ouders weet ik dat Joegoslavië onder Tito een groot communistisch land was, waar vrede en welvaart heerste, en waar de verschillende deelrepublieken zich verbonden voelden. Na de val van Joegoslavië veranderde dat. Om op gelijkwaardige voet met elkaar te onderhandelen, moet elk land een gelijkwaardige status hebben. Nu Montenegro onafhankelijk is, zijn de relaties met Servie en de rest van de landen duidelijker en evenwichtiger geworden.”

Danika, 19, stemde tegen. “Ik speel basket. En Servië heeft een betere ploeg.” Haar vriendin volgde haar in haar keuze. “Wij hebben een huis in Kosovo.”

Violet is 20 en studeert biologie. “Ik stemde tegen de Unie, omdat alles bij het oude bleef met Servie erbij. Status quo. Ik weet niet of onafhankelijkheid wat zal opleveren, maar het is in elk geval het proberen waard.”

Het valt op dat bij onze weliswaar onwetenschappelijke steekproef, de unionisten veel terughoudender zijn in hun antwoorden. Deo, 22 jaar en student technologie, wil pas antwoorden na enig aandringen. “Met Servië erbij hadden we een groter en stabieler land, met een machtig leger. Waar ik vandaan kom, Plav, zit het vol Albanezen. De mensen daar zijn bang voor aanvallen.”

Sefika is een 28-jarige Albanese die voor lerares studeert. “Servië heeft lang genoeg geprofiteerd van ons en van de andere deelrepublieken. Ik stemde voor onafhankelijkheid. We kunnen onze eigen boontjes doppen. We hebben voldoende bronnen van inkomsten.”

“Onafhankelijkheid is zinloos. We hadden beter bij Servie gebleven, zowel om politieke als om economische redenen”, zegt Marina, een lerares van 45. “Grote landen hebben meer te zeggen. Kijk maar naar Ameika of Duitsland.” Als ik Marina vraag in welke faculteit ze les geeft, antwoordt ze. “Hier is geen vrijheid van meningsuiting. Mensen kunnen hun job verliezen als ze hun gedacht zeggen. Veel meer dan in Servië.” Dan loopt Marina zonder dralen door.

Er wordt aardig wat gebouwd in Podgorica. op de braakliggende gronden rond de universiteit verrijst nieuwe hoogbouw. Het centrale Plein van de Republiek wordt heraangelegd, met een grote fontein en design straatmeubilair. Maar niet uit het straatbeeld weg te denken, zijn de talloze venters van sigaretten en snoepgoed, of de bejaarde vrouwtjes met een mand paprika’s of appelen. In de Ulica Slobode trekken twee blootvoetse straatkinderen brutaal portieren open van auto’s die voor het rode licht staan.

Radojica, de man die ons in Niksic een kamer aanbood, onderhoudt zijn vrouw en twee kinderen met een pensioentje van 80 euro per maand en een invaliditeitsuitkering van 30 euro. Als niet-geregisteerde taxi-chauffeur verdient hij maandelijks tot 120 euro bij. “Dat maakt 230 euro”, legt de man uit. “Om goed te leven heb je hier met een gezin van vier personen 400 tot 500 euro nodig.”

We betalen Radojica 20 euro voor de nacht. We worden overvloedig getrakteerd met Turkse koffie en fruit. De zatlap die midden in de nacht onze kamer binnen strompelt en luid snurkend op de vloer naast ons bed crasht, moeten we erbij nemen.

(Meer foto’s van Podgorica in Beeldreportage Montenegro 2)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content