Minder werken voor het milieu

De Amerikaanse economieprofessor Juliet Schor heeft een wel erg originele oplossing voor de economische én ecologische crisis: we moeten met zijn allen minder gaan werken.

Op zaterdag 14 januari om 19 uur geeft Juliet Schor een lezing in de Orangerie van de Botanique in Brussel. De lezing is gratis, inschrijving is verplicht. Info: www.oikos.be

Ze pleit voor een radicale ommekeer in ons economisch model, en koppelt daarbij welvaart aan ecologische vooruitgang. Ze schreef er een boek over, ‘Plenitude – The New Economics of True Wealth’ (2010), en geeft binnenkort een lezing in Brussel.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Momenteel is de situatie compleet scheefgegroeid, meent Schor. “Voor gewone mensen gaan de zaken slechter: de verwachting is dat hun levensstandaard zal dalen, dat de arbeidsomstandigheden verslechteren, dat de kans op gehele of gedeeltelijke werkloosheid stijgt, dat de onstabiliteit toeneemt. Bovendien zullen mensen meer dan waarschijnlijk ook meer moeten betalen voor basisbehoeften als voedsel en energie. En dit zijn geen ontwikkelingen die onvermijdelijk zijn, het zijn politieke keuzen. Zeker in Europa, waar nu een soberheidspolitiek gevoerd wordt, waardoor de lasten van de crisis afgewenteld worden op de gewone mensen en niet op hen die ze veroorzaakt hebben. Kleine elites oefenen momenteel extreem veel controle uit, ze controleren regeringen.”

Ook in het globale klimaatdebat zie je volgens haar hetzelfde mechanisme aan het werk. “Het leeuwendeel van de ecologische impact komt van een heel kleine groep. Zij die aan de top staan, hebben een voetafdruk die enorm veel groter is dan mensen lager op de ladder. Zo is de gemiddelde Amerikaan tien keer schadelijker voor het milieu dan de gemiddelde Indiër. En toch lijken de rijken de lasten te willen afwentelen op de anderen. De uitstoot per persoon is in Amerika ontzettend veel hoger dan in China, maar we proberen wel de Chinezen de schuld te geven van het mislukken van de klimaattop in Durban.”

Dus vooral wij in het Westen zullen een inspanning moeten doen. Maar zal dat geen al te grote stap terug zijn voor velen? Terug naar de negentiende eeuw?

Juliet Schor: Ik geloof helemaal niet dat we teruggaan naar negentiende-eeuwse toestanden. Met mijn boek wil ik net aantonen dat er een eenentwintigste-eeuwse manier is om low impact te zijn. Het betekent vooral dat we productiviteitsgroei moeten compenseren door minder te gaan werken. Doordat de schaal van onze economie steeds toeneemt, doen we telkens de milieubesparende effecten teniet die we onder andere dankzij nieuwe technologieën kunnen bereiken. Dus om ooit tot minder uitstoot te komen, moet de groei stoppen, en dat bereik je door minder te gaan werken. Om een simpel voorbeeld te geven: als een firma elk jaar drie procent groeit, compenseert ze dat door de werktijd ook met drie procent te verminderen. En dat doe je dan op een macro-economisch niveau. Dus je zorgt ervoor dat je globaal genomen dezelfde hoeveelheden blijft produceren, maar met minder werkuren. Alleen op die manier kun je je ecologische impact op een succesvolle manier verminderen. Stel dat je zo anderhalf tot twee procent minder uitstoot per jaar kunt realiseren, dan heb je over een periode van twintig jaar echt wel een significante vermindering bereikt.

De extra vrije tijd die mensen hebben, kunnen ze gebruiken voor wat ik in mijn boek ‘hightech zelfvoorziening’ noem. Ze kunnen buiten het marktsysteem om zelf zaken gaan produceren door onder andere gebruik te maken van de nieuwe digitale en ecologische technologieën. Dus dat is helemaal niet terug naar de negentiende eeuw, maar veeleer een stap vooruit naar nieuwe, kleinschalige, creatieve productie die steunt op netwerken.

Critici zullen zich afvragen hoe dat systeem van kleinschalige, lokale productie en werktijdverkorting ooit het bestaande systeem van massaproductie kan vervangen?

Het bestaande systeem speelt het spel niet eerlijk, het vertrekt vanuit een verkeerde economische basis. Zo betaalt het niet voor de ware kosten die het veroorzaakt, waardoor het er heel wat productiever uitziet dan het in feite is. Kijk bijvoorbeeld naar de landbouw: als je de bodem vernietigt door een intensief gebruik van pesticiden, dan heb je misschien nu wel een grote opbrengst, maar als later je ecosysteem instort, ben je alles weer kwijt. Ook fossiele brandstoffen lijken alleen maar goedkoop, maar zijn het niet omdat de milieukost niet in rekening wordt gebracht. ‘Grootschalig is goedkoper’, was een van de belangrijkste argumenten van het business as usual-systeem, maar we weten nu dat dat niet zo is.

En als je kijkt waar de jobs tegenwoordig vandaan komen – in de VS althans, van Europa ken ik de cijfers niet zo goed – dan is dat veelal van kleine bedrijfjes die zeer dynamisch en innovatief zijn. Zij leggen de grote jongens zelfs het vuur aan de schenen, die vaak alleen overleven door de kleintjes op te kopen. Dus er is echt wel reden om te denken dat het tijdperk van de grootschaligheid op zijn einde loopt. Ook op financieel gebied: we zien nu wat dat systeem heeft meegebracht aan problemen en herhaalde instabiliteit.

Veel mensen verwachten een grimmig 2012. Maar u ziet ook tekenen van hoop?

Absoluut. Een van de dingen die zich voordoen als het politieke en economische systeem het laten afweten, en dat is wat er nu gebeurt, is dat mensen het initiatief beginnen te nemen en zelf dingen gaan oplossen. Zo is de hele plenitude-beweging in de VS ontstaan. Aanvankelijk was het alleen een kleine groep die het beu was dat de regering de ecologische problemen niet aanpakte, en die dan maar zelf het heft in handen nam. Toen daarna ook de economie instortte, verloren heel wat meer mensen hun vertrouwen in het centrale gezag, en won het economisch model van plenitude aan aantrekkingskracht: velen hadden hun job verloren en hadden dus veel vrije tijd, ze moesten goedkoper gaan leven, dus in plaats van naar de supermarkt te trekken om dingen te kopen, begonnen ze zelf dingen te maken. En hoe langer de crisis duurt, hoe sterker de beweging zal worden.

In Europa wordt deze tendens wat afgezwakt doordat het socialezekerheidssysteem de mensen van een inkomen blijft voorzien, waardoor ze sterker verbonden blijven met het marktsysteem. Maar naarmate sociale voorzieningen uitgehold worden, zullen ook daar de mensen zich meer en meer beginnen te organiseren.

Jan Haeverans

Plenitude – The New Economics of True Wealth is uitgegeven bij The Penguin Press en kost 25,95 dollar (zo’n 20 euro). Het is nog niet in het Nederlands vertaald.

Lees het volledige interview met Juliet Schor in het eerste nummer van Knack Weekend (4 januari), dat volledig gewijd is aan de nieuwe tendensen van het komende jaar.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content