Slakjes kunnen een doortocht door maag en darm van een eend overleven.
Slakken kunnen zich niet gemakkelijk verweren tegen aanvallers, want ze kunnen zich niet snel uit de voeten maken, maar hun schelp lijkt hen in een aantal gevallen toch een grotere bescherming te geven dan wij altijd gedacht hebben.
Onderzoekers die niet te beroerd zijn om als dagtaak in uitwerpselen van eenden te roeren, ontdekten dat kleine wadslakjes een doortocht door de darm van een bergeend kunnen overleven. De slakjes leven in het slik van het wad, waar ze gemakkelijk ten prooi vallen aan slobberende eenden. In principe worden ze als prooi in de maag van een eend verbrijzeld, maar blijkbaar ontsnapt een aantal diertjes aan de dodelijke effecten van het ononderbroken gemaal.
Ze komen met dikwijls slechts lichte beschadigingen aan de andere kant van de eend weer uit de darm, en hervatten hun bestaan in de modder – een ervaring rijker. Volgens het vakblad Palaios, dat de resultaten van het onderzoek publiceerde, kunnen de slakjes eventuele schade aan hun schelp zelfs herstellen. Maar ze zullen altijd een litteken van hun ongetwijfeld helse doortocht door de eendendarm blijven dragen.
Op sommige plaatsen in de Nederlandse Waddenzee droeg niet minder dan 42 procent van de slakjes littekens van een darmpassage op hun schelp. Passage door een eendendarm hoort er blijkbaar tot de normale geplogenheden van hun leven. (DD)
