Bleri Lleshi

Ook in Brussel: recht op waardig wonen

Bleri Lleshi Auteur en politiek filosoof

De Brusselse regering moet dringend iets doen voor betaalbaar én waardig wonen.

Er zijn veel uitdagingen waarmee Brussel wordt geconfronteerd. Een van de belangrijkste is huisvesting. Een uitdaging die het Gewest grotendeels zelf kan aanpakken. De federale regering of Vlaanderen en Wallonië die dwars zouden liggen is in deze geen argument.

Het woonprobleem in Brussel is groot. Voor 70% van de Brusselaars zijn de prijzen veel te hoog. Bijna 50% van de Brusselse families komt in aanmerking voor een sociale woning terwijl het aandeel sociale woningen slechts 8 procent bedraagt van de Brusselse woningen. Van 2002 tot 2011 realiseerde het gewest een schandelijke 440 extra sociale woningen terwijl er 16.000 gezinnen op de wachtlijst bij kwamen. Vandaag wachten er 41.000 gezinnen op een sociale woning. 80% van de Brusselse gebouwen dateert van voor 1970. Behalve oud zijn de huizen en gebouwen ook slecht geïsoleerd. Dit betekent een dure energierekening en de huisvestingomstandigheden zijn vaak erbarmelijk.

Laat ik de cijfers concreet maken met een voorbeeld. Een tijd terug bezocht ik een moeder en haar vier kinderen. Ze woont in een van die verkrotte appartementen ergens in Brussel waar u noch ik ooit komen tenzij we echt moeten. Toen ik uitstapte aan de bushalte vond ik het nog meevallen. Iets verder zag ik een aantal hoge appartementsgebouwen die met moeite bleven rechtstaan, omringd door bomen en kleine parkjes. Brusselse huizen zijn aan de buitenkant bijna allemaal even lelijk, dus hoopte ik dat het binnen beter zou zijn. Het bleek valse hoop.

Ik nam de lift naar boven en de deur van het appartement waar ik moest zijn, stond wijd open. De vrouw des huizes en haar kinderen heetten mij hartelijk welkom.

De living zag er netjes uit, met Marokkaanse zetels (waarschijnlijk een huwelijkscadeau van de familie) en een mega tv-scherm. Zonder twijfel waren dit de duurste dingen in dit huis, want tot zover de materiële luxe. Behalve de living (waar ook werd gekookt) waren er nog twee kleine kamers. In een van die kamers sliep de vrouw met haar jongste kind en in de andere kamer sliepen de drie overige kinderen.

Ze was een aantal jaren geleden gescheiden van haar man (iets wat steeds vaker voorkomt binnen de Marokkaanse gemeenschap) en moest op haar eentje voor de kinderen zorgen want van de vader had ze al een paar jaar niets vernomen.

“Als alleenstaande moeder in deze omstandigheden word je verguisd door iedereen. ‘Eigen schuld, dikke bult’, zeggen de mensen. Of ze hebben medelijden met je want ja, vier kinderen… De mensen weten niet dat het aan mijn kinderen te danken is dat ik doorga met mijn leven”.

Ik luisterde aandachtig en af en toe sipte ik van de muntthee die ongevraagd werd aangevuld. Meer kon ik niet doen op dat moment. Ik kon niet zeggen dat ik haar begrijp, want haar realiteit maak ik niet mee. Ik heb geen vier kinderen die ik op alleen moet grootbrengen. Ik ben geen vrouw, die het in onze samenleving jammer genoeg nog steeds moeilijker heeft dan een man.

De moeder werd onderbroken door haar kinderen die haar zeiden dat ik voor hen kwam en niet voor haar. De oudste dochter wilde van studierichting veranderen. Ze volgde technisch onderwijs, maar wilde heel graag Dans en Theater doen. Haar moeder zag het niet echt zitten want ‘met zoiets verdien je je brood niet in het leven’. Maar als de dochter het echt wil, dan mocht het toch. De oudste zoon had het moeilijk met wiskunde op school dus vroeg ze me om iemand vinden die bijlessen wiskunde geeft. ‘8 euro per uur is mijn maximumbudget hiervoor’ zei de moeder. Die andere zoon vond het Engels ‘super cool’ en wilde het zo snel mogelijk leren, want zodra hij het kan spreken wil hij naar VS. ‘Ik weet echt niet hoe hij op dit idee is gekomen, misschien door die Amerikaanse films,’ vertelde de moeder.

Bij het weggaan nam ik de trap, ook al bleef de vrouw aandringen dat ik de lift moest nemen. Toen ik de staat van de trap zag, het vuil en de onverdraaglijke stank, begreep ik waarom ze per se wou dat ik de lift nam. Ze schaamde zich, zoals voor het vocht in haar kamers en de elektrische verwarming die bovendien ‘veel geld kost’.

Er zijn vandaag in Brussel tussen de 15.000 en 30.000 leegstaande panden, maar geen enkel ervan werd voor bewoning opgeëist door het gewest, terwijl het wettelijk kader daarvoor al 20 jaar bestaat. Wat het beleid wel doet is groen licht geven voor meer kantoorruimte terwijl er al twee miljoen vierkante meter kantoorruimte leeg staat.

De Brusselse regering moet dringend iets doen aan de huisvestingsproblematiek in onze stad. Voor deze vrouw en haar kinderen, maar ook voor duizenden andere Brusselaars eis ik dringende maatregelen van onze politici: de nieuwe minister-president, Rudi Vervoort (PS), en de staatssecretaris voor Huisvesting, Christos Doulkeridis (Ecolo). Geen beloftes, maar concrete voorstellen voor niet louter recht op betaalbaar wonen, maar ook recht op waardig wonen.

Bleri Lleshi is politiek filosoof en werkt momenteel aan het boek ‘De neoliberale strafstaat’ dat in het najaar bij uitgeverij EPO zal verschijnen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content