Was- en/of poetsproducten hebben een grote impact op onze waterkwaliteit. Enorme hoeveelheden water zijn nodig om de giftige stoffen in schoonmaakproducten te neutraliseren.
Het neutraliseren van was en poetsproducten kost ons jaarlijks onnodig honderdduizenden liters water, zo blijkt uit een onderzoek van ecologisch schoonmaakmiddelenproducent Ecover naar het kritisch verdunningsvolume van onze schoonmaakproducten. Het kritisch verdunningsvolume wordt gebruikt om te berekenen hoeveel water er nodig is om de impact van was- en poetsproducten op het milieu te neutraliseren.
Zo blijken tussen de 4.035 en 5.187 badkuipen van 80 liter water nodig te zijn om wasverzachter te neutraliseren, afhankelijk van een ecologisch of conventioneel product. Voor handzeep varieert dat tussen de 33.142 en 42.260 badkuipen. Het neutraliseren van waspoeder verschilt tussen de 60.392 en 62.803 badkuipen water.
De grootste verschillen tussen ecologische en conventionele producten zijn op te merken bij afwasmiddelen, geconcentreerde vloeibare wasmiddelen en vaatwastabletten. Bij geconcentreerde vloeibare wasmiddelen varieert het aantal badkuipen die nodig zijn om het product te neutraliseren tussen de 27.030 en 73.635. Bij afwasmiddelen tussen de 2785 en 47.966 badkuipen. Het grootste verschil is te vinden bij de keuze van vaatwastabletten. Wanneer een ecologisch product gebruikt wordt, zijn er ‘slechts’ 44.681 badkuipen van 80 liter water nodig, tegenover 711.757 badkuipen bij het gebruik van een conventioneel product.
Impact op leven in water
Schoonmaakmiddelen bevatten heel wat schadelijke stoffen die niet altijd even snel biologisch afbreekbaar zijn. Of zelfs helemaal niet biologisch afbreekbaar zijn op plaatsen waar geen zuurstof aanwezig is, zoals onder water of in slib, waar het afvalwater via watersystemen naartoe geleid wordt. Waardoor poetsproducten eveneens een negatieve impact hebben op het waterbestand, zoals bacteriën, algen, watervlooien en vissen. Zelfs wanneer de substanties in kleine hoeveelheden voorkomen.
Fosfaten, die in heel wat poetsproducten zitten, komen via het afvalwater in lokale meren en vijvers terecht. De algen die in de meren en vijvers zitten, vullen zich met die fosfaten. Maar vaak overeten ze zich waardoor ze uiteindelijk uitsterven. Bacteriën doen zich vervolgens te goed aan de dode algen. Door de grote hoeveelheden zuurstof die bacteriën gebruiken bij het afbreken van organisch afval, raakt het zuurstof in het water op. En geen zuurstof betekent geen leven.
Wat op het eerste zicht banaal lijkt, namelijk de keuze van was- en/of poetsproducten, heeft met andere woorden een enorme impact op het leven in en kwaliteit van water. (LS)
