BEESTENBOEL

© Cheese photography

Bioloog Dirk Draulans zoomt elke week in op een opvallend specimen in de Vlaamse natuur – mensen uitgezonderd. Deze week: de veenmol.

Hij is het grootste insect dat je in Vlaanderen kunt vinden, maar de meeste mensen kennen hem niet: de veenmol. Hij wordt gemakkelijk 5 centimeter groot, maar omdat hij zijn leven vooral onder de grond doorbrengt, krijg je hem zelden te zien.

De veenmol lijkt een biologisch anachronisme, een absurd beest met een stekelstaart als een krekel en voorpoten als een mol. Met die voorpoten graaft hij enkele centimeters onder de grond gangen ter grootte van een vinger. Daarin beweegt hij zich voort op zoek naar voedsel, net als de mol die hem een deel van zijn naam gaf. Het ‘veen’ heeft betrekking op het gegeven dat het dier graag in zachte grond vertoeft, dat vergemakkelijkt het graafwerk. Net als een mol kan het probleemloos vooruit en achteruit door zijn smalle gangen struinen – draaien is niet altijd mogelijk.

Het dier eet alles wat het in zijn gangen vindt: andere diertjes en plantendelen. Voor de een is het een nuttig dier omdat het potentieel schadelijke diertjes voor groenten verdelgt, voor de ander is het een schadelijk dier omdat het tijdens zijn graafwerk wortels van planten doorknaagt. Onderzoek heeft uitgewezen dat een veenmol, net als wij, gebaat is met een goed uitgebalanceerde voeding. Als hij een puur vegetarisch leven leidt, verliest hij energie. Onze ethische bezwaren zijn hem evenwel niet tot last: als het moet, gaat hij zich ongegeneerd aan kannibalisme te buiten.

De verspreiding van de veenmol in Vlaanderen is niet goed bekend. Het insect staat op de Rode Lijst van bedreigde diersoorten, maar desondanks kan het in moestuintjes gevonden worden – sommige mensen ontdekken het tijdens spitwerk. Ook katten komen er soms mee aandragen. Toch wordt zijn voornaamste leefgebied omschreven als ‘vochtige en humusrijke graslanden en veengebieden’: zeldzame biotopen dus.

Om meer zicht te krijgen op het voorkomen van het dier in Vlaanderen organiseert de sprinkhanenwerkgroep van Natuurpunt deze lente de actie ‘Vind een Veenmol’. Voor een inventaris moet er vooral op het vrij luide ratelende geluid van het insect gelet worden. Mannelijke veenmollen hebben de gewoonte om aan een van de ingangen van hun gangenstelsel een klankkast te graven, die het geluid dat ze produceren zo versterkt dat het vrij gemakkelijk op te vangen is, zeker op warme avonden en nachten. De versterking zou van hetzelfde niveau zijn als wat onze microfoons met onze stemmen doen.

De veenmol zingt evenwel niet, hij wrijft zijn beide vleugels stevig over elkaar om een raspend geluid te produceren. Daarmee lokt hij een vrouwtje, waarvoor hij in zijn gangenstelsel een broedkamer heeft. Na bevruchting legt het vrouwtje een tweehonderdtal eitjes die ze – uitzonderlijk voor een insect – verzorgt, bijvoorbeeld door ze regelmatig te likken om schimmelvorming in de vochtige ondergrond tegen te gaan. Vlak boven het nest worden planten weggesneden om meer zonlicht toe te laten, want hoe warmer het in de broedkamer is, hoe sneller de eitjes uitkomen. Ook de jongen worden eventjes verzorgd, tot ze na enkele weken de wijde wereld intrekken, zonder zich nog om hun moeder te bekommeren. Moederliefde is een zeldzaamheid in de dierenwereld.

Net als wij zijn veenmollen gebaat met een uitgebalanceerd dieet: een puur vegetarisch leven is minder gezond.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content