De Indonesische visgronden lopen samen met de Liberiaanse het meeste gevaar om in te storten. Dat blijkt uit een nieuw onderzoek door onder meer de Universiteit van Californië.
De studie in Environmental Science and Policy maakt een rangschikking van 27 landen die sterk afhankelijk zijn van visvangst rond koraalriffen voor hun voedselvoorziening. De onderzoekers gingen na in welke mate de landen zijn blootgesteld aan de gevolgen van de klimaatverandering en aan andere schadelijke invloeden door menselijke activiteiten, en in welke mate de landen zich daartegen kunnen wapenen of in welke mate ze zich kunnen aanpassen.
Klimaatverandering
Koraalriffen zijn wereldwijd in gevaar, onder meer door de klimaatverandering en de veranderende zuurtegraad van het water. Uit de rangschikking blijkt dat met name Indonesië groot gevaar loopt. De gemiddelde inwoner haalt er 60 procent van zijn of haar dierlijke eiwitten uit vis.
Liberia volgt op de tweede plaats, vooral omdat het land weinig capaciteit heeft om zich aan te passen. Kenia, Ivoorkust en de Filipijnen vervolledigen de top vijf. Van de 27 onderzochte landen bleken Maleisië en Sri Lanka het minst kwetsbaar.
Volgens de auteurs moet de studie een alarmsignaal zijn voor de regeringen van de kwetsbare landen. Die moeten dringend investeren in alternatieve bronnen van proteïnen, bijvoorbeeld via de teelt van bonen of het kweken van gevogelte, of door middel van aquacultuur. (IPS/INM)
