Tom Vandyck

Orwell in Amerika: Hoe Obama de deur openzet voor het totalitarisme

Tom Vandyck Tot 2014 correspondent in de VS voor Knack.be

Barack Obama is de wereld heel wat uitleg verschuldigd. Het NSA-afluisterschandaal gaat lijnrecht in tegen zijn beloften uit 2008. De gevolgen voor de privacy en de vrijheid zijn potentieel desastreus.

“Vreest Edward Snowden voor de veiligheid van zijn familie en vrienden?” Dat was de vraag die de Amerikaanse publieke radiozender MPR stelde aan Glenn Greenwald, de journalist/advocaat die in de Britse krant The Guardian het afluisterschandaal rond de FBI en de FBI aan het licht bracht op basis van klokkenluider Snowdens getuigenis.

U leest dat goed: ‘Vreest hij voor zijn familie en vrienden?’ Die vraag werd niet gesteld in het Chili van Pinochet of het Roemenië van Ceaucescu, maar in de het Amerika van Barack Obama. De Founding Fathers draaien zich om in hun graven.

Dat dus net tijdens het weekend dat Obama informeel overleg pleegde met Xi Jinping, de nieuwe president van China. Vooraf was te horen dat hij Xi aan de tand zou voelen over de cyberspionage waaraan de Chinezen zich volgens de VS op grote schaal schuldig maken. U kunt zich Xi’s schadenfreude voostellen. “Zorgt u eerst maar eens dat u ophoudt met zélf uw volk te bespioneren, Mr. President.”

Terzelfdertijd verschool Edward Snowden zich in een hotelkamer in Hongkong. Hij is ondertussen alweer spoorloos, maar toch: Hongkong is Chinees grondgebied. Als Amerikanen in een communistisch land gaan zitten om uit de klauwen van hun eigen alziende regering te blijven, dan is het ver gekomen.

De ‘unknown unknowns’

Barack Obama is zijn volk – en de rest van de wereld, want ook uw internetverkeer passeert door de servers van Google, Facebook en de anderen – een hele serieuze uitslag verschuldigd over dit afluisterschandaal. We hebben hier te maken met geheime gerechtshoven die geheime bevelschriften uitvaardigen die de geheime diensten toelaten om zich clandestien informatie toe te eigenen over de gebruikers van telecom- en internetbedrijven die dat op hun beurt ook weer geheim moeten houden. Dat is pure Orwell.

Al die geheimhouding zorgt ervoor dat we eigenlijk niet eens weten wáár we mee te maken hebben. Hoe tappen de FBI en de NSA al die informatie precies af? Wat gebeurt er vervolgens mee? Hoeveel andere programma’s bestaan er waar we op dit moment nog niks van weten?

In Amerika wordt er nu een breed maatschappelijk debat geëist over de digitale spionagepraktijken van de inlichtingendiensten. Dat is een terechte eis, maar laat ons serieus blijven: hoe zou je dat debat eigenlijk voeren? Dit alles zit onder zoveel lagen geheimhouding dat je niet eens weet waar je het over hebt. Zoals George W. Bush’ minister van Defensie Donald Rumsfeld gezegd zou hebben: de ‘unknown unknowns’ zijn te groot.

Macht corrumpeert

Dat alles dus uit heilige schrik voor het terrorisme. “Inzake defensie verwerpen we de valse keuze tussen onze veiligheid en onze idealen”, zei Obama tijden zijn inauguratierede in 2009. Het toont maar aan dat kandidaat-president zijn iets heel anders is dan president zijn.

“Macht corrumpeert en absolute macht corrumpeert absoluut”, zei Lord Acton in de negentiende eeuw. En zo is het maar net. Maar je hoeft lang geen psychopaat te zijn om over de schreef te gaan. Eens je dagelijks blootgesteld wordt aan veiligheidsbriefings die bol staan van gruwelijke dreigingen, permanent de druk voelt van het veiligheids-establishment en het Pentagon, die zoals elke bureaucratie steeds méér geld en bevoegdheden eisen, en elke dag beslissingen moet nemen over leven en dood, dan ziet de wereld er plots heel anders uit.

Komt daar nog een bij dat ook je eigen politiek hachje elke dag op het spel staat. Voor de president van de Verenigde Staten geldt: ‘The buck stops here’. Als het mis gaat, is het zijn schuld. Dan mag je nog met zulke mooie idealen vertrokken zijn, de verleiding om toe te geven aan de druk, is zo goed als onweerstaanbaar. Stel je maar voor dat er in New York een metrostel met tweehonderd onschuldige zielen ontploft of een onverlaat met een bom in zijn onderbroek daadwerkelijk een vliegtuig opblaast de week nadat je een stuk of wat honderden miljoenen bespaard hebt op de inlichtingendiensten – dat is een risico dat je liever niet neemt.

Anders gesteld, je gaat handelen uit angst. En zoals de stokoude Jedi-meester Yoda zegt in ‘Star Wars’: “Angst is het pad dat leidt naar de dark side.”

Dubbel zo griezelig

Vergis u niet: de ‘dark side’ is wel degelijk waar Obama is beland met de elektronische afluisterprogramma’s van zijn inlichtingendiensten. Die zetten de deur open voor totalitarisme, zo simpel is het.

Voor elektronisch spioneren heb je twee dingen nodig: opslagcapaciteit en rekenkracht. Anders gesteld: hoeveel informatie kan je opslaan en hoe goed kan je daar patronen in herkennen? Hoe groot is je hooiberg en hoe goed is de magneet waarmee je daar spelden in vindt?

Digitale opslagcapaciteit en rekenkracht zijn onderhevig aan de wet van Moore. Die stelt ruwweg dat ze allebei om de twee jaar verdubbelen voor hetzelfde geld. Om in te zien wat dat betekent, moet u uw computer en uw smartphone van een paar jaar geleden maar eens naast die van vandaag leggen. Met de capaciteiten van de FBI en het National Security Agency (NSA) gaat het net zo. Zijn die vandaag al griezelig, dan zijn ze over twee jaar dubbel zo griezelig.

Voor het goeie begrip: dat je elektronische spionage-instrumenten inzet om terroristen in de gaten te houden, is absoluut verdedigbaar en zelfs aanbevelenswaardig. Maar de VS heeft nu al instrumenten in handen die de Stasi jaloers zouden maken. Op basis van de wet van Moore worden die de komende jaren aan snel tempo krachtiger. Dat is simpelweg teveel macht om uit te oefenen zonder maximale transparantie en strenge democratische controle.

“Er was natuurlijk geen middel om te weten of je op eender welk moment in de gaten gehouden werd”, schreef George Orwell in de aanhef van ‘1984’. “Naar hoe vaak en met welk systeem de Gedachtenpolitie inplugde op een individuele lijn had je het raden. Het was zelfs denkbaar dat ze altijd iedereen in de gaten hielden. Maar in ieder geval konden ze inpluggen op je lijn wanneer ze maar wilden. Je moest leven – en dat deed je ook – in de veronderstelling dat ieder geluid dat je maakte gehoord werd.”

Profetische woorden? Rekent u maar. Ook Erich Honeker draait zich om in zijn graf.

Wie gelooft die man nog?

“Een bescheiden inbreuk op de privacy”, noemde Barack Obama de afluisterprogramma’s. Volgens hem zijn ze dat waard, omdat ze “ons helpen om terreuraanslagen te voorkomen.”

Misschien heeft hij met die afweging nog gelijk ook. Het punt is: we weten het niet. “Obama is alle geloofwaardigheid kwijt in dit dossier”, schreef de New York Times. En zo is het maar net. Obama’s Director of National Intelligence, James Clapper, ontkende in maart in het Amerikaanse Congres nog staalhard dat dit soort programma’s bestonden. Die zat dus te liegen. Ondertussen weten we ook dat de inlichtingendiensten journalisten bespioneren en dat de Amerikaanse fiscus gericht achter Tea Party-groepen aan ging. Twee weken geleden verklaarde Obama nog dat het tijd was om de War on Terror te ontmantelen. Nu blijkt dat het spionageapparaat verder om zich heen grijpt dan ooit tevoren. Je kan niet anders dan zeggen: wie gelooft die man nog?

‘Jamaar, als je niks te verbergen hebt, heb je toch niks te vrezen?’, hoor je dan. Maar daar gaat het natuurlijk niet om. Het punt is dat de overheid er in een vrij land geen zaken mee heeft wie je belt, wanneer, van waar en hoe lang, of dat je op het internet dingen opzoekt over kanker, e-mailt met je maîtresse, onheuse chatberichten rondstuurt over je baas en ga zo maar verder.

‘Jamaar, Facebook en Google hebben die informatie sowieso, dus waarom de overheid niet?’, zegt men vervolgens. Maar als de overheid niet te vertrouwen is, wie gaat er Facebook en Google dan controleren? Om maar iets te noemen: een nieuwe rage zijn digitale fitnesspolsbandjes als FitBit en Nike Fuel, waarmee je pakweg je vooruitgang in je voorbereiding op de marathon van Boston van volgend jaar op Facebook kan posten. Je mag er niet aan denken wat er gebeurt als men die informatie aan je ziekte- of levensverzekeraar gaat verkopen: joggen of je premie omhoog.

In handen van fanatici

Obama gaf ook aan dat hij dit soort programma’s niet zou toelaten als hij dacht dat je er politieke tegenstanders mee zou kunnen koeioneren. Wetende dat er zich zonder Obama’s politieke tegenstanders geflipte christelijke theocraten bevinden, zou dat hem wel eens kunnen berouwen.

In Virginia is de Republikeinse deelstaatssenator Mark Obenshain dezer dagen kandidaat-Attorney General (zeg maar minister van Justitie, een rechtstreeks verkozen functie). Die man kwam in 2009 op de proppen met een wetsvoorstel dat zwangere vrouwen zou verplichten om een miskraam bij de politie aan te geven. Deden ze dat niet, dan waren ze schuldig aan een misdrijf en riskeerden ze een jaar cel.

Mag je elektronische spionage-instrumenten gebruiken om een moord te voorkomen? De meeste redelijke mensen zouden zeggen van wel. Maar wat gebeurt er wanneer die instrumenten in handen komen van religieuze fanatici die vinden dat abortus moord is en dat ze van God de opdracht hebben gekregen om daar met alle middelen tegen op te treden? Voor je het weet, weet de overheid dat een vrouw zwanger is voordat haar eigen man dat weet.

Daar hoef je overigens echt niet letterlijk telefoons voor af te luisteren of e-mails in te kijken. Aan de zogenaamde metadata die de Amerikaanse inlichtingendiensten vandaag en masse opslaan, heb je meer dan genoeg. Als een vrouw op het internet dingen gaat opzoeken over zwangerschap, vervolgens met haar kredietkaart een zwangerschapstest koopt en dan naar haar gynaecoloog belt, weet je hoe laat het is. Daar zouden de ayatollahs in Iran dan weer jaloers op zijn.

Een hele nieuwe wereld

Dat alles dus maar om nog maar eens te zeggen dat er over deze dingen grondig nagedacht en gedebatteerd moet worden. We kunnen blij zijn met Facebook en iPhones – allemaal ontzettend handig – maar ondertussen heeft er zich onder onze voeten wel een heuse ‘paradigm shift’ voorgedaan. We zijn zonder dat we het goed en wel in de gaten hebben een hele nieuwe wereld binnengetreden. Wat we daarmee willen doen, en niet zozeer de vraag of we de e-mails van terroristen mogen aftappen (natúúrlijk mogen we dat), is de fundamentele vraag die het Amerikaanse afluisterschandaal oproept.

Het allerminste wat je mag verwachten, zijn dus wel hoorzittingen in het Amerikaanse parlement, gevolgd door een grondige bijstelling van de regels. En dat is nog maar het begin. Dat je de geest weer in de fles krijgt, is een illusie. De technologie is wat ze is. Maar net daarom moet er in het openbaar over gedebatteerd over kunnen worden.

De zaden van het digitale totalitarisme liggen er. Daarmee is niet gezegd dat de dictatuur automatisch voor de deur staat, maar wel dat dit te belangrijk is om exclusief over te laten aan duistere inlichtingendiensten, privébedrijven die er grof geld aan verdienen en een select kransje van aan geheimhouding gebonden politici die constant moeten vrezen voor hun eigen carrière.

“We moeten op onze hoede zijn voor onterecht invloed, of die nu gezocht is of niet, van het militair-industrieel complex”, waarschuwde president Dwight D. Eisenhower in zijn afscheidsrede in 1961. “Het potentieel voor een desastreuze opgang van misplaatste macht bestaat en zal blijven bestaan. We mogen het gewicht van deze combinatie nimmer onze vrijheden en het democratische proces laten bedreigen. We mogen niets als verworven beschouwen. Alleen een alerte, goed geïnformeerde bevolking kan ervoor zorgen dat het reusachtige industriële en militaire apparaat op de juiste wijze samengaat met onze vredelievende methodes en doeleinden.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content