Beestenboel: ‘Het is de ultieme moederreflex: jezelf als voeding voor je jongen presenteren’

© .
Dirk Draulans
Dirk Draulans Bioloog en redacteur bij Knack.

In de Antwerpse ruien wemelt het van de kaardespinnen, maar het is helaas niet de uiterst zeldzame boskaardespin, zoals de gidsen beweren.

Het is een spectaculaire wandeling in de ruien onder het centrum van Antwerpen: mooi uitgelicht en historisch beladen. Bijna onvoorstelbaar hoe erg het in de middeleeuwen in de snel groeiende metropool gestonken moet hebben, omdat inwoners hun afval gewoon in het water van de vele kanaaltjes kieperden. Om de stank tegen te gaan en epidemieën te bestrijden, werd beslist de kanaaltjes te overwelven. Had men dat niet gedaan, had Antwerpen er vandaag uitgezien als Amsterdam met zijn grachten.

Veel leven lijkt er niet te huizen in de brede en hoge gangen. Wat kleine ratten, en op de richels langs de wanden enkele wit besneeuwde kerstboompjes: volgens de gids schimmelpluimen op de uitwerpselen van de ratten – de natuur laat geen mogelijkheid als biotoop onbenut. Het enige wat echt interessant is, zijn duizenden webben van wat de gids de boskaardespin noemde: een uiterst zeldzaam spinnetje dat nergens anders in Vlaanderen voorkomt en dat om redenen die niemand kent uit vochtige bergwouden naar de Antwerpse ruien zou zijn overgewaaid.

Het is de ultieme moederreflex: jezelf als voeding voor je jongen presenteren

Op de waarnemingensite van Natuurpunt staat de boskaardespin niet geregistreerd als lid van onze fauna. Dus contact opgenomen met dé spinnenexpert van Vlaanderen: Koen Van Keer van spinnenvereniging Arabel, en Antwerpenaar. ‘Verkondigen ze die zever nog altijd?’ reageert hij met een diepe zucht. ‘Ik leg al jaren uit dat het niet de boskaardespin is die in de ruien leeft, maar de gewone grote kaardespin. Om een of andere reden blijft die mythe circuleren.’

Het is vreemd, vooral omdat er over de grote kaardespin ook interessante zaken te vertellen zijn. Het is wel een algemene soort, die onder elk deksel van een water- of beerput te vinden is, maar haar levensstijl heeft een wild karakter dat perfect past bij de verhalen die de gidsen over de middeleeuwse Antwerpenaar opdissen. Haar web ziet eruit als de kop van een kaardebol: een distelachtige plant, waarvan de stekelige koppen in lang vervlogen tijden in de lakenindustrie werden gebruikt. Het web heeft geen kleefstof, maar volgens Van Keer functioneert het door het uitlokken van een soort velcro-effect tussen zijn wollige draden en de poten van de prooien die erop terechtkomen.

De grote kaardespin is ondanks haar naam niet zo groot, maximaal anderhalve centimeter. Vandaar dat ze een techniek ontwikkeld heeft om eventuele kaken of angels van haar slachtoffers te ontwijken: ze grijpt de op het web gevangen diertjes van ver bij de voelsprieten of poten en spuit haar gif daar in. Het is een strategie die alvast in de Antwerpse ruien goed werkt, want er hangt een enorm aantal webben. Je kunt je afvragen waar al die spinnen van leven, want buiten pissebedden zagen we er niet veel eetbaars voor een spin.

De grote kaardespin heeft nog een eigenschap die toeristische gidsen kunnen uitbuiten: ze etaleert uitzonderlijke moederlijke kwaliteiten. Nadat er uit haar eerste set eieren spinnetjes zijn gekropen, legt de moeder een tweede set die als voedsel voor de kleintjes dient. Als die op zijn, stimuleert ze de jongen om haar op te eten. Het is de ultieme moederreflex, jezelf als voeding voor je jongen presenteren. Dat is toch veel beter als verhaal dan iets mistigs over vreemde beestjes uit verre vochtige bossen.

Partner Content