Seksuele perversie van pinguïns honderd jaar verzwegen

© Reuters

Honderd jaar oude wetenschappelijke observaties over pinguïns die niet terugdeinzen voor pedofilie en zelfs necrofilie werden nu pas bekendgemaakt.

Van 1910 tot 1913 was de Britse wetenschapper George Murray Levick op expeditie op Antarctica. Tijdens de Antarctische zomer van 1911 en 1912 deed hij enkele bizarre, en schokkende, ontdekkingen. Hij observeerde een groep Adéliepinguïns en was de eerste wetenschapper die getuige was van een volledige broedcyclus. Wat hij toen zag, vond hij zo schokkend dat hij zijn bevindingen nooit publiek gemaakt heeft, zegt The Guardian. Tot vandaag waren enkel andere wetenschappers ervan op de hoogte.

Geen grenzen Dat pinguïns wel eens bizar seksueel gedrag vertonen, was al langer bekend en geen haan die daar nog naar kraaide. Maar uit de observaties van Levick blijkt dat het gedrag van Adéliepinguïns wel heel bizar kan worden. Zijn eerste kennismaking met vreemd seksueel pinguïngedrag was toen hij een mannetje een dood vrouwtje zag bestijgen. Pas echt geschokt was hij toen hij merkte dat zelfs vrouwtjes die al een jaar dood waren in aanmerking kwamen voor de seksuele driften van de mannetjes.

Adéliepinguïns draaiden hun vleugel echter ook niet om voor verkrachting en pedofilie. Levick was meerdere keren getuige van mannetjes die vrouwtjes en kuikens dwongen met hen seks te hebben. Regelmatig vermoordden ze achteraf hun slachtoffers.

De “hooligans” kwamen bovendien vaak samen in bendes van ongeveer zes pinguïns om samen op zoek te gaan naar grenzeloos vermaak. Gewonde en verzwakte vrouwtjes waren gegeerde slachtoffers en kuikens werden misbruikt “voor de ogen van hun ouders.” Sommige kleintjes werden daardoor verpletterd of verwond, andere stierven.

Jong en onbezonnen

Douglas Russell, curator in het Natural History Museum in Londen en ontdekker van de Levick-observaties, probeert het gedrag van de Adéliepinguïns te verklaren in The Observer. “Jongvolwassen pinguïns hebben geen flauw idee hoe ze zich moeten gedragen tijdens de paarperiode”, zegt hij. “Daarom reageren vele op ongepaste stimuli.” Een dode pinguïn met halfgesloten ogen lijkt bijvoorbeeld erg op een levend vrouwtje dat ‘meewerkt’.

Bovendien lijkt onder de vogels de pinguïn het meest op de mens wat gedrag betreft. Daarom wordt hij (te) vaak met mensen vergeleken. Volgens Russell is dat de oorzaak van de geschokte reactie van Levick. “Hij was een gentleman die gedrag observeerde dat hij noch verwachtte, noch begreep”, zegt Russell.

Relevant onderzoek Het onderzoek van Levick is echter ook relevant voor minder pikante onderwerpen. Onderzoekers beschouwen de Adéliepinguïn als het haantje-de-voorste van de klimaatsverandering. “Ze hebben ijs nodig om te jagen”, stelt Russell. “Wanneer dat ijs verdwijnt, zal hun aantal dramatisch dalen.” Zodra dat gebeurt, zal de wetenschap een duidelijk signaal krijgen dat de zaken fout beginnen gaan, aldus de curator. (GM)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content