Ook zeldzame hommels spelen koekoek

Koekoekshommel © Wikimedia
Dirk Draulans
Dirk Draulans Bioloog en redacteur bij Knack.

Bioloog en Knack-redacteur Dirk Draulans ontdekte bij hem thuis een grote en uiterst zeldzame hommel die parasiteert op andere hommels.

Soms is huiselijke laksheid een zegen. Het is heet in mijn boerderijtje, veel deuren staan open, maar het antivliegengordijn voor de grootste deur was op de grond gevallen en ik had het niet meteen weer opgehangen. Laksheid als gevolg van hitteluiheid. Maar wel met een spectaculair gevolg. Ineens zag ik binnen tegen een raam een gigantisch grote hommel sukkelen. Ze raakte bijna niet omhoog, probeerde wanhopig met haar pootjes grip op het glas te krijgen, en bleek te vermoeid om nog rond te kunnen vliegen. Een vogel voor de kat, leek het, maar gelukkig zijn er geen katten in huis.

Ik ben een grote hommelfanaat, koester de diertjes, zie er nooit gevaar in, maar dit beest boezemde ontzag in. Groot en zwart, met een rosrode achterkant. Voor ik ze ving om ze weer buiten te zetten maakte ik er enkele foto’s van, omdat ik vermoedde dat die nodig zouden zijn om ze te kunnen determineren. Buiten vloog ze in mijn haag, waar ze met haar pootjes ijverig alles aan haar lichaam weer in orde bracht voor ze – ineens – wegschoot. Ik zag ze niet meer terug.

Maar de determinatie zou me sterk verbazen en erg blij maken. Ik stuurde een foto naar expert sociale insecten Tom Wenseleers van de KU Leuven. Hij zag er meteen een koningin in van de uiterst zeldzame rode koekoekshommel. Dat is een hommel die van koekoek spelen haar levensstijl gemaakt heeft: ze bouwt zelf geen nestje, maar dringt het nest binnen van een steenhommel, waar ze haar eitjes dumpt, net zoals koekoeken hun eieren dumpen in nesten van zangvogeltjes.

Daarbij gaat ze soms in conflict met de lokale koningin, die niet zelden gedood wordt. De koekoekshommeleieren worden door de steenhommelwerksters verzorgd. Uit die eitjes komen geen werksters – die zijn niet nodig in het koekoekshommelbestaan – maar uitsluitend koninginnen en mannetjes. In de herfst vliegen die uit, waarna ze paren en de mannetjes sterven. De koninginnen overwinteren om de volgende lente hun cyclus te sluiten.

Gezien de zeldzaamheid van de soort hield Wenseleers toch een kleine slag om de arm: omdat de koekoekshommel, om succesvol te kunnen parasiteren, heel sterk op haar slachtoffersoort de steenhommel is gaan gelijken, is het niet altijd evident om de twee uit elkaar te houden. Dus heb ik de foto ook naar wildebijenexpert Jens D’Haeseleer van Natuurpunt gestuurd, en die is formeel: heel zeker een rode koekoekshommel, omwille van de kale plekken op haar achterlijf, de donkerberookte vleugels en vooral het ontbreken van stuifmeelkorfjes op haar achterste poten: omdat de soort geen bloemen voor de voeding van haar kroost moet bezoeken, is het niet nodig dat ze zulke korfjes heeft. Die zijn waarschijnlijk verdwenen in de loop van haar evolutie, samen met haar vermogen om werksters te produceren.

Jens wist ook te melden dat de soort een extra hard pantser heeft en een lange angel, om beter bestand te zijn tegen aanvallen van werksters in het nest waarin ze binnendringt. Een gemakkelijke levensstijl zonder noemenswaardige inspanningen om je kroost groot te brengen komt meestal aan een kostprijs, in dit geval het risico te sterven voor je je hebt voortgeplant. Dat de soort uiterst zeldzaam is, wijst erop dat haar strategie niet noodzakelijk lucratief is. Nu alle hommels, inbegrepen de steenhommel, steeds zeldzamer worden, zal het voor koekoekshommels nog moeilijker zijn om goede populaties te handhaven.

Hoe uniek mijn waarneming was, bleek uit de gegevens voor de soort op de waarnemingensite van Natuurpunt: er zijn sinds 2005 amper 169 exemplaren in België gezien. Een analogie met de vogelwereld zou zijn dat er een zeldzame zeearend bij me zou binnenvliegen. Hoewel, daarvan zijn er sinds 2005 al meer dan 2300 gezien. Een extreem zeldzame grijze wouw? Nog altijd een 500-tal waarnemingen in totaal. Er kijken natuurlijk veel minder mensen naar hommels dan naar vogels, maar toch. Het afgevallen vliegengordijn heeft me misschien wel de zeldzaamste waarneming van het jaar opgeleverd.

De waarneming is de allereerste in de heel brede regio. Ik cultiveer de neiging te denken dat ze te danken is aan de prachtige nieuwe natuur die in de Waaslandpolders gecreëerd is. Nieuwe natuur waar sommige anderen alleen maar containerbiodiversiteit of oud riet en vuil slib in zien. Ze dwalen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content