Dirk Draulans

Oud worden is geen zegen

Dirk Draulans Bioloog en redacteur bij Knack.

De strijd tegen veroudering versterkt de problemen waar de mensheid mee worstelt: te veel mensen, te veel zorgbehoeften (en te weinig plaats en geld).

Je zou cynisch kunnen zeggen dat de mensheid verkeerd georganiseerd is. Misschien ware het beter dat we na de school- en universiteitstijd meteen begonnen met ons pensioen, tot, laat ons maar iets zeggen, een jaar of 40, om vervolgens aan de slag te gaan tot we erbij neervallen. Ervaring kan dan maximaal renderen. En jonge mensen kosten minder dan oude.

Het ware misschien ook nuttig om legers anders samen te stellen dan vandaag, met vooral ouderen in de voorste rangen, en de jeugd achteraan, met bejaarden in plaats van kindsoldaten die een omgeving terroriseren tot ze erbij neervallen. Aangezien testosteron en andere driftkikkerstimulerende stoffen op hogere leeftijd minder dwingend hun ding doen, zouden er ook minder verkrachtingen zijn.

Maar nee, wij volharden in de boosheid en doen het omgekeerde. Wij laten mensen in de fleur van hun leven moeizaam aan een loopbaan werken, terwijl ze met de last van kleine kinderen zitten, en eenmaal op oudere leeftijd worden ouderen, op zijn minst in het comfortabele deel van de wereld, verzorgd en gepamperd tot ze niet meer kunnen.

De wetenschap zet hoog in op de strijd tegen ziektes, en zelfs op de strijd tegen veroudering. Ze speurt intens naar verouderingsprocessen en naar manieren om die te remmen. Hormoontherapie, stamceltherapie, gentherapie – het wordt allemaal naarstig uitgevlooid om te kijken of we het leven van een mens niet beduidend kunnen verlengen. Een gemiddelde leeftijd van 120 jaar moet binnen bereik liggen, menen sommige wetenschappers.

Maar wat de kostprijs daarvan voor de maatschappij zou zijn, wordt minder helder belicht. Pensioenen die langer duren dan een actieve loopbaan, een sociale zekerheid die nu al kreunt onder het gewicht van de vergrijzing, een levensruimte die sowieso beperkt is en die nu al stilaan volloopt met mensen…

Een groot deel van de winst die in de strijd tegen de bevolkingsaangroei bereikt wordt door het gemiddeld aantal geboortes per vrouw omlaag te halen, wordt teniet gedaan door de verlenging van de gemiddelde levensduur. In die zin zou er misschien beter mínder worden ingezet op wanhopige pogingen om ons leven langer te maken, en meer op het beschermen van al die steeds zeldzamer wordende, maar o zo fascinerende wezens die wij door onze ongebreidelde expansie letterlijk in het gedrang brengen.

Het kan ook anders. Het Nederlandse wetenschapspopulariserende magazine Quest had in zijn jongste nummer een interessante suggestie: als we de gemiddelde lengte van de mens doen afnemen, besparen we substantieel op energie, en eventueel zelfs op ruimte, want hoe groter mensen zijn, hoe meer ze verbruiken (en hoe meer plaats ze nodig hebben).

Grappig is dat de suggestie komt van wetenschappers die een stuk kleiner zijn dan gemiddeld. Ze reiken zelfs al praktische methodes aan om een lengtevermindering met, laat ons zeggen 15 centimeter, te bereiken. Er is de mogelijkheid van een kuur om de werking van groeihormonen te remmen, maar zoiets gaat dikwijls met ongewenste neveneffecten gepaard.

Er is de veel realistischere weg om vanaf heel jonge leeftijd op dieet te gaan – dieet als contrast met een voedingspakket naar onze huidige normen van overvloed. Als we 30 procent minder zouden eten dan we nu doorgaans doen, zou onze groei merkbaar geremd worden. En aangezien we dan vanaf jonge leeftijd leren om minder te eten, zou de vreetcultuur die nu zo welig woekert en tot een pandemie van obesitas aan het uitgroeien is, vanzelf worden weggewerkt.

Helaas zijn dit soort briljante ideeën gedoemd om ideeën te blijven. De mensheid is slecht in het organiseren van een collectief gebeuren om haar eigen welzijn, laat staan dat van andere dieren, op lange termijn te bevorderen. Ondanks onze sociale inborst blijven wij te sterk gefocust op het individu om het groepsbelang te laten doorwegen.

De meesten van ons vinden zich zo belangrijk dat ze best 120 jaar oud zouden willen worden, hoewel het onduidelijk is in welke mate ze dan nog constructief zouden bijdragen tot het welzijn van de maatschappij. Daarom zal er altijd meer geïnvesteerd worden in de strijd tegen veroudering dan in het bevorderen van het kleiner worden van de gemiddelde mens. Hoewel het ene vooral voordelen zou opleveren, en het andere vooral nadelen voor de mensheid in zijn geheel.

Het is al zo dikwijls gezegd: wij cultiveren graag de idee-fixe van rationaliteit, maar in feite zijn we niet goed bezig. We weten dat, maar we houden het graag stil. En we doen rustig verder met wat de weg naar nog meer miserie zou kunnen zijn.

Dirk Draulans In de Knack van 30 mei verschijnt een artikel over de strijd tegen veroudering.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content