Potvis wordt versneden en gedeeltelijk bewaard

De potvis die op het strand van Heist is overleden wordt versneden en gedeeltelijk bewaard.

Delen van de in Heist aangespoelde potvis worden door het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen (KBIN) bewaard voor wetenschappelijk onderzoek. Dat zegt Jan Haelters van het KBIN.

Het dier wordt tot de berging de klok rond, bewaakt door de politie om wetenschappers ongestoord hun werk te laten doen en om dieven te verhinderen de tanden (ivoor) te stelen en mogelijk ook het ambergris uit de dikke darm.

Schedel, onderkaak, wervels en ribben bewaard

Er werd al gestart met de autopsie. “Na een uitwendig onderzoek wordt de potvis opengesneden om de inwendige organen te controleren”, verduidelijkt Haelters. Volgens hem is de doodsoorzaak gerelateerd aan de stranding. Volgens Haelters worden onder meer de schedel, de onderkaak, een aantal wervels en ribben bijgehouden voor wetenschappelijk onderzoek. “De rest wordt vernietigd. Het KBIN heeft al twee skeletten van potvissen en de conservering is ontzettend duur.”

Ambergris en ivoor

De Blankenbergse dierenarts John Van Gompel, die tientallen jaren de aanwezigheid van walvissen op de Noordzee voor de wetenschap bijhield, wijst erop dat souvenirjagers wellicht in het ivoor van de tanden geïnteresseerd zijn. “Mogelijk bevat de dikke darm ook de afvalstof ambergris, die als reukstof in de cosmetica-industrie gebruikt wordt. Ambergris is een kaasachtige grijze substantie die tot tientallen kilo’s kan wegen bij oudere dieren en per kilo duurder is dan goud.”

Bij een stranding in Oostduinkerke werd eerder een diefstal van ambergris verijdeld. Van de potvis mag geen enkel onderdeel verhandeld worden omdat het dier beschermd is door een internationale conventie.

Ruimen met graafkraan en 4×4-vrachtwagens

Na de autopsie kan de Civiele bescherming van Jabbeke dan beginnen aan het ruimen van de potvis. De Civiele Bescherming zal de potvis eerst voorzichtig in stukken snijden. Daarna vervoeren ze de potvis naar een afvalverwerkingsbedrijf in de buurt. De Civiele Bescherming zal daarvoor onder andere een graafkraan van de operationele eenheid van de Civiele Bescherming van Liedekerke gebruiken en 4×4-vrachtwagens om op het strand te rijden.

Urenlange doodstrijd

Rond 10.45 uur stelden de verzorgers van het Sea Life Center uit Blankenberge vast dat het dier al meer dan een half uur niet meer geademd had. Normaal gezien kunnen potvissen een half uur overleven zonder te ademen. Het dier had er toen een doodsstrijd van enkele uren opzitten.

De potvis ligt op het strand van Heist, dichtbij de havenmuur van Zeebrugge. Het gaat om een dier van ongeveer tien jaar oud. Het is 13,5 meter lang en weegt 20 à 30 ton.

Geen euthanasie
Het dier kon niet uit zijn lijden worden verlost. Volgens Steve Vervaecke van Sea Life is euthanasie niet mogelijk op een dier van dergelijke omvang.

De potvis toont verwondingen door de stranding. De aangespoelde potvis ligt in een plas bloed, maar het is lang niet zeker dat het dier werd aangevaren door een schip, zegt Vervaecke.

“Het kan ook gaan om een ziek dier: dat zullen we pas weten als er een autopsie plaatsgevonden heeft. Het is een dier dat wel vaker in de Noordzee voorkomt. Het probeerde zelf weer in volle zee te geraken, maar dat mislukte. Het gewoel van de potvis zorgde er wel voor dat het dier in een put kwam te liggen”, aldus Vervaecke.

Potvissen spoelen zelden aan in België
Op het strand kwamen tientallen kijklustigen opdagen, die de doodstrijd van het dier wilden volgen.

De potvis is de grootste van alle tandwalvissen. Mannetjes worden tot 22 meter lang en kunnen meer dan 60 ton wegen. Vrouwtjes blijven een stuk kleiner, met ten hoogste 17 meter lengte en 38 ton. Potvissen kunnen meer dan zestig jaar oud worden. De ondiepe Noordzee is ongeschikt voor potvissen, die echte oceaandieren zijn. Ze vinden er ook geen geschikt voedsel.

Het is dan ook vrij zeldzaam dat potvissen aanspoelen op Belgische stranden. In 1954, 1989, 1994 en 2004 spoelden potvissen aan. In 1991 zwom een dier op eigen kracht terug, en in de jaren daarna werden regelmatig kleine groepjes potvissen in de zuidelijke Noordzee waargenomen, met soms strandingen als gevolg. Een dier dat in 2004 strandde aan de kust van Norfolk (Engeland), spoelde op 26 februari 2004 aan in Koksijde.

Verdwaald
Potvismannetjes zijn zwervers. Volgens de Koninklijk Belgische Instituut voor Natuurwetenschappen trekken groepen mannetjes in het voorjaar van subtropische gebieden in de noordelijke Atlantische Oceaan (van een groot gebied rond de Azoren), noordwaarts naar koudere wateren (tot ten noorden van Noorwegen), om in het najaar terug te keren naar het zuiden.

Bij die terugkeer maken sommige groepjes mannetjes de vergissing de Noordzee in te zwemmen, ten oosten van Schotland, in plaats van Schotland ten noorden en westen voorbij te zwemmen. Eens in de Noordzee leidt hun instinct hen steeds verder naar het zuiden, waar de ondiepe, onregelmatige zandbanken en de getijdstroom voor potvissen een echte val vormen. (Belga/TE/SD)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content