Hubert van Humbeeck

Olie drijft boven

Als Iran de Straat van Hormuz afsluit, verliest iedereen. Maar het eerste slachtoffer wordt de consument van olieproducten.

President Mahmoud Ahmadinejad van Iran vertrok zondag voor een rondreis van een kleine week langs enkele landen in Latijns-Amerika. Er mag dus worden verondersteld dat de blokkade van de Straat van Hormuz nog niet meteen op de agenda staat. Het dreigement van Iran om de zee-engte af te sluiten, volgt op de beslissing van de VS om bedrijven te verbieden om nog zaken te doen met banken in Teheran. Dat was op zijn beurt een reactie op de Iraanse weigering om zijn atoomprogramma stop te zetten. Washington hoopt om de olie-export van het land te verstoren, en lijkt een gevoelige zenuw te hebben geraakt. Iran reageerde scherp, maar dat deed ook de prijs van ruwe olie op de wereldmarkt.

Supertankers vervoeren elke dag bijna 17 miljoen vaten olie door de kwetsbare Straat van Hormuz, die de Perzische Golf verbindt met de Golf van Oman. Dat is zoveel als een vijfde van de wereldproductie. Op het smalste punt van de zeestraat passeren de schepen maar goed 10 kilometer voor de Iraanse kust. De VS herhalen telkens opnieuw dat elke poging om de Perzische Golf af te sluiten als een daad van oorlog zal worden beschouwd. De Vijfde Vloot heeft zijn thuisbasis in Bahrein, in de Golf.

Al die verbale krachtpatserij ten spijt heeft geen van de betrokken partijen veel bij een gewapend conflict te winnen. Als Iran de zee-engte afsluit, legt het tegelijk de eigen export van olie stil: die moet namelijk ook door de Straat van Hormuz. Het land kan dat geld gewoon niet missen. De economische sancties snijden de mensen nu al diep in het vlees. Voor de Amerikaanse president Barack Obama geldt dat een stoere houding tegenover Iran steun oplevert van de machtige Israëlische lobby in Washington. Maar een opstoot van de olieprijs op de wereldmarkt kan de prille heropleving van de Amerikaanse economie de pas afsnijden. Obama moet voor meer werk zorgen. Geen enkele Amerikaanse president werd ooit herkozen met een werkloosheidscijfer dat zo hoog is als vandaag het geval is.

Het Westen hoopt dat steeds hardere sancties de ayatollahs op de knieën krijgen, of dat ze door intern verzet zullen worden verplicht om te plooien. Dat is niet vanzelfsprekend. Veel Iraniërs weten nog dat hun democratisch verkozen premier Mohammed Mossadegh in het begin van de jaren vijftig aan de kant werd geschoven, na een coup die door de Britse en Amerikaanse geheime diensten werd geregisseerd. Britten en Amerikanen gaven de voorkeur aan de sjah, die een genadeloze dictator bleek – maar daar hadden zij geen last van. Mossadegh is nog altijd immens populair. Hij wou de olieproductie nationaliseren omdat hij vond dat de winst het land te weinig ten goede kwam.

Het Westen beroept zich graag op grote principes zoals vrijheid en democratie. Het moet daar voorzichtig mee zijn, ook als het om Iran gaat. De geschiedenis begon in dat land niet met Mahmoud Ahmadinejad, zelfs niet met de ayatollah Khomeiny. Natuurlijk moet Iran geen atoombom krijgen. Barack Obama dacht lang dat hij er Teheran politiek en diplomatiek van zou kunnen overtuigen om zijn kernprogramma stop te zetten. Hij moet zijn argumenten daarvoor misschien toch nog een keer zorgvuldig op tafel leggen.

Hubert van Humbeeck

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content