Stadsboerderijen in opmars

In Rotterdam gaat dit voorjaar een stadsboerderij van start. Het fenomeen, overgewaaid uit de Verenigde Staten, biedt interessante economische en ecologische perspectieven.

‘Rafelranden’, zo noemen ze het mooi in het persbericht: verloren stukken stadsgrond die er vaak verwilderd, desolaat of bezaaid met zwerfvuil bij liggen. Het is op zo’n terrein in het havengebied van Rotterdam-West dat dit voorjaar het stadslandbouwbedrijf ‘Uit je eigen stad’ van start gaat.

Deze lente al zullen in de teelbedden de eerste groenten geoogst kunnen worden. Daarnaast zorgen kippen er voor eieren en vlees, groeien er kleinere fruitsoorten als aardbeien, frambozen en bessen in bakken, en zijn er zelfs bassins waarin vissoorten als meerval en tilapia gekweekt worden.

De producten worden te koop aangeboden in de plaatselijke winkel, en er is een restaurant dat kookt met ingrediënten vers van eigen land. Wat het bedrijf zelf niet verbouwt, halen ze zoveel mogelijk bij boeren net buiten de stad.

Bedoeling van het initiatief is het aantal voedselkilometers te beperken, wat zowel economisch als ecologisch erg voordelig is: zowel de kosten als de vervuiling en de overlast veroorzaakt door voedseltransport over lange afstand worden tot een minimum herleid.

Evenementen als oogstfeesten, markten en workshops zorgen voor extra inkomsten, en passen in het bredere kader van het project: mensen en voedselproductie in de stad letterlijk en figuurlijk weer dichter bij elkaar brengen.

Overgewaaid uit de VS
Hoewel het fenomeen relatief nieuw is in onze contreien, bestaat het al langer in de Verenigde Staten. Bijvoorbeeld in Detroit, een stad die vorige eeuw, na het vertrek van de auto-industrie, de helft van haar bewoners verloor en danig verloederde.

Tussen de puinen verschijnen er meer en meer stadsboerderijen van ecologisch gemotiveerde ondernemers. Maar ook economisch hebben deze bedrijfjes een niet te onderschatten belang, in een land dat eerder dan Europa zwaar getroffen werd door de crisis, en waar de sociale voorzieningen miniem zijn.

“Te veel mensen blijven nog passief wachten op hulp van buitenaf. Maar niemand zal Detroit ter hulp komen”, zo verwoordt stadsboer Greg Willerer het nogal kernachtig in een reportage in Knack Weekend (‘Er zit muziek in motorstad’, 15 februari). En dus stak hij zelf de handen uit de mouwen. Nu het olietijdperk stilaan op zijn einde loopt, zullen steden weer moeten leren grotendeels zelfvoorzienend te zijn, zo is zijn overtuiging.

Ook Jody, een jonge lerares uit Colorado, is om die reden hierheen getrokken: “Er is geen stad ter wereld waar urban farming zo snel groeit als in Detroit”, zegt ze. “Uit heel het land komen mensen zoals ik naar hier om eraan deel te nemen. Detroit is de stad van de toekomst.”

En ze lijkt gelijk te krijgen, want in het zog van de stadsboeren schieten er overal restaurants, kleine zaakjes, coöperatieven en internetbedrijfjes uit de grond die grauwe stadswijken weer kleur doen krijgen.

Tuinen in de lucht
In een leeggelopen stad als Detroit is er ruimte te over, maar ook in het dichtbevolkte New York krijgt stadslandbouw steeds steviger voet aan de grond. Al is ‘aan de grond’ hier misschien niet de juiste uitdrukking, want dè trend van de laatste jaren is ‘rooftop farming’: de bodem mag dan wel helemaal volgebouwd zijn, hoog in de lucht, op de daken, zijn er nog ettelijke honderden hectaren die geschikt zijn voor stadslandbouw.

De voorbeelden zijn legio. Zo kweekt het restaurant Bell Book & Candle zestig tot tachtig procent van zijn ingrediënten op het eigen dak, en zijn de Eagle Street Rooftop Farm en de Brooklyn Grange (10.000 vierkante meter!) bloeiende landbouwbedrijven metershoog boven het straatniveau. Dat laatste opent binnenkort trouwens een nieuwe dakboerderij, waarmee het zijn oppervlakte meer dan verdubbelt.

De New Yokse Work Architecture Company (Workac) legde in 2008 boven het MoMa PS1-museum in het stadsdeel Queens een hangende tuin aan, bestaande uit met elkaar verbonden kartonnen vaten waarin groenten en kruiden werden gekweekt. En op het programma staat ook nog de Edible Schoolyard: een parkeerterrein van een stadsschool wordt omgevormd tot een moestuin met daarin centraal een klaslokaal, waar de kinderen les krijgen over voedsel en het klaarmaken ervan.

Stadsplanners
Het zijn nog bescheiden projecten, maar in de toekomst ziet Workac New York ingrijpend veranderen. Volgens hen zullen vele brede lanen na het verdwijnen (of sterk in aantal verminderen) van de auto’s omgevormd worden tot velden voor het kweken van groenten en fruit, die verkocht worden in aangrenzende winkeltjes. En ongebruikte riolen willen ze openwerken om er vis in te kweken, die zo de kelderverdiepingen van de wolkenkrabbers kan binnenzwemmen.

Elders in de VS zoeken stadsplanners naar oplossingen voor de gigantische shoppingmalls die de voorbije decennia in heel het land zijn opgetrokken. Door de economische crisis en de opkomst van internetwinkelen hebben ze steeds vaker met leegstand te kampen. Ruimte die dikwijls wordt ingevuld door groene initiatieven. Zo wordt een deel van The Galleria at Erieview in Cleveland, Ohio, gebruikt als serre voor het kweken van groenten, en zijn er plannen om een parkeerterrein van een winkelcomplex in – alweer – Detroit om te vormen tot stadsboerderij, omdat de klanten toch steeds vaker met het openbaar vervoer komen. In Columbus, Ohio, wordt zelfs een hele mall afgebroken om plaats te maken voor een park. Het geeft te denken voor het omstreden Uplaceproject langs de Brusselse Ring. (JH)

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content