Hubert van Humbeeck

Op hoop van zegen

Met operatie Odyssey Dawn speelt de internationale gemeenschap hoog spel. Vooral omdat ze geen idee heeft van wat de uitkomst kan zijn.

In de ruim veertig jaar dat hij het in zijn woestijnland voor het zeggen had, maakte Muammar Khaddafi zich weinig vrienden. Libië was lange tijd een vrijhaven voor terroristen van alle slag. Het werd daarvoor door de Amerikanen al een keer met raketten bestookt in de tijd van Ronald Reagan. Bij die operatie kwam toen overigens een stiefdochtertje van Khaddafi zelf om het leven. De kolonel leek enkele jaren geleden tot inkeer te zijn gekomen, en het hielp dat hij op een zee van olie zit om snel een plaats onder de mensen te krijgen.

De rol van bekeerde zondaar ging hem niet echt goed af. Er hebben ook nog altijd veel mensen in veel landen een rekening met Khaddafi openstaan. Na zo’n lange carrière van oorlog en gestook is dat niet abnormaal. Het verklaart voor een deel waarom, bijvoorbeeld, Jemen en Bahrein op meer clementie kunnen rekenen, hoewel er ook in die landen op vreedzame manifestanten is geschoten. Dat de Arabische Liga zelf om een vliegverbod boven Libië vroeg, maakte het voor de andere landen ook zo veel gemakkelijker om mee te doen.

Er zal dus weinig worden gerouwd als Khaddafi uit zijn tent zou worden geschoten. Het viel overigens op dat de hele Arabische omwenteling van de voorbije twee maanden met de opmars van Khaddafi leek stil te vallen. Vragen om zeggenschap hadden in Libië, maar ook in Jemen en Bahrein pijnlijke consequenties. Met de stemming in de Veiligheidsraad en de eerste Franse gevechtsvliegtuigen kwamen de manifestaties in verschillende landen weer op gang – tot in Damascus en Gaza toe.

Dat er toch lang is getwijfeld of er wel met militaire middelen zou worden ingegrepen, heeft ook met het recente verleden te maken. Zeker de Amerikanen zijn als de dood zo bang voor een nieuw Irak. De gelijkenis tussen de twee landen is ook treffend. Ze hebben allebei veel olie, waarvan de opbrengst door een dictator vooral voor de eigen clan werd bestemd. Ze waren allebei soms een bondgenoot van het Westen en soms een vijand, al naargelang. Maar Saddam Hoessein en Muammar Khaddafi waren vooral meedogenloos en onberekenbaar.

Tegelijk kan niet worden ontkend dat de oorlog in Irak aan dramatisch veel burgers het leven heeft gekost. Ook in Afghanistan sterven elke dag burgers – vaak door het vuur van NAVO-troepen. De twee operaties vragen niet om een snelle herhaling. Anderzijds greep de internationale gemeenschap in 1994 in Rwanda niet krachtdadiger in omdat ze bang was voor een debacle, zoals in Somalië enkele jaren tevoren. Het is een afweging die moet worden gemaakt. Niet iedereen lijkt alvast even goed te hebben begrepen dat er bij het afdwingen van een no-flyzone meer komt kijken dan het kapotschieten van wat afweergeschut.

Wat zeker verbaast, is dat niemand in Parijs, Londen, Brussel of Washington een idee heeft van wat er na Khaddafi moet komen. Of wie de mensen zijn die straks de macht in Tripoli zouden kunnen overnemen. Als het met die overgang fout gaat, bestaat de kans dat Libië verbrokkelt in een stammenoorlog zonder einde. Dat scenario op de zuidelijke oever van de Middellandse Zee zou Europa geen andere keus laten dan het hele land effectief te bezetten. En dan is het echt op hoop van zegen.

Hubert van Humbeeck

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content