Voor het tweede jaar op rij is de vink de meest geziene tuinvogel. De huismus neemt de tweede plaats in.
De vink is in Vlaanderen de meest geziene tuinvogel, zo blijkt uit telresultaten die meer dan 7.000 gezinnen naar Natuurpunt opstuurden. Net als vorig jaar klopt de vink de huismus, die jarenlang op nummer één stond.
In Brussel, West-Vlaanderen en Limburg is de nummer één van de tuinvogels nog steeds de huismus. Na een analyse van meer dan 260.000 vogelwaarnemingen uit 6.250 verschillende tuinen ziet de top tien er als volgt uit: vink (gemiddeld 5,3 vogels per tuin), huismus (4,8), koolmees (3,4), houtduif (2,6), Turkse tortel (2,5), pimpelmees (2,3), kauw (2,1), spreeuw (2,0), ekster (1,5).
Gemiddeld werden 41 vogels van tien soorten geteld op en rond de voederplaatsen, minder dan de maxima van 43 per tuin uit de koude winters van 2006 en 2011. “Naast recordaantallen vinken, merels en houtduiven, scoorden heel wat soorten laagterecords, zoals de huismus, de Turkse tortel en de ringmus”, aldus Wim Van den Bossche van Natuurpunt. “De andere vinkensoorten, zoals de groenling, de sijs en de keep, scoorden ook laag.”
Minder mezensoorten
Er werden voorts opvallend minder mezensoorten gezien. “Zowel van de meest verspreide soorten, namelijk de koolmees en de pimpelmees, als van de minder algemene soorten, zoals de staartmees, de zwarte mees en de kuifmees.” Mogelijk kwamen in Vlaanderen geen trekkende koolmezen en pimpelmezen uit het noorden en oosten. (Belga/INM)
