Walter Pauli

Oorlog in de Wetstraat: een kwestie van existentialisme

De politieke debatten van de eerste week Di Rupo I maakten het zonneklaar: er woedt een oorlog in de Wetstraat.

Of het op de Kamertribune is, in interviews of op persconferenties: in de Wetstraat hakken ze op elkaar in. Dat valt wellicht te verklaren door wat herwonnen dapperheid bij de nieuwe meerderheid of verbittering bij de partijen die aan de zijlijn geparkeerd werden. Maar ditmaal staat er toch meer op het spel.

De afloop van de politieke strijd zoals die vandaag gevoerd wordt, is voor een aantal betrokkenen stilaan een existentiële kwestie. In de peilingen is de N-VA ongeveer zo groot als de CVP in haar almachtige jaren: de brede, veilige volkspartij waartoe zo veel modale Vlamingen zich graag bekennen. Maar zo kan er maar één zijn: andere partijen met dezelfde ambitie hebben dus een probleem. Bart De Wever (N-VA) zelf zette dat welbewust in de verf toen hij als antwoord op de Antwerpse ‘stadslijst’ van SP.A en CD&V het bestaande kartel met de CD&V opblies: ‘In Antwerpen doekt de CD&V zichzelf op.’ Die kleine zin leert dat het hem bij de komende verkiezing(en) niet om een paar procenten meer of minder gaat. Wat op het spel staat, is de overlevingskans van de centrumpartijen, dus van CD&V en Open VLD (en van rechts: VB en LDD, maar dat is een ander verhaal). Als de centrumrechtse concentratie rond N-VA lukt, lijkt een diepere herverkaveling van het politieke landschap onvermijdelijk.

Die kaart wordt trouwens al hertekend, in Antwerpen nog ostentatiever dan elders. Het N-VA heeft succes, en dat trekt altijd nieuwe leden aan. De andere partijen hoeven daarbij geen tranen te plengen: in paarse tijden zogen VLD en SP.A zonder veel gêne de CVP, Agalev of de Volksunie leeg. Nu doet de N-VA hetzelfde. VB’ers, Open VLD’ers, de eerste CD&V’ers: iedereen is welkom. Het is slechts wachten op de eerste bekende naam uit linkse of syndicale hoek.

Tegelijk vinden de andere partijen zich in allerlei kartels: SP.A en CD&V in Antwerpen, Open VLD en CD&V in Tongeren, en er zullen er nog volgen. Zonder er een groot complot achter te zoeken (in Gent onderhandelden Groen! en SP.A al in 2006 over een kartel, en toen was N-VA geen factor van betekenis) is het zonneklaar dat dit in veel steden en gemeenten wel een verdedingswal is tegen de N-VA.

En waarom niet? Net zoals de andere partijen niet moeten te grienen om de aantrekkingskracht van de N-VA op de eigen leden, moet de N-VA niet janken of minnetjes doen over die kartels. De enige reden dat de N-VA bestaat is bij gratie van het oude kartel met de CD&V. Maar het leert wel dat een kartel vaak een kwestie van overleven is. Toen voor de N-VA, nu voor de CD&V en de Open VLD. Zij zijn gedoemd om bij de gemeenteraadsverkiezingen kiezers terug te halen die bij de Kamerverkiezingen voor het eerst op de N-VA stemden. Als ze daar niet in slagen, als de N-VA overal in Vlaanderen burgemeesters en schepenen kan leveren, kantelt de politieke balans fundamenteel. Als de N-VA haar verwachte doorbraak amper verwezenlijkt bij de gemeenteraadsverkiezingen, doet dat ‘de anderen’ verdapperen. Daarom zijn de zenuwen zo gespannen, is de taal zo hard, zijn de standpunten zo extreem: omdat de inzet erg hoog is.
Walter Pauli

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content