Tom Vandyck

Obama’s drone-oorlog gaat er vér over

Tom Vandyck Tot 2014 correspondent in de VS voor Knack.be

Barack Obama begint steeds meer op George W. Bush te lijken. Honderden terreurverdachten worden in het geheim geliquideerd met onbemande vliegtuigen. Democratische controle is er niet.

4500 doden, onder wie honderden vrouwen, kinderen burgers. Dat is volgens het Bureau for Investigative Journalism, een journalistieke non-profitorganisatie in Londen, de tol van de drone-oorlog die VS-president Barack Obama voert tegen Al-Qaeda en aanverwanten.

Als dat cijfer u verrast, is dat geen wonder. De drone-oorlog is grotendeels onzichtbaar. Een onbemand vliegtuig dat vanop een paar duizend meter hoogte, waar het onzichtbaar en onhoorbaar is, in Pakistan of Jemen een verdachte afmaakte met een Hellfire-raket, dat zorgt voor een stuk minder misbaar dan de spreekwoordelijke ‘boots on the ground’.

Maar dat maakt het er niet minder ernstig op. Sterker nog: de manier waarop Obama dit soort praktijken rechtvaardigt met geheime juridische nota’s verschilt nauwelijks van wat de regering van George W. Bush deed met foltering. Ook daar verzonnen de advocaten toen allerlei geheime wettelijke gronden voor.

Imminente dreiging

Ja, het is waar, het is ingewikkeld. Dit is geen ouderwetse oorlog tussen natiestaten die elkaar naar het leven staan aan een nette frontlijn, maar een chaotisch conflict tussen een paranoïde supermacht en een stel bebaarde fanatici voor wie de middeleeuwen nooit helemaal voorbij gegaan zijn.

En ja, als we het dan toch over Bush hebben: het is beter om je te bedienen van min of meer chirurgische drone-aanvallen (al is het qua bloederigheid dan de chirurgie uit het jaar 1400) dan oorlogen te beginnen tegen landen die je niet aangevallen hebben en waar je vervolgens jaren aan een stuk honderden en honderden miljarden dollars aan vergooit. Gaat u dat maar eens vragen in Irak.

Maar dat neemt dus niet weg dat het niet kan, wat Obama doet.

Neem nu de geheime nota van het VS-ministerie van Justitie die deze week geopenbaard werd door de televisiezender NBC. Daarin wordt uitgelegd onder welke omstandigheden de VS haar eigen burgers mag doden in de oorlog tegen het terrorisme.

Het komt erop neer dat het volstaat dat een hoge functionaris van de Amerikaanse regering beslist dat de verdachte een belangrijk figuur is bij Al-Qaeda of soortgelijke groepen. Wie is die hoge functionaris? De president? Iemand anders? Beslist die dat alleen? Geen idee. Hoe weten we dat iemand een hoge pief is bij Al-Qaeda? Hebben we zijn lidkaart gezien? Ook al een hele goeie vraag.

De verdachte in kwestie moet volgens de geheime nota een imminente dreiging vormen voor de VS. Maar een imminente dreiging, wat is dat? Volgens de nota is het niet eens nodig dat hij actief betrokken is bij een concrete, onmiddellijk op stapel staande terreurdaad. Dat zijn dus wel heel erg losse criteria.

Bewijzen op tafel

De hele discussie over het doden van Amerikaanse staatsburgers begon met de aangebrande moslimpredikant Anwar Al-Awlaki, die in 2011 in Jemen gedood werd met een drone-aanval. Hij werd geboren is San Diego en had dus de Amerikaanse nationaliteit.

Al-Awlaki werd ervan verdacht dat hij betrokken was bij de schietpartij op de legerbasis Fort Hood in Texas in 2009, waar legerpsycholoog Nidal Malik Hasan dertien mensen doodschoot, bij de mislukte aanslag van de jonge Nigeriaan Umar Farouk Abdulmutallab, die op kerstdag 2009 probeerde om een Amerikaans verkeersvliegtuig op te blazen met een bom in zijn onderbroek, en bij de mislukte aanslag met een bomauto op Times Square in New York in 2010.

Laten we niet flauw doen: gesteld dat dat allemaal klopt, dan is het te begrijpen dat je zo’n man liquideert voor het de volgende keer écht goed raak is. Dat je Osama bin Laden of een aantal andere toplui van Al-Qaeda uit de weg ruimt, daar kunnen we ook nog inkomen.

Maar 4500 mensen? Dat is er vér over. Dat wil zeggen: tenzij je zeer harde bewijzen op tafel legt die aantonen dat het écht niet anders kon en dat je er daadwerkelijk terreurdaden mee voorkomen hebt. Bestaat dat bewijs? Geen idee, want als het er is, dan houdt de regering Obama het zorgvuldig geheim.

‘Vertrouw ons’

Dat je niet openlijk zegt wie je waar gaat liquideren en wanneer, en dat je niet op Times Square gaat staan roepen hoe dat precies in zijn werk gaat, dat is nogal wiedes. Maar op zijn minst moeten de regels op basis waarvan de Amerikaanse regering zich het recht toe-eigent om zich van zulke praktijken te bedienen publiek zijn en moet het parlement te horen te krijgen wie er bommen op zijn kop gekregen heeft en waarom. Dan kan je ontsporingen vermijden en zo nodig corrigeren.

Democratische controle heet dat. Maar die is er niet in de VS. Mogelijk komen we de komende dagen en weken te weten op welke juridische basis de Amerikaanse regering haar drone-oorlog gebouwd heeft. Dat valt te bezien. Maar het beste waar de Obama-administratie tot nog toe mee op de proppen komt, is ‘Vertrouw ons maar, want wij zijn de ‘good guys’.” En dat is natuurlijk ruimschoots onvoldoende.

Drones zijn overal

Trouwens, als de VS zich dit recht toe-eigent, wat let andere landen dan om hetzelfde te doen? In tegenstelling tot hun imago zijn drones namelijk lang geen futuristisch wapentuig meer. De technologie is goedkoop en ze raakt hoe langer hoe meer verspreid.

Er zijn u al een paar tientallen landen die drones gebruiken, de ene al wat gesofisticeerder dan de andere. Stel je voor wat er gebeurt als die ook allemaal hun al dan niet vermeende vijanden gaan liquideren op andermans grondgebied. Amerika zou niet bepaald veel moreel kapitaal hebben om te zeggen dat dat niet mag, al zou het dat natuurlijk wel doen – u kent de Amerikanen.

De vraag bij dit soort toestanden is ook altijd: kweek je er niet meer terroristen mee dan je uitschakelt? In Pakistan zijn er volop lui die de VS hartsgrondig haten vanwege de onophoudelijk drone-bombardementen. Dat praat natuurlijk niks goed, maar als de volgende grote aanslag op Amerikaanse bodem uit die hoek komt, zal niemand verrast moeten opkijken.

Kouwe killer

Enfin, om nog maar eens te zeggen: wie dacht dat Obama een softe vredesduif is, denkt maar beter iets anders. Als het erop aan komt, is hij een ijskoude killer.

De raid op Osama bin Laden komt dan voor de geest, maar denk ook maar eens terug aan de kaping van het vrachtschip Maersk Alabama door Somalische piraten in 2009. Toen stuurde Obama zijn special forces uit om de kapitein, Richard Philips, te bevrijden op volle zee.

Dat waren allebei operaties die makkelijk hadden kunnen misgaan om redenen waar Obama hoegenaamd geen invloed op had (wanneer het schieten begint, weet je nu eenmaal nooit waar het ophoudt), maar die hem wel zuur hadden kunnen opbreken.

Een Democratische president die opdracht geeft voor gewaagde militaire operaties – voor je het weet, ben je Jimmy Carter. Maar daar schrikt Obama dus niet voor terug. Deze president houdt het hoofd koel, maakt zijn berekening en haalt de trekker over.

Nu, hoeveel je ook kan aan te merken hebben op Obama’s drone-oorlog, het politieke risico is beperkt. Ja, er wordt in Washington gemord door een handvol leden van beide partijen, maar uiteindelijk zijn de Republikeinen altijd te vinden voor gespierd militair optreden en zullen de Democraten hun president nooit écht afvallen.

En dat is natuurlijk het andere probleem: voor Democratische controle heb je ook een parlement nodig dat zijn tanden durft te laten zien. En in zaken van nationale veiligheid is dat sinds 9/11 zeer moeilijk voor het Amerikaanse Congres.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content