In lichtarme omstandigheden passen bomen hun strategie voor een efficiënte fotosynthese aan.
In wolkenrijke omstandigheden krijgen bomen in bossen minder licht binnen, waardoor ze minder efficiënt zouden zijn in het vergaren van energie. Zoals de meeste planten hebben bomen licht nodig om via het proces van fotosynthese koolstofdioxide en water om te zetten in suikers en zuurstof.
Toch is gebleken dat bomen het in wolkenrijke omstandigheden niet noodzakelijk minder goed doen. In het vakblad Functional Ecology leggen wetenschappers uit hoe ze hun strategie zo aanpassen dat ze geen nadeel ondervinden van een gebrekkige toegang tot zonnestralen.
Op zonnige dagen zijn het vooral loten hoog in een boom die het zonlicht opvangen, zodat 78 procent van de CO2-verwerking daar gebeurt. Maar op bewolkte dagen staat de bovenlaag in voor minder dan de helft van de verwerking. Doordat het zonlicht in de wolken sterk gefragmenteerd raakt, zijn er ook loten lager op de bomen die hun deel van de fotosynthese doen.
Het is zelfs zo dat de grotere diffusie van zonlicht op een bewolkte dag leidt tot een in totaal hogere CO2-verwerking in een bos dan op zonnige dagen – een resultaat dat als tegenintuïtief wordt gepresenteerd.
Het inzicht impliceert dat er anders moet worden gekeken naar de impact van wolken op het broeikaseffect. Wolken zijn een probleem in klimaatmodellen, omdat ze zo onvoorspelbaar zijn. (DD)
