Kraagtrap valt ten prooi aan koninklijke jachtpartijen

De kraagtrap, een bedreigde trekvogel, is elk jaar het doelwit van Arabische hoogwaardigheidsbekleders die in Pakistan worden uitgenodigd voor jachtpartijen.

De vogels vliegen elk jaar tussen november en januari via de Indusroute van Centraal-Azië naar de woestijnen van Pakistan. Elk jaar worden ook hoge Arabieren uitgenodigd in de woestijnen van Sindh, Punjab en Balochistan voor een jachtkamp van tien dagen. In die periode proberen ze zoveel mogelijk beschermde vogels te schieten.

Deze winter heeft de Pakistaanse president Asif Ali Zardari de zoon van de premier van Qatar uitgenodigd voor een jachtpartij in het Nationale Park Kirthar, en in de districten Thattam Jamshoro en Badin in de provincie Sindh.

“Dit hebben we nog nooit eerder meegemaakt. De president overtreed hiermee de wet”, zegt Ejaz Ahmed van het Wereldnatuurfonds (WWF) in Pakistan. “Maar het is mogelijk dat hij zich niet bewust is van de wetgeving die deze vogels beschermt, of dat hij zich niet realiseert hoe belangrijk het is beschermde gebieden te hebben.”

Het Nationale Park Kirthar telt 25.000 hectare, net buiten Karachi. Het park is het enige in zijn soort en valt onder een natuurbeschermingswet uit 1972 die jagen verbiedt en stropers lange gevangenisstraffen en hoge boetes belooft.

Koninklijke gasten Het Pakistaanse ministerie van Buitenlandse Zaken, dat de jachtpartij organiseert, heeft geen details bekend gemaakt. Maar activisten die al jarenlang protesteren tegen de jacht, weten dat de kraagtrap het doelwit is. In de afgelopen twintig tot dertig jaar nam de populatie van de Aziatische kraagtrap steeds verder af, voornamelijk als gevolg van ongereguleerde jacht, stroperij en verlies van habitat door menselijke activiteit.

Terwijl het de plaatselijke bevolking strikt verboden is te jagen, wordt het verbod tijdelijk opgeheven voor de Arabische gasten. Dit jaar werden vergunningen om jachtkampen op te zetten gegeven aan hoogwaardigheidsbekleders die behoren tot de koninklijke families van Saoedi-Arabië (2), de Verenigde Arabische Emiraten (12), Qatar (11) en Bahrein (5). Zij mogen jagen in veertien districten in drie van de vier provincies waar de vogels overwinteren.

“Deze koninklijke gasten mogen tien dagen jagen. In die periode mogen ze elk maximaal honderd vogels schieten”, zegt een functionaris van het Departement voor Natuur (SWD), die anoniem wil blijven.

Elke hoogwaardigheidsbekleder komt met een entourage van zo’n twintig eigen gasten, en een brigade personeel, van koks tot wasvrouwen. Ze nemen ook hun eigen voertuigen en de “noodzakelijke” kampeerbenodigdheden mee.

Bij elke groep is ook een functionaris van het SWD aanwezig, die ervoor moet zorgen dat de koninklijke gasten niets tekort komen, maar die ook oplet of er niet gehandeld wordt in strijd met de wet. Volgens de anonieme bron blijven de meeste gasten “langer dan tien dagen en schieten ze meer dan honderd vogels.”

Bedoeïensport Zoöloog Ali Murtaza Dharejo, zegt dat zwakke handhaving van de wet ertoe geleid heeft dat de vogel op de rand van uitsterven staat. “We vernielen de habitat van de vogels en andere dieren, er is geen vegetatie meer en er zijn steeds minder vijvers.”

De functionaris van het SWD bevestigt dat. “Het is niet wetenschappelijk onderzocht of er minder vogels zijn of dat ze hun route hebben veranderd. Maar ik denk dat de afwezigheid van de vogels te maken heeft met de tientallen jaren van ongereguleerde jacht en de door menselijke activiteiten verslechterde habitat.”

De Arabische gasten delen deze zorgen overigens, zij het om een andere reden. Ze realiseren zich dat er spoedig een einde kan komen aan deze oude bedoeïensport, als de natuur niet beter beschermd wordt. Momenteel worden er maatregelen genomen om de populatie op peil te houden, maar die maatregelen zijn wellicht niet opgewassen tegen de jachtlust.

Dit jaar meldden twee broedcentra, die in Abu Dhabi werden opgezet door het International Fund for Houbara Conservation (IFHC), een wereldwijde organisatie die de bedreigde soort wil beschermen, de aanwezigheid van 13.000 nieuwe vogels. De totale populatie zou daarmee op 120.000 komen. Sinds 2006 zijn er ook twee broedcentra in Marokko. (IPS)