Omdat klimaatverandering het zeeijs bij de Noordpool doet smelten, zal het landijs daar minder snel smelten. Dat hebben klimaatonderzoekers van het Nederlandse KNMI berekend.
De studie is van de hand van de onderzoekers Richard Bintanja en Frank Selten. De resultaten staan in de nieuwste editie van het wetenschapsblad Nature.
60 procent meer sneeuw
Door opwarming van de aarde smelt zeeijs in het Noordpoolgebied. “Als het ijs smelt, komt de lucht erboven plots niet in aanraking met het zeeijs van 30 graden onder nul, maar met zeewater van rond het vriespunt. Dat is relatief warm. Dan krijg je een enorme verdamping”, legt Bintanja uit.
Dat verdampte water komt als sneeuw weer naar beneden. Tegen het einde van de eeuw sneeuwt het in het Noordpoolgebied waarschijnlijk 60 procent meer dan nu, rekenden de onderzoekers uit.
Smelten vertraagt, maar houdt niet op
Die sneeuw valt op de gletsjers en de ijskappen en blijft daar liggen. “Daardoor smelt er minder ijs. Dat tempert de zeespiegelstijging. Het zal het smelten alleen lastiger maken, niet tegengaan. Maar als je zeespiegelstijging vervelend vindt, en dat vindt vrijwel iedereen, dan is het wel een gunstig effect”, aldus Bintanja.
De sneeuw zal vooral aan het eind van de herfst en in de poolwinter vallen. In de lente smelt hij. “Planten en dieren kunnen daar hun voordeel mee doen. In de zomer zouden ze meer water kunnen krijgen. Dat maakt het misschien makkelijker om te broeden. Dieren zijn afhankelijk van drinkwater, en voor hen is dat dus van belang. Misschien komen er daardoor wel meer, of andere planten en dieren.”
Koele stromen
De sneeuw kan ook gevolgen hebben voor de oceaanstromen. “Sneeuw is zoet. Als het meer sneeuwt, worden de poolzeeën dus zoeter. Het zoete water stroomt naar het noorden van de Atlantische Oceaan. Daar kan het de circulatie van de oceaanstromen over de wereld beïnvloeden. De stromen brengen dan minder warmte van de evenaar naar de pool. Dat zou de opwarming bij ons wat kunnen tegenwerken.” (Belga/TV)
