Redactie Knack

Oranje en de tricolore monarchie: zoek de verschillen

Professor Hendrik Vuye legt de financiële statuten van het oranje en het tricolore koningshuis naast elkaar. ‘Nederlanders weten op een eurocent na wat de monarchie hen kost. Waarom mogen de Belgen dat niet weten?’

In Nederland doet koningin Beatrix troonsafstand ten voordele van haar zoon Willem-Alexander. Dat lijkt onwaarschijnlijk in België. Belgische vorsten hebben de traditie op de troon te blijven zitten tot aan hun dood. Maar waar verschillen de beide koningshuizen nog? Professor Grondwettelijk Recht Hendrik Vuye werkt aan een boek over de beide monarchieën. Voor Knack.be legt hij de oranje en de tricolore koningshuizen naast elkaar. Ministeriële verantwoordelijkheid

Democratie impliceert het afleggen van verantwoording wanneer men een openbare functie uitoefent. In een democratie staan er geen personen boven de wet. Daarom geldt voor de koning de regel van de ministeriële verantwoordelijkheid. De koning mag geen handelingen stellen die een politieke draagwijdte kunnen hebben, zonder dat een minister daarvoor de verantwoordelijkheid op zich neemt. Van zodra de minister deze verantwoordelijkheid aanvaardt – technisch heet dit de medeondertekening – is de minister verantwoordelijk. De minister zal dan ook verantwoording moeten afleggen en de verantwoordelijkheid dragen voor de handelingen van de koning die hij heeft medeondertekend.

Deze regel geldt in België echter alleen voor de koning en dus niet voor de koningin en de prinsen. Nochtans is het zo dat deze laatsten ook wel eens daden stellen die politieke gevolgen kunnen hebben. Zo bijvoorbeeld wanneer Prins Filip een manifest van het VBO ondertekent of wanneer Laurent er een soort parallelle diplomatie op nahoudt. Hiervoor bestaat geen ministeriële verantwoordelijkheid.

In Nederland maakt de wet van 30 mei 2002 een onderscheid tussen ‘koninklijk huis’ en ‘koninklijke familie’. Zijn lid van het koninklijk huis: de potentiële troonopvolgers tot de tweede graad (kinderen, kleinkinderen, broers en zussen), de vermoedelijke opvolger van de koning (enkel van toepassing indien deze verder staat dan de tweede graad) en de koning die troonsafstand deed. Ook de echtgenoten zijn lid van het koninklijk huis.

Alle andere familieleden behoren niet tot het koninklijk huis, maar uitsluitend tot de koninklijke familie. Voor alle leden van het huis geldt de ministeriële verantwoordelijkheid, voor de overige familieleden niet.

Civiele lijst en dotaties

In Nederland kent de wet financieel statuut van 22 november 1972 een dotatie toe aan: de koning, de echtgenote of echtgenoot van de koning, de vermoedelijke opvolger, de echtgenoot of echtgenote van de vermoedelijke opvolger, de koning die troonsafstand heeft gedaan en diens echtgenoot of echtgenote. De toegekende uitkeringen bestaan telkenmale uit twee onderdelen. Het A-gedeelte is een salaris-deel, een vergoeding voor geleverde diensten. Het B-gedeelte is een onkostenvergoeding. In Nederland is de dotatie dus functioneel, ze wordt enkel toegekend aan diegene die een rechtstreeks verband hebben of gehad hebben met de koninklijke functie.

In België heeft volgens de Grondwet de koning recht op een civiele lijst. Er is een soort traditie ontstaan om ook aan andere leden van de koninklijke familie dotaties toe te kennen. Zo krijgen niet alleen de koning, maar ook koningin Fabiola, prinses Astrid en de prinsen Laurent en Filip een dotatie. In tegenstelling tot in Nederland bestaan er dus geen criteria voor het toekennen van een dotatie.

Bovendien zijn sommige dotaties niet functioneel, maar wel persoonlijk. Er worden immers dotaties toegekend aan personen die geen enkel rechtstreeks verband hebben met de troon. Zo zullen prinses Astrid en prins Laurent nooit de troon bestijgen, maar krijgen ze wel een royale dotatie.

In België wordt bovendien de besteding van de civiele lijst en de dotaties niet gecontroleerd, zelfs niet door het Rekenhof. Aan het verkrijgen van een dotatie zijn bovendien geen verplichtingen verbonden. Vrijheid-blijheid, voor koningen en prinsen.

Kostprijs van de monarchie

Nederland heeft in 2010 de aanbevelingen van de stuurgroep ‘herziening stelsel kosten koninklijk huis’, voorgezeten door gewezen minister van financiën Gerrit Zalm (VVD) geïmplementeerd. Het beoogde doel is het realiseren van een eenduidig en toegankelijk stelsel van de uitgaven die rechtstreeks verbonden zijn aan de monarchie. Alle uitgaven die samenhangen met het koningschap worden samengebracht op één begroting. Nederlanders weten dus op een eurocent na wat de monarchie hen kost.

In België ontbreekt elke vorm van transparantie. Zoals reeds gesteld worden de bestedingen niet eens gecontroleerd, noch door het parlement, noch door het Rekenhof. Hoeveel de monarchie echt kost kan men niet aflezen uit de begroting. Specialisten als professor Herman Matthys (UGent & VUB) schatten in dat de globale kostprijs van de monarchie meer dan het dubbele is dan gedacht. Waarom mogen Belgen niet weten hoeveel de monarchie daadwerkelijk kost?

Fiscaal statuut: ligt Laken offshore?

Artikel 40, lid 2 van de Nederlandse Grondwet bepaalt uitdrukkelijk dat de door de koning “ontvangen uitkeringen ten laste van het Rijk, alsmede de vermogensbestanddelen welke dienstbaar zijn aan de uitoefening van hun functie, zijn vrij van persoonlijke belastingen. Voorts is hetgeen de Koning of zijn vermoedelijke opvolger krachtens erfrecht of door schenking verkrijgt van een lid van het koninklijk huis vrij van de rechten van successie, overgang en schenking. Verdere vrijdom van belasting kan bij de wet worden verleend”.

Artikel 33 van de Nederlandse successiewet bevat een vrijstelling voor iedereen die iets verkrijgt van de koning, de vermoedelijke opvolger van de koning en de koning die afstand heeft gedaan van het koningschap en hun echtgenoten. Deze specifieke regeling inzake belastingen ligt in Nederland onder vuur. Waarschijnlijk zal hier in de nabije toekomst aan gesleuteld worden.

In België ontbreekt dergelijke grondwettelijke basis voor een specifieke fiscale behandeling van de koninklijke familie. In tegenstelling tot in Nederland betaalt de koninklijke familie wel successierechten op de nalatenschappen. Vandaar de oprichting van Fons Pereos, om ook op dit punt van belastingsvrijdom te genieten.

En toch zijn alle burgers van dit land niet gelijk voor de fiscale wet. Enkele recente parlementaire vragen van volksvertegenwoordiger Theo Francken (N-VA) en de antwoorden van gewezen minister van financiën Steven Vanackere (CD&V) vatten de problematiek goed samen. De koninklijke familie betaalt geen inkomstenbelasting op de civiele lijst en al evenmin op de dotaties. De aankopen ten laste van de civiele lijst en van de dotaties zijn vrijgesteld van BTW en van accijns. Zo bestaat er bijvoorbeeld een intussen beruchte “pompe défiscalisée” te Laken alwaar men belastingvrij kan tanken. Op de inkomsten in het privé-eigendom betaalt de koninklijke familie wel belastingen, zoals bijvoorbeeld roerende of onroerende voorheffing.

Deze verregaande vrijstelling van belasting heeft geen grondwettelijke of wettelijke basis. Het is een administratieve praktijk. Fiscale paradijzen hoeft men dus niet noodzakelijk offshore te gaan zoeken. Ook Laken is een fiscaal paradijs. Zou staatssecretaris John Crombez (SP.A) dit weten?

De revolutionibus orbium coelestium

Nederland heeft sedert de jaren ’70 van vorige eeuw de monarchie herdacht en vernieuwd. Het resultaat mag gezien worden. In België gelden nog steeds de regels van 1831. Kan een moderne democratie zich een negentiende eeuwse monarchie veroorloven?

Maar wie weet. Misschien komt er een Belgisch compromis waarbij men alles wezenlijk verandert, maar alles in de feiten bij het oude blijft. Een Copernicaanse wending, waarna de zon nog steeds rond de aarde draait. Iets wat niemand krijgt uitgelegd. Noem het een Vlindermonarchie.

Hendrik Vuye

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content